Begrippen Hindoeïsme Flashcards

(25 cards)

1
Q

Atman

A

diepste kern van de mens, onsterfelijk beginsel. ‘ziel’ die leven na leven doormaakt. atman zit in ieder levend wezen, mens, dier en plant. de atman wil herenigd worden in de Brahman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Avatara

A

neerdaling van de godheid op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bhakti

A

Liefdevolle overgaven aan de godheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Brahma

A

Scheppergod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Brahman

A

God als onpersoonlijke kracht/de ‘al’ziel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dalit

A

Persoon buiten kastensysteem, onaanraakbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dharma

A

Plicht horende bij de kaste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Divali

A

Lichtfeest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ganesha

A

God van de wijsheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Goeroe

A

Wijsheidsleraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hindoe

A

Perzische woord voor hindoe, afgeleid van de rivier de Indus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Holi

A

Nieuwjaarsfeest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Karma

A

Effect van iemands handelen in dit en in een vorig bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kaste

A

Sociaal-religieuze groep met eigen rituelen, waar je door geboorte bij hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Krisjna

A

Incarnatie van de god Visjnoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mahabhararta

A

Epos in dichtvorm

17
Q

Mantra

A

Spreuk die herhaald wordt en geestelijke kracht geeft

18
Q

Oepanisjade

A

Religieuze geschriften uit de tijd na de veda’s

19
Q

Pandit

20
Q

Reïncarnatie

A

Terugkeer van de ziel na de dood in een ander lichaam

21
Q

Sanskriet

A

Deze Indo-Europese taal is de heiligste taal van India, ‘de taal der goden.’ Sanskriet betekent letterlijk: beschaafd

22
Q

Sjiva

A

God als verwoester en herschepper van het leven, bron van goed en kwaad

23
Q

Veda

A

Oudste heilige geschriften

24
Q

Visjnoe

A

God als onderhouder

25
Yoga
Concentratie op geestelijke ervaring