Begrippen-Landschappen 1.1-1.4 Flashcards
(27 cards)
Graniet
Stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes
Heuvelland
gebied met hoogte tussen 200 en 500 meter boven zeeniveau
hooggebergte
gebied met hoogte van 1500 meter of hoger boven zeeniveau
laagland
vlak gebied met hoogte van onder de 200 meter
middelgebergte
gebied tussen 500 en 1500 meter boven zeeniveau
sediment gesteente
gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment samen worden geperst
stollingsgesteente
gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt
zandsteen
sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand
chemische verwering
verwering waarbij de samentelling verandert / gevolg van de werking van zuurstof en vocht
mechanische verwering
verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling veranderd
reliëf
hoogteverschil in het landschap
verwering
het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten
bovenloop
het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt
erosie
de uitschurende werking van stomend water, wind of ijs
grind
door rivierwater afgeronde stenen
klei
microscopisch kleine korreltjes die ontstaan als gevolg van verwering
massabeweging
het langs een heling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht
zand
de kleine korreltjes gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en ontstaan door verwering
benedenloop
het laagste deel van de rivier net voordat het water de zee instroomt
delta
nieuw land in de zee dat ontstaat door sedimentatie op de plek waar een rivier in zee uitmondt
duin
door wind opgewaaide zandheuvel
laagvlakte
vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter
middenloop
het middelste deel van de rivier
schalie
sediment gesteente dat ontstaat uit samengeperst klei