Begrippen §2 t/m 5 Flashcards

1
Q

Asielzoeker

A

Vluchteling die in het land waar hij zijn toevlucht heeft gezocht, een aanvraag tot verblijf heeft ingediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Autonome regio

A

Regio in een land met zelfbeschikking over bijvoorbeeld onderwijs, belastingen of de politie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Autoritair regime

A

De macht in een land ligt bij één persoon of een kleine groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Babyboom

A

Opmerkelijk groot geboortecijfer in een bepaald jaar (geboortegolf).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Burgeroorlog

A

Conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Etniciteit

A

De indentiteit van een volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Failed state

A

Een staat met een overheid die vrijwel geen controle heeft, overal is corruptie, misdaad en economische chaos, veel mensen zijn op de vlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Genocide

A

Vernietiging van een volk, ras of een groep mensen of een poging daartoe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gewapend conflict

A

Een aanhoudende strijd waarbij in een jaar minstens 25 doden vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Internationaal Strafhof

A

Strafhof dat genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden berecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Internationaal conflict

A

Conflict dat zich tussen twee of meer staten afspeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Jeugdbult

A

Een groot aandeel van 15- tot 29-jarigen in de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nationalisme

A

Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Natuurlijke hulpbronnen

A

Rijkdommen die van nature voorkomen in of op de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ontheemd

A

Aanduiding voor een vluchteling die in zijn eigen land blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Paradox van de overvloed

A

In een land met veel brandstoffen of mineralen is de kans op gewapende conflicten veel groter dan in een land zonder dergelijke rijkdommen.

17
Q

Regionaal conflict

A

Conflict dat begint als een intern conflict of burgeroorlog, maar zich uitbreidt tot voorbij de landsgrenzen.

18
Q

Regionalisme

A

Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur.

19
Q

Separatisme

A

De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.

20
Q

Soevereiniteit / zelfbeschikking

A

De staat oefent zelf de macht uit en en andere staten mogen zich niet met binnenlandse aangelegenheden bemoeien.

21
Q

Staat

A

Gebied met eromheen een internationaal erkende grens (land). Binnen een staat gelden wetten en regels.

22
Q

Territorium

A

Het woongebied van een volk.

23
Q

Terrorisme

A

Geweld om een politiek doel te bereiken.

24
Q

Veiligheidsraad

A

Onderdeel van de VN dat over vredesmissies besluit. Permanent lid met vetorecht zijn China, de VS, Rusland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

25
Q

Volk

A

Groep mensen die zich bij elkaar voelen horen door taal, geloof of doordat ze een gemeenschappelijke geschiedenis hebben.

26
Q

Vredesoperatie

A

Een bijdrage (onder aanvoering van de VN of een andere organisatie) aan de internationale rechtsorde (vrede).