Begrippen die ik vergeet

Question 1

Dissociatieve fugue

Answer 1

Betrokkenen gaat plots op reis en kan zich eigen verleden niet herinneren. Persoon is dan verward over eigen identiteit en neemt soms een nieuwe identiteit aan

Question 2

Cachexie

Answer 2

Extreme vermagering door ernstige lichamelijke ziekte of ouderdom
- Vaak afkeer van voedsel en bv. horror carnis (=afkeer van vlees bij maagkanker)
- AN patiënte is ‘bezeten’ door voeding, calorieën, …

Question 3

Gedeelde smart

Answer 3

Steun: als grote groep trauma meemaakt (bv. 9/11) is er een ‘gedeelde smart’ waardoor minder PTSS wordt ervaren, die steun bestaat niet bij bv. verkrachtingen

Question 4

courtship disorders

Answer 4

Afwijkingen van het normale proces van contact leggen en verleiden
= Verleidingsstoornissen

Question 5

Efebofilie

Answer 5

seksueel voorkeur naar post-pubertaire kinderen met secundaire geslachtskenmerken

Question 6

Algolagnische stoornissen

Answer 6

waar seksuele focus op pijn en lijden ligt zoals Sadismestoornis en masochismestoornis

Question 7

Introreceptieve stoornis

Answer 7

Inwendige sensaties zoals honger, verzadiging en seksuele gevoelens niet goed herkennen

Question 8

Analgesie

Answer 8

Niets meer voelen, ook geen fysieke pijn
- bij freeze reactie

Question 9

Avolitie

Answer 9

geen initiatief om aan iets te beginnen, begonnen activiteit niet volhouden

Question 10

Dystonie

Answer 10

bewegingsstoornis die onwillekeurige, langdurige samentrekkingen van spieren veroorzaak
~bij conversiestoornis met abnormale bewegingen

Question 11

Myoclonus

Answer 11

onwillekeurige spiercontracties of schokken, vaak van korte duur
~bij conversiestoornis met abnormale bewegingen

Question 12

Cyclothymie

Answer 12

langdurig patroon van talrijke hypomanische of depressieve episoden die niet aan volledige criteria van hypomanie of depressie voldoen

Question 13

typus melancholicus

Answer 13

premorbide PH die kans op melancholie verhoogt

Question 14

Dysthymie

Answer 14

Persisterende depressieve stoornis= langdurige klachten die minder erg zijn en zonder episodisch karakter

Question 15

Betrokken fysiologische structuur bij PTSS

Answer 15

• Reactie van Amygdala ook als er geen concreet gevaar is (bv. bij beelden, geuren i.v.m. trauma)
  -> Stresshormonen komen vrij
  -> Afstand dat MPFC gebruikt om omstandigheden te beoordelen verdwijnt
• Flashbacks waar gevoelens en gedachten niet onder woorden kunnen gebracht worden
  -> Deactivatie van spraakcentrum (zone van Broca), gaan samen met beelden waardoor visuele hersenschors actief wordt alsof trauma nog plaatsvindt
• Thalamus: sensoriële info tot één samenhangend verhaal -> deactivatie
• DLPFC: tijdwaarnemer gedesactiveert dus “vast in tijd”

Question 16

Betrokken fysiologische structuur bij pedofilie

Answer 16

Ontregeling in temporele kwab zou leiden tot pedofiele verlangens
Ontregeling van frontale kwab (executieve functies) ervoor zorgt dat die verlangens niet geïnhibeerd worden

Question 17

Posttraumatisch model van Pierre Janet

Answer 17

Dissociatie als verdedigingsmechanisme dat helpt om impact van traumatische herinneringen te beperken
- Reactie op ‘inescapable trauma’

Question 18

Iatrogeneciteit

Answer 18

Hoge prevalentie heeft tot scepsis van stoornis geleid, non-believers beweren dat DIS niet bestaan en een artefact is van psychotherapie waarbij valse herinneringen en alters werden gesuggereerd

Question 19

Post-exertionele malaise (PEM)

Answer 19

• mogelijk symptoom bij cvs
  =malaise na inspanning (>24u)

Question 20

Onderscheiding: hypochondrie, ziekteangststoornis en somatisch-symptoomstoornis

Answer 20

• Hypochondrie: vrees van ernstige ziekte te hebben obv verkeerde interpretatie van lichamelijke verschijnselen
• Ziekteangststoornis: preoccupatie met het hebben/krijgen van ziekte zonder aanwezigheid van klachten
• Somatisch-symptoomstoornis: excessieve gedachten bij lichamelijke klachten (onverklaarde klacht of concrete klacht/ziekte)

Question 21

Afonie

Answer 21

verlies stemgeluid
- bij Conversiestoornis met spraakproblemen

Question 22

Conversiehysterie

Answer 22

= vroeger veronderstelling dat wisselende lichamelijke klachten bij vrouwen werden veroorzaakt door baarmoeder/hystera die door lichaam zwierf

Question 23

Hoover’s sign

Answer 23

=klinische test dat licht schijnt op functionele stoornis
- Bv. rechterbeen optillen lukt niet maar bij linkerbeen tegen grond duwen dat gaat rechterbeen omhoog
- Andere spier gebruiken en afleiden -> spierkracht komt (deels) terug
- Uitleggen, dan vaak brug maken naar behandeling (fysiotherapie en psychotherapie)

Question 24

Pseudologia fantastica

Answer 24

= grote verhalen over zichzelf, ongewone gebeurtenissen
- Syndroom van Mûnchhausen
- Ook een afzonderlijk syndroom

Question 25

Preparation hypothesis

Answer 25

vochtig worden van vagina, gebeurt grotendeels onbewust of reflexmatig binnen paar seconden tijdens seksuele stimulatie - in dit geval bij aanranding om het risico op beschadiging verkleinen

Question 26

Anorgasme

Answer 26

vertraagde ejaculatie of niet tot ejaculatie komen, vaak als bijwerking van medicatie - SSRI (antidepressiva) dan gebruikt als behandeling voor premature ejaculatie

Question 27

Stepping-stone-theorie

Answer 27

cannabisgebruikers hoger risico om stap te zetten naar cocaïne of heroïne MAAR 40% regelmatige cannabisgebruikers maken nooit stap naar cocaïne of heroïne, overstap naar harddrugs hangt vooral samen met (psychologische) problemen die aanwezig zijn wanneer mensen drugs beginnen te gebruiken

Question 28

Gate-way-theorie

Answer 28

samenhang tussen ooit-gebruik van één middel en gebruik van een ander middel

Question 29

Herval keten

Answer 29

Lifestyle inbalans Gebeurtenis dat inbalans accentueert PIG SOB RISK Overschatten positieve gevolgen en onderschatten negatieve gevolgen Herval

Question 30

PIG

Answer 30

Problem of immediate gratification, probleem snel willen kwijtraken

Question 31

PCP of Phencyclidines

Answer 31

Hallucinogeen en dissociatief bv. ketamine

Question 32

Hallucinogenen

Answer 32

LSD, MDMA Energie, euforie maar ook psychotische symptomen

Question 33

Opiaten

Answer 33

Morfine, Codeïne, Heroïne, methadon Pijnstillend, angst verminderend, depressieve symptomen en achterdocht verminderen Tegen hoestreflex - misselijkheid, constipatie, ...

Question 34

Stimulantie

Answer 34

Cocoaïne, amfetamine, MDMA Prestatie verbeteren, eetlustremmend Snelle tolerantie en snelle afhankelijkheid Hogere doses leiden tot psychotische symptomen, paranoia en angst

Question 35

Benzodiazepinen

Answer 35

Angstwerend, slaapmiddel, anti-epileptisch en spierrelaxerend - Kalmerend, dronken, onzekere gang, nystagmus, ongepast gedrag - snelle werking, gewenning en tolerantie - in geneesmiddelen

Question 36

Inalentie

Answer 36

- Vluchtige middelen die ingeademd worden zoals bv. lijmen, aerosols, solventen en gassen

Question 37

Dervingsinsult

Answer 37

Ontwenning bij alcohol waar er in ernstigere gevallen epileptische aanvallen voorkomen

Question 38

Ataxie

Answer 38

verlies van vaardigheid om motorische bewegingen te coördineren - bij Syndroom van Wernicke

Question 39

Definitie van Roth

Answer 39

globale deterioratie van het intellectueel, emotioneel en gedragsmatig functioneren van een persoon, in een toestand van onaangetast bewustzijn

Question 40

Agnosie

Answer 40

Objecten niet kunnen herkennen

Question 41

Anteretrograde amnesie

Answer 41

NA bepaald punt moeilijk herinneren

Question 42

Retrograde amnesie

Answer 42

VOOR bepaald punten moeilijk herinneren

Question 43

Structurele beeldvorming

Answer 43

MRI, KST Structuren, atrofie zien

Question 44

Functionele beeldvorming

Answer 44

fMRI, PET, SPECT Actieve delen in hersenen geven meer signalen, te zien op beeld

Question 45

Witzelsucht

Answer 45

ongepaste grappen - gedragsvariant van ziekte van pick

Question 46

Ischemic stroke

Answer 46

zuurstoftekort door bloedklonter (embool) in hersenbloedvat, waardoor bloedstroom naar een hersengebied is bellemerd

Question 47

hemorrhagic stroke

Answer 47

Beschadiging van hersengebied door bloeduitstorting (hemorragie) door een scheur in bloedvat

Question 48

Threat to self

Answer 48

coping, geheugenbias, probleemoplossend vermogen, rumineren

Question 49

Thwarted belongingness

Answer 49

niet meer verbonden voelen met anderen

Question 50

Perceived burdensomeness

Answer 50

gevoel anderen tot last te zijn

Question 51

Volitional moderators

Answer 51

Om tot suïcide over te gaan moet men angst en pijn overwinnen (zeer moeilijk, ook bij sterke suïcidegedachten)

Question 52

dodo verdict

Answer 52

Bij specifieke problemen zijn bepaalde specifieke therapietechnieken wel degelijk beter dan andere Maar: neemt niet weg dat gemeenschappelijke factoren nog steeds belangrijker kunnen zijn → Kwaliteit van werkrelatie (beoordeeld door patiënt) consistente correlatie met behandelresultaat → Goede therapeut minstens zo belangrijk als juiste therapiemodel, en nog belangrijker is goede therapeutische relatie

Question 53

Lambert taart

Answer 53

= gemeenschappelijke factoren die van invloed zijn op slagen van therapie __ Werkrelatie cliënt-therapeut: 30% Therapeutische techniek (model): slechts 15% Patiëntfactoren: 40% (motivatie, intelligentie, steun, houding partner, levensgebeurtenissen, …) = wat buiten therapie om gebeurt Hoop en verwachting (placebo): 15%

Question 54

Tricyclische AD

Answer 54

- oudste antidepressiva Inwerking op verschillende NT ➔ veel bijwerkingen Overdosis gevaarlijk Behoren toch nog steeds tot beste en sterkste AD Gebruik: Ernstige depressies bij mensen die zijn opgenomen

Question 55

SSRI en SNRI

Answer 55

- Nieuwe generatie, [selectieve serotonine]/[serotonine- en noradrenaline] re-uptake inhibitoren Overdosis minder gevaarlijk Gebruik? Depressie, angststoornissen, dwangstoornissen, boulimia

Question 56

2de generatie antipsychotica

Answer 56

Psychose, Manie en bipolaire depressie - Gewichtstoename - Suiker- en vetmetabolisme

Question 57

1ste generatie antipsychotica

Answer 57

Psychose (acuut en profylactisch) en Antimanisch - Extra-piramidale bijwerkingen (bv. tijve nek, tremor, akathisie) - Verergering depressie

Question 58

FINISH

Answer 58

Flu-like symptoms (onder meer vermoeidheid) → Insomnia → Nausea → Imbalance (duizeligheid) → Sensory disturbances (tintelingen, ‘schokjes in het hoofd’ zeer typisch) → Hyperarousal (angst, prikkelbaarheid, agitatie) => Symptoomverloop: start enkele dagen na stopzetten (1-4), houdt enkele dagen max weken aan - lijken op oorspronkelijke symptomen dus vaak behandeling hervat

Question 59

Reboundsymptomen

Answer 59

!!!Onmiddellijk!!! na stopzetten behandeling steken ziektesymptomen weer de kop op

Question 60

Lithium

Answer 60

Stemmingstabilator Vooral BIP-1 maar ook - Acute manie, Acute depressie (unipolair en bipolair) - Profylactisch tegen nieuwe episodes - Antisuïcidaal: leidt tot minder # suïcides Bijwerkingen: tremor, dorst, hypothyreoïdie, nierproblemen

Question 61

Valproaat (anticonvulsie)

Answer 61

Antimanisch, antidepressief Profylactisch tegen nieuwe episodes bipolaire stoornis MAAR haaruitval en gewichttoename

Question 62

Lamotrigine (anticonvulsia)

Answer 62

Antidepressief Profylactisch tegen nieuwe episodes bipolaire stoornis MAAR huiduitslag

Question 63

Behandeling met benzodiazepinen

Answer 63

Catatonie, inslapen, angstremmer, tranquillizers

Question 64

ECT of electroconvulsietherapie

Answer 64

Depressie, manie, psychose, katatonie, delier, Parkinson, epilepsie =>ECT leidt tot neurogenese Bijwerkingen: hoofdpijn, geheugenproblemen , spierpijn en misselijkheid

Question 65

TMS of transcraniële magnetische stimulatie

Answer 65

OCS, pijn, medicatieresistente auditieve hallucinaties, depressie, ... Geen bijwerkingen

Question 66

DHS of diepe hersenstimulatie

Answer 66

PARKINSON! ~als afstandbediening soms OCD Bijwerking: bloeding, apathie, hallucinaties en hyperseksualiteit

Question 67

NVS of nervusvagusstimulatie

Answer 67

Beperkt acuut antidepressief effect Binnekort als profylactische behandeling voor terugkerende depressies

Question 68

Chronotherapie

Answer 68

Ingrijp op biologische klok -lichttherapie: winterdepressies, PMS, jetlag, bipolaire en unipolaire depressie Bijwerking: hoofdpijn, misselijk, vermoeide ogen Slaapdeprivatie: antidepressiva effect Maar verdwijnt na volgende dag

Question 69

Bewegen tegen

Answer 69

Depressie profylactisch tegen depressie

Question 70

Virtual reality

Answer 70

Voor angststoornissen en psychotische stoornissen