begrippen Hoofdstuk 1 Flashcards

(48 cards)

1
Q

Archeologie

A

wetenschap die het verleden bestudeert aan de hand van ongeschreven bronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cultuur

A

denken en doen van een groep mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kunst

A

creatieve uiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Moderne mens

A

(homo sapiens, de denkende mens) de mensensoort waartoe alle tegenwoordige mensen behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nomade

A

iemand die rondtrekt zonder vaste woonplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Prehistorie

A

(voorgeschiedenis, tijd van jagers en boeren) eerste periode (tot 3000 v.C.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Samenleving van jagers-verzamelaars

A

maatschappij van nomaden die leven van wat ze vinden en vangen in de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Symbool

A

iets met een bepaalde betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tijd van jagers en boeren

A

(prehistorie) eerste tijdvak (tot 3000 v.C.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aanzien

A

waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Autarkisch (zelfvoorzienend)

A

wanneer een groep mensen voor zichzelf zorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Domesticeren

A

planten en dieren in dienst van mensen aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hiernamaals

A

leven na de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Landbouwrevolutie (agrarische revolutie)

A

ontstaan van de landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Landbouwsamenleving (agrarische samenleving)

A

maatschappij waarin mensen in dorpen leven van landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Macht

A

als je anderen kunt laten doen wat je wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Migrant

A

landverhuizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Milieu

A

leefomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Monument

A

gedenkteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Natuurgodsdienst

A

godsdienst waarbij krachten van de natuur vereerd worden

21
Q

Nijverheid

A

product maken

22
Q

Offeren

A

geschenken geven

23
Q

Revolutie

A

grote verandering

24
Q

Ritueel

A

plechtige handeling

25
Sedentaire leefwijze
leven op een vaste woonplaats
26
Slaaf
iemand die het bezit is van een ander
27
Sociaal
heeft te maken met mensen en groepen in een samenleving
28
Ambacht
beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap
29
Belasting
wat onderdanen aan hun regering moeten betalen
30
Beschaving
hoogontwikkelde cultuur
31
Elite
toplaag in de samenleving, de meeste machtige, rijke of geleerde mensen
32
Gezag
1 overwicht, 2 persoon of instelling met macht
33
Handel
kopen en verkopen van producten
34
Hiërarchie
rangorde
35
Landbouw stedelijke samenleving (agrarisch-stedelijke of agrarisch-urbane samenleving)
maatschappij met steden waarin een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw
36
Markt
plaats waar producten worden gekocht en verkocht
37
Mythe
godenverhaal
38
Onderdaan
persoon die moet gehoorzamen aan een regering
39
Overheid
regering
40
Polytheïstisch
met veel goden
41
Priester
godsdienstige leider
42
Specialisatie
als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid
43
Staat
1 regering, 2 gebied met een regering
44
Stad
van het platteland afgescheiden plaats met veel bewoners, waarvan de meeste niet leven van landbouw
45
Stadstaat
staat die bestaat uit een stad met het omliggende gebied
46
Tempel
gebouw waar een god wordt vereerd
47
Volk
grote groep mensen
48
Vorst
hoofd van een staat