Begrippen Flashcards
(78 cards)
Betalingsbereidheid
De maximale prijs die een consument wil betalen voor een product.
Substitueerbare producten
Producten die dezelfde behoefte kunnen bevredigen.
Complementaire producten
Producten die elkaar in het gebruik aanvullen.
Inferieur goed
Goederen waarvan de consumptie daalt als het inkomen stijft en een negatieve inkomenselasticiteit hebben.
Noodzakelijk goed
Goederen met een inkomenselasticiteit tussen de 0 en 1.
Luxe goed
Goederen waarvan de consumptie stijgt als het inkomen stijgt en een inkomenselasticiteit groter dan 1 hebben.
Toetredingsbarrieres
De factoren die de toegang tot een bepaalde markt beïnvloeden.
Volkomen concurrentie
Marktvorm waarbij er veel vragers zijn en veel aanbieders die allemaal hetzelfde product aanbieden.
Monopolistische concurrentie
Marktvorm waarbij er veel vragers zijn en veel aanbieders die allemaal een verschillende variant van een product aanbieden.
Oligopolie
Marktvorm waarbij er veel vragers zijn en twee tm vijf producenten gezamenlijk meer dan 70% van de markt in handen hebben.
Monopolie
Marktvorm waarbij er maar één aanbieder is.
Onvolkomen concurrentie
Marktvorm waarbij een niet aan de voorwaarden van volkomen concurrentie wordt voldaan.
Prijsdiscriminatie
Het rekenen van verschillende prijzen voor exact hetzelfde product aan verschillende groepen consumenten. Twee voorwaardes: geen doorverkoop en duidelijke groepen.
Consumentensurplus
Het verschil tussen de werkelijke prijs van een product en de maximale prijs die iemand bereid is voor het product te betalen.
Producentensurplus
Het verschil tussen de marktprijs en de prijs die een aanbieder voor zijn product wil ontvangen.
Pareto-optimale
Een verdeling van de welvaart waarbij niemand zijn positie kan verbeteren, zonder dat dit ten koste gaat van de positie van iemand anders.
Voorraadgrootheden
Grootheden die de situatie van een bepaald moment weergeven.
Stroomgrootheden
Grootheden die betrekking hebben op een bepaalde periode.
Nominale rente
De rente die je werkelijk krijgt op je spaarrekening.
Reële rente
De werkelijke waarde van de rente, als de inflatie wordt meegerekend.
Waardevaste pensioenen
Pensioenen die stijgen met hetzelfde percentage als de inflatie.
Welvaartsvaste pensioenen
Pensioenen die stijgen met hetzelfde percentage als waar de lonen gemiddeld mee stijgen.
Omslagstelsel
Stelsel waarbij de werkenden premies betalen, waarmee de AOW van ouderen worden betaald.
Kapitaaldekkingsstelsel
Stelsel waarbij werknemers premies betalen voor hun eigen pensioen.