Begrippen Flashcards
(53 cards)
Code, codering
Kwantitatief: getallen die worden toegekend aan gegevens
Kwalitatief: methode om tekstuele gegevens te analyseren
Coding frame
Een lijst met codes die de onderzoeker gebruikt bij de analyse van gegevens. Met
betrekking tot een (semi-)gestructureerd interviewschema of vragenlijst zal het ‘coding frame’ de categorieën afbakenen die worden gebruikt in verband met de antwoorden op elke vraag.
Concept
Label voor aspecten uit sociale wereld, waarmee observaties opa gemeenschappelijke kenmerken georganiseerd worden (bouwsteen van theorie)
Sensitieve concepten
Behandelen van een concept als leidraad in onderzoek en na het onderzoek de betekenis vastleggen
Operationele concepten
Definitie van concepten staat al vast voordat onderzoek begint
Discoursanalyse
Een benadering van de analyse van gesprekken en andere vormen van discours die de nadruk legt op de manieren waarop versies van de werkelijkheid tot stand komen via taal
Epistemologie (kennisleer)
Theorie over kennis, of wat men kan weten. In Bryman wordt de
term vooral gebruikt om te verwijzen naar een standpunt over wat aanvaardbare kennis zou moeten
Positivisme (E)
Een epistemologische positie die pleit voor de toepassing van de methoden van de natuurwetenschappen op de studie van de sociale werkelijkheid en daarbuiten (obv feiten)
Interpretivisme (E)
Een epistemologische positie die vereist dat de sociale wetenschapper de subjectieve betekenis van sociale actie begrijpt (verstehen)
Grounded theory
Een iteratieve benadering van de analyse van kwalitatieve gegevens die gericht is op het genereren van theorie uit onderzoeksgegevens
Inferentiële statistiek
Op basis van de analyse van gegevens van een willekeurige steekproef
schattingen of voorspellingen doen over een onderzoekspopulatie.
Statistische significantie
Met een toets van statistische significantie kan de onderzoeker inschatten hoe zeker ze kunnen zijn dat de resultaten van een onderzoek op basis van een
willekeurig geselecteerde steekproef generaliseerbaar zijn naar de populatie waaruit de steekproef is getrokken (statistische gevolgtrekking), de p-waarde is een maatstaaf voor statistische significantie
Intersectionaliteit
Het idee dat ieder persoon meerdere posities binnen verschillende sociale categorieen inneemt (zoals gender, sociale klasse, seksualiteit, ethniciteit
Gestructureerd interview
Een interview, meestal in de context van vragenlijstonderzoek,
waarbij aan alle respondenten exact dezelfde vragen in dezelfde volgorde worden gesteld met behulp van een formeel interviewschema
Semi-gestructureerd interview
Een term die een breed scala aan interviewtypes dekt, meestal
een context waarin de interviewer werkt met een ‘interview guide’, maar waarbij de interviewer de volgorde van de vragen kan variëren. De vragen zijn vaak wat algemener in hun referentiekader dan de vragen in een gestructureerd interviewschema
Internal reliability
De mate waarin de indicatoren waaruit een schaal is opgebouwd constant zijn. Een bekende meting is Cronbach’s alpha (a)
Kwaliteitscriteria KWALI
Betrouwbaarheid
Overdraagbaarheid
Bevestigbaarheid
Geloofwaardigheid
Authenticiteit
Kwaliteitscriteria KWANTI
Betrouwbaarheid
Herhaalbaarheid
Validiteit (4 soorten)
Meetvaliditeit
Mixed method onderzoek
Een term die wordt gebruikt om onderzoek te beschrijven dat zowel
kwantitatief als kwalitatief onderzoek combineert
Convergent design
Een mixed methods onderzoeksdesign waarbij kwantitatieve en
kwalitatieve gegevens gelijktijdig worden verzameld en de resulterende analyses worden vergeleken en/of samengevoegd tot een geïntegreerde analyse. Dit design wordt meestal geassocieerd met triangulatie
Verkennend sequentieel design
Een mixed methods onderzoeksdesign waarbij eerst
kwalitatieve gegevens worden verzameld en vervolgens geanalyseerd. Op basis van deze
inzichten wordt vervolgens een kwantitatief vervolgonderzoek opgezet voortbouwend op de kwalitatieve inzichten
Verklarend sequentieel design
en mixed methods onderdoeksdesign waarbij eerst kwantitatieve gegevens worden verzameld en vervolgens geanalyseerd. Op basis van deze
inzichten wordt vervolgens een kwalitatief vervolgonderzoek opgezet voorbouwend op de kwantitatieve inzichten
Niet-waarschijnlijkheidssteekproef
Een steekproef die niet geselecteerd
is met een willekeurige steekproefmethode. In wezen betekent dit dat sommige eenheden in de populatie een grotere kans hebben om geselecteerd te worden dan andere
Gemakssteekproef
Een steekproef die geselecteerd wordt omdat hij beschikbaar is voor de onderzoeker