begrippen Flashcards

(51 cards)

1
Q

capillaire werking

A

de wateropzuigende werking van porien tussen gronddeeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hub en spoke-netwerk

A

transportnetwerk van bedrijven zoals een luchtvaartmaatschappij waarbij de hub het knooppunt vormt in het netwerk en de spokes aanvoerdlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitschuiving

A

verplaatsen bedrijven en functies naar lagelonenlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vn-ontwikkelingsindex

A

alfabetiseringsgraad, levensverwachting en koopkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

diffusie

A

verspreiding van een cultuurelement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vruchtbaarheid

A

gemiddeld aantal leven geborenen per vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interactietheorie

A

uitwisseling goederen, mensen of ideeen tussen gebieden kan allen met complementair, transporteerbaarheid en geen tussenliggende mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tijdruimtecompressie

A

relatieve afstand neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

reshoring

A

terughalen productieafdeling naar land van bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fragmentarische moderinisering

A

bepaalde regio’s en of eco sectoren in een land maken wel gebruik van moderne hulpmiddelen en andere niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

multipolaire wereld

A

wereld die op eco en poli geied uit meerdere (regionale) machten bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pacific rim

A

china, japan, zuid-korea, maleisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

afwenteling in ruimte en tijd

A

negatieve gevolgen van vooruitgang worden afgeschoven op een ander gebied of toekomstige generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

backwash effect

A

negatieve invloed van een gebied op de eco ontwikkeling van een ander gebied:door afstroming arbeidskrachten (braindrain), hulpbronnen en kapitaal stagneertde eco groei in regio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

spread-effecten

A

positieve economische invloed van een welvarender gebied op een ander gebied, zoals externe investeringen en overdracht van kennis, waardoor welvaart toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

corioliseffect

A

zijdlinkse afwijking, Noorden =rechts zuiden = links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

moesson

A

wind die van de subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait en van richting verandert N= z-w, Z= z-o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klimaatfactoren

A

breedteligging, gebergten, type opp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

asthenosfeer

A

gedeelte mantel gedeeltelijk vloeibaar waar lithosfeer overheen beweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

basalt

A

stollingsgesteente uit vulkaan (oceanisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

convergerend

A

naar elkaar toe

19
Q

divergerend

20
Q

graniet

A

stollingsgesteente, stolt onder de grond (continentaal)

21
Q

rug

A

door uit elkaar bewegende platen komt er lava/magma omhoog

22
pyroklastica
afval vulkaanuitbarsting
23
ridge push
midoceansiche rug waar lithosfeer door zijn gewicht de rest van de aardplaat zijdelinks wegduwt
23
estuarium
trechtervormige riviermonding ontstaan bij groot verschil eb en vloed
24
morene
materiaal door gletsjers neergelegd
25
puinwaaier
kegelvormige ophoping van verweringsmateriaal, ontstaat bij plotseling snel afnemen stroomsnelheid
26
chemische verwering
oplossen van gesteente door de inwerking van water, zuren en zuurstof
27
delta
nieuw land in zee dat ontstaat op een plaats waar een rivier in zee uitmondt en sediment ophoopt
28
mechanische verwering
het verbrokkelen van gesteente door het bevriezen van water, temperatuurwisselingen of de werking van wortels
29
horst
een stuk aardkorst dat langs een breuk omhoog is gekomen
30
slenk
stuk aardkorst dat langs een breuk naar beneden is gezakt
31
cashcrops
handelsgewassen die verbouwd worden voor wereldmarkt
32
good governance
een transparante manier van besturen waarbij de bevolking over middelen beschikt om het regeringsbeleid te controleren en te beoordelen
33
savanne (Llanos, cerrado en caatinga)
grasland met verspreid staande bomen
34
steppe (pampa)
grasland zonder bomen
35
tropisch laagland
laaggelegen gebied met een tropisch klimaat meestal warm en vochtig en met tropisch regenwoud
36
tropisch regenwoud (selva)
warm en vochtig bos, verschillende vegetatielagen en veel verschillende soorten
37
actieve continentrand
continentrand valt samen met plaatgrens (westen z-a)
38
fossiele energiebronnen
steenkool, aardolie en aardgas ontstaan uit jaren oude resten van planten en dieren
39
hoogland (altiplano)
weinig relief meer dan 500 m boven zeeniveau
40
passieve continentrand
continentrand die zonder plaatgrens overgaat in oceanische korst (oosten z-a)
41
duale economie
economie met formele sector naast grote informele sector
42
exportvalarisatie
proces waarbij je meer aan de export probeert te verdienen door grondstoffen eerst te bewerken
43
foodcrops
voedselgewas dat men vooral voor eigen gebruik verbouwt
44
gini coefficient
inkomensongelijkheid, 0 volledig gelijk, 1 totaal ongelijk
45
importsubsidie
vervangen importgoederen door eigen productie
46
landgrabbing
aankoop of pacht van enorme stukken grond door machtige vaak buitenlandse partijen, vaak doel grootschalige landbouwbedrijven of toegang grondstoffen veiligstellen
47
UNASUR
sw verband z-a voor eco groei en diversificatie