Begrippen algemeen Flashcards

(61 cards)

1
Q

Wat is een bestandsdeel?

A

Onderdelen delictomschrijving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn elementen (Bij strafbaarheid)?

A

Ongeschreven voorwaarde voor strafbaarheid: wederrechterlijkheid en verwijtbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?

A

Al het overheidsoptreden moet berusten op een wettelijke grondslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het schuldbeginsel?

A

Niemand mag gestraft worden als hij niet wist of behoorde te weten dat zijn gedraging strafbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rechtszekerheid bij legaliteitsbeginsel?

A

Verdachte moet kunnen overzien hoe er op bepaald gedrag gereageerd zal worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het verbod op terugwerkende kracht in?

A

Wetgeving mag niet met terugwerkende kracht worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe komt opzet voor in een delictomschrijving?

A

Kan als zelfstandig bestandsdeel letterlijk in delictomschrijving staan, of ingeblikt in ander bestandsdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is opzet met bedoeling?

A

Willens en wetens, gedraging expres uitvoeren zodat gevolg met opzet intreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn?

A

Om een bepaald doel te bereiken, zal een ander doel in gevolg moeten treden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is voorwaardelijke opzet?

A

Verdachte willens wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de componenten van opzet?

A

Risicocomponent: aanmerkelijke kans; Kenniscomponent: dader bewust van die kans?; Wilscomponent: aanvaarding van die kans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is objectivering bij wilscomponent voorwaardelijke opzet?

A

Aard en uiterlijk gedraging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is normativering bij voorwaardelijke opzet?

A

Vergelijking met ‘gemiddelde’ mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is bewuste culpa?

A

Dader gevolgen wel overzien, maar vertrouwt onterecht op een goede afloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is onbewuste culpa?

A

Dader gevolgen niet voorzien, maar had dat wel gemoeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is culpa?

A

Culpa is een verwijtbare en aanmerkelijke onvoorzichtigheid, met een objectieve zijde, de onvoorzichtigheid en aanmerkelijkheid, en een subjectieve zijde, de verwijtbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een rechtvaardigheidsgrond?

A

Neemt strafbaarheid van het feit weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een schulduitsluitingsgrond?

A

Strafbaarheid van de dader weggenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is noodweer?

A

Ogenblikkelijke, wederrechterlijke, aanranding van lijf, eerbaarheid of goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent wederrechterlijk?

A

In strijd met het recht, dus onrechtmatig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is subsidiariteit bij noodweer?

A

Noodzakelijke verdediging (had de verdachte ook anders kunnen handelen?).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is proportionaliteit?

A

Verdediging in verhouding met aanval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke verschillende schulduitsluitingsgronden zijn er?

A

Ontoerekenbaarheid; Overmacht in de zin van psychische overmacht; Noodweerexces. onbevoegd gegeven ambtelijk bevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

rechtstaatsgedachte bij het legaliteitsbeginsel

A

al overheidsoptreden moet berusten op een wettelijke grondslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Noem stappenplan van voorwaardelijke opzet
1. definitie 2. risicocomponent 3. kenniscomponent 4. wilscomponent (objectivering en normativering)
26
Noem stappenplan culpa
1. Definitie 2. verdachte onvoorzichtig gehandeld? 3. aanmerkelijke onvoorzichtigheid 4. verwijtbaarheid (had hij anders gekund) 5. betrek relevante factoren (zoals garantenstellung 6. conclusie
27
Wat is het verschil tussen voorwaardelijke opzet en bewuste culpa
Wil van verdachte: bewust van gevaar, maar vertrouwt onterecht op goede afloop. Of willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat gevolg in werking zal treden.
28
Voorwaarde noodweer
1. ogenblikkelijke wederrechterlijke aanranding 2. lijf eerbaarheid of goed 3. noodzakelijke verdediging (subsidiariteit) 4. geboden verdediging (proportionaliteit) 5. sprake van culpa of garantenstellung?
29
Voorwaarde noodweerexces
1. ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding 2. lijf, eerbaarheid of goed 3. noodzakelijke verdediging 4. dubbele causaliteit (overschrijdend geweld direct gevolg van gemoedstoestand, gemoedstoestand opgewekt door aanranding) 5. sprake van culpa in causa?
30
Doel straffen
vergelding en preventie
31
Beginselen van behoorlijke procesorde
Ontstaan uit jurisprudentie 1. beginselen redelijke en billijke belangen afweging 2. beginsel zuiverheid oogmerk 3. vertrouwensbeginsel 4. gelijkheidsbeginsel
32
Procesfase
1. verdenking 2. opsporingsonderzoek 3. Uitroepen zaak
33
cautieplicht
zwijgplicht
34
pressieverbod
verdachte mag niet worden gedwongen verklaring af te leggen
35
Opportuniteitsbeginsel
OM beslist welke zaak voor de rechter gebracht wordt.
36
Voortgezette toepassing bevoegdheden
wordt gecontroleerd voor het ene, maar strafbaar gesteld voor het ander
37
Vereisten heterdaad 53 sv
1. sprake van verdachte art. 27 sv 2. bevoegd om verdachte aan te houden 53 lid 1 sv 3. verdachte zsm overgedragen aan opsporingsambtenaar lid 3 4. verdachte voorgeleid aan ovj voor verhoor lid 2 5. toets aan beginselen als redelijkheid en billijkheid
37
Hoe noem je de advocaat van een verdachte ook wel
raadsman
38
sprake van verdachte in de zin van art. 27 Sv
1. individualseerbaarheid: er moet een individu aan te wijzen zijn 2. objectiveerbaarheid: uit omstandigheden redelijk vermoeden van schuld (benoem feiten en omstandigheden) 3. concretiseerbaarheid: concreet duidelijk zijn om welk strafbaar feit het gaat
39
Vereisten buiten heterdaad 54 sv
1. sprake van een verdachte 27 sv 2. verdachte verdacht van strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan (67 Sv) 3. alleen opsporingsambtenaren aanhouden 141/142 sv 4. ovj bevel tot aanhouding 5. toets aan beginselen
40
vereisten ophouden voor onderzoek 56a sv
1. aangehouden 53/53 en verdachte 27 2. ovj kan ophouden bevelen 3. voldaan aan termijn 56a lid 2 4. omvat 56a lid 4
41
vereisten inverzekerestelling (57 Sv)
1. sprake van verdachte 27 2. in opdracht van ovj aan wie verdachte wordt voorgeleid, of degene die hem heeft aangehouden 3. verdachte wordt verhoord door ovj of degene die hem heeft aangehouden (kan opsporingsambtenaar) 4. in het belang van het onderzoek 5. voorlopige hechtenis voor strafbaar feit toegestaan 6. moet worden voldaan aan termijn 7. toets aan beginselen van goede procesorde
42
vereisten voorlopige hechtenis (bewaring/gevangen houden) 67 sv
1. een geval waarin VH is toegestaan (lid 1 en 2) 2. ernstige bezwaren lid 3 3. grond voor VH 67a lid 1 4. anticipatiegebod 67a lid 3
43
vereisten opsporingsfouillering
1. ovj en opsporingsambtenaar bevoegd 56 lid 1/4 2. aangehouden verdachte 27 3. ernstige bezwarem 4. doel in belang van onderzoek
44
vereisten identificatiefouillering 55b
1. opsporingsambtenaren bevoegd 2. staande of aangehouden 27 3. doel identificeren -> in beginsel niet in openbaar lid 2
45
Technisch sepot
niet haalbaar, bijvoorbeeld door te weinig bewijs
46
Beleidssepot
kan wel vervolgen, maar kiest wegens omstandigheden hier niet voor, bijv. dat slachtoffer dit niet wil
47
transactie en strafbeschikking
geen daad en wel daad van vervolging
48
ZSM- afdoening
zorgvuldig, snel en opmaat. meer rechtszekerheid, maar wel kans dat de rechtsbijstand wordt tegengewerkt
49
Dagvaarding (officieel oproep om voor de rechter te verschijnen)
1. aanhouding persoon van verdachte 27 2. oproepen verdachte om voor te komen voor rechter 3. beschuldigen verdachte 4. informeer verdachte over welke rechten hen nu tegenmoet komen
50
Tenlastelegging
beschuldigen 261 sv 1. grondslagveer: rechter op basis hiervan beraadslagen 2. voor verdediging duidelijk wat ze moeten verdedigen
51
Generale preventie
voorkomen dat andere strafbare feiten begaan
52
Speciale preventie
voorkomen dat dezelfde dader het strafbare feit meerdere keren begaat (gevangenisstraf of behandeling)
53
Vergelding
Bewust leed toegedaan aan dader, om als maatschappij te laten zien dat er afkeuring gedrag heeft plaatsgevonden
54
Rechtsherstel
bijv. compensatie of erkenning
55
Natuurrechtelijke wils- en verdragstheorieën (NICO JORG)
Theorie die straf rechtvaardigd als natuurlijk gevolg van een delict, door verdrag wat burgers onderling hebben gesloten
56
Absolute theorieën (NICO JORG)
Omdat misdaan is, zal straf volgen
57
Relatieve theorieën (NICO JORG)
Voorkomen dat burgers onrechtmatig handelen - speciale preventie: dader zal door straf gedrag verbeteren en delict niet weer doen - generale preventie: afschrikkend effect op andere rechtsgenoten
58
Verenigingstheorieën (NICO JORG)
verenigen de absolute en relatieve theorieën: vergelding is rechtsgrond en preventie het doel
59
Noem soorten Hoofdstraffen
Gevangenisstraf; Hechtenis; Taakstraf; Geldboete
60
Noem soorten bijkomende straffen
Ontzetting van bepaalde rechten; Verbeurdverklaring; Openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.