Begrippen criminaliteit Flashcards
(27 cards)
Sociobiologische theorie
Houdt zich bezig met onderzoek naar de evolutionaire oorsprong van sociaal gedrag bij dieren, inclusief de mens.
Idee: Criminaliteit van mensen hoort bij hun natuur
Aangeleerd – gedragtheorie
Crimineel gedrag wordt aangeleerd. Zoals we alles leren van onze omgeving, is dat bij crimineel gedrag ook zo. We zien anderen die crimineel gedrag vertonen, en nemen dat over.
Gelegenheidstheorie
Ieder individu kiest voor zichzelf de meest gunstige optie. De mens is rationeel denken. Hierdoor zullen wij in een winkel een afweging maken tussen kosten en baten, en in onze ogen de juiste beslissing maken. In sommige situaties is dat dus diefstal.
Anomietheorie
Dit heeft te maken met de positie op de maatschappelijke ladder. Mensen met een lage positie accepteren dat ze niet hoger komen, waardoor ze delicten plegen.
Etiketteringstheorie
Bepaalde groepen worden standaard als crimineel aangewezen, en die groepen accepteren dat, waardoor ze ook inderdaad aan criminaliteit doen.
Bindings- of integratietheorie
Mensen gedragen zich goed omdat ze niemand om hun heen kwijt willen raken. Op het moment dat die mensen om hun heen er niet meer zijn, is diegene eerder geneigd tot criminaliteit.
Socialecontroletheorie
Des te minder contact en invloed er is met ouders en overheid, des te meer kans op criminaliteit.
Wat zijn de doelen en de betekenissen van rechtsregels?
- Rechtszekerheid
- Orde aanbrengen
- Onafhankelijke rechtspraak
- Conflicten vreedzaam kunnen oplossen
Wat zijn de grondbeginselen van de rechtstaat
- Er is sprake van scheiding van de machten
- De grond- of vrijheidsrechten worden gewaarborgd
- De overheid is vanwege het legaliteitsbeginsel zelf ook gebonden aan regels en wetten.
Waaraan moet een rechtsgang voldoen
- Eerlijk proces
- Onschuldspresumptie
- Dwangmaatregelen zijn gebonden aan wettelijke grenzen
- Iedereen heeft recht op adequate verdediging
Waardoor kan klassenjustitie ontstaan
- Verdachten met een betere maatschappelijke positie zijn zich beter in staat te verdedigen
- Door vooroordelen een stereotyperingen
Wat zijn dé drie onderdelen van het integrale veiligheidsbeleid
- De nadruk ligt op het voorkomen van onveiligheid
- Bij zware criminaliteit en georganiseerde misdaad speelt het strafrecht een primaire rol. Bij veelvoorkomende criminaliteit is het strafrecht ondergeschikt, dat wil zeggen dat strafmaatregelen pas worden toegepast als preventie niet of onvoldoende blijkt te werken.
- Er is een belangrijke rol weggelegd voor samenwerking tussen verschilde maatschappelijke instanties. Maar ook roept de overheid burgers nadrukkelijk op om te helpen bij opsporing.
Wat voor preventieve maatregelen kunnen helpen bij veelvoorkomende criminaliteit?
-Meet (sociale) controle
-voorlichting
-Zorgen voor een veilige omgeving
Structurele maatregelen zoals: investeren in scholing en werkgelegenheid
Wat voor repressieve maatregelen kunnen helpen bij veelvoorkomende criminaliteit?
- Opsporing
- Vervolging
- Gevangenisbeleid
- Nieuwe wetgeving
Wat zijn de taken van de politie?
- Handhaving van de openbare orde
- Hulpverlening
- Opsporing
Wat mag de politie zonder toestemming?
- Een verdachte staande houden
- Een verdachte arrestteren
- Fouilleren
- In beslag nemen
- Iemand voor maximaal zes uur vasthouden
Waar heeft de politie toestemming voor nodig?
- Huiszoeking
- Inzetten van infiltranten
- Inkijkoperaties
- Gecontroleerde doorvoer
- Informaten geld betalen
- Preventief fouilleren
Welke drie keuzes heeft het OM in een zaak?
- Seponeren
- Schikken
- Vervolgen
Wanneer seponeert het OM een zaak?
- Als veroordeling niet haalbaar lijkt
- Als de verdachte al op een andere manier gestraft is
- Als veroordeling niet in het algemeen belang is
Wat doet een kantonrechter?
Een kantonrechter behandelt voor zaken binnen het burgerlijkrecht vooral huur- en arbeidsgeschillen
Wat doet een politierechter?
Een politierechter houd zich bezig met lichte misdrijven en mag maximaal een jaar gevangenisstraf opleggen.
Hoe verloopt een rechtszaak
- Opening
- Aanklacht
- Onderzoek
- Verhoor van de verdachte
- Requisitoir
- Pleidooi
- Laatste woord
- Vonnis
Welke vier inhoudelijke vragen moeten worden gesteld om te zeggen of iemand wel of niet schuldig is .
- Is het feit geheel bewezen
- Levert het bewezen feit een strafbaar feit op
- Is de dader strafbaar (ontoerekeningsvatbaar?)
- Welke straf moet worden opgelegd
Wat zijn de reden om iemand te straffen?
- Vergelding
- Generale preventie (Afschrikkend effect)
- Speciale preventie (Dat een specifieke dader in de toekomst in herhaling valt)
- Beveiliging van de samenleving
- Handhaving van de rechtsorde
- Genoegdoening aan het slachtoffer