begrippen so H1 Flashcards

(64 cards)

1
Q

Aantrekkingsfactor

A

Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afstotingsfactor

A

Reden om te verhuizen uit een gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afzetmarkt

A

Het aantal klanten dat een product wil kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Agglomeratie

A

Een stad met daaraan vastgegroeide (voor) steden en dorpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Arbeidsintensief

A

Bedrijf dat veel arbeid nodig heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Arbeidsmigrant

A

Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Assemblage

A

Het in elkaar zetten van een product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bevolkingsconcentratie

A

Opeenhoping van mensen in een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bevolkingsdiagram

A

Staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bevolkingsdichtheid

A

het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bevolkingspolitiek

A

maatregelen van de overheid om het aantal en de spreiding van de bevolking te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bevolkingsspreiding

A

de verdeling van mensen over een land of gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

communisme

A

politieke vorm waarbij de staat alle bedrijven bezit en bepaalt welke producten worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cultuur

A

alles wat je hebt aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dimensie

A

de invalshoek van waaruit je naar een gebied of een onderwerp kijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

drijvende bevolking

A

migranten in China die ergens anders wonen dan waar ze zijn ingeschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

eenkindpolitiek

A

politiek waarbij gezinnen niet meer dan een kind mogen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

etnische groep

A

een groep mensen met een andere cultuur en andere bevolkingsgroepen in een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

etnische minderheid

A

etnische groep die in een land in de minderheid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

export

A

uitvoer van goederen en diensten naar een ander land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

global city

A

heel grote stad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van economie, cultuur en politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

globalisering

A

het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, kultuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

groeiland

A

land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle economische groei doormaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hightechindustrie

A

industrie die gebaseerd is op hoogstaande technische kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
hoogvlakte
vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt
25
infrastructuur
alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen en informatie te vervoeren
26
internationale arbeidsverdeling
de verdeling van het werk over verschillende landen
27
isotherm
lijn die plaatsen met een gelijke tempratuur met elkaar verbindt
28
kennisintensief
er is veel vakkennis nodig om producten te maken
29
kolonie
gebied in een ander wereld deel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.
30
laagvlakte
gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500m
31
lagelonenland
land met lage arbeidskosten
32
leeftijdsopbouw
de samenstelling van de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen
33
levensverwachting
het gemiddelde aantal verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd
34
lucht streek
tempratuurzone op aarde: tropen, gematigde zone en poolstreken
35
mechanisatie
vervanging van menselijke arbeid door machines
36
megalopolis/megaregio
een aantal aaneengesloten stedelijke gebieden met meerdere miljoenensteden
37
megastad
stad met meer dan 10 miljoen inwoners
37
megastad
stad met meer dan 10 miljoen inwoners
38
metropool
heel grote stad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van economie cultuur en politiek
39
migratie/migrant
verhuizen van de ene woonplaats naar een andere iemand die verhuist, is een migrant
39
multinationale onderneming
bedrijf met vestigingen in verschillende landen
40
natuurramp
ramp veroorzaakt door de natuur met veel slachtoffers en grote schade
41
newly industrializing countries (NIC's)
verzamelnaam voor landen waar de industrie snel is opgekomen heten ook opkomende landen of groeilanden
42
opkomend land
land dat nog niet echt ontwikkeld is maar dat wel een snelle economische groei doormaakt heet ook groeiland of NIC
43
pullfactor
reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten heet ook aantrekkingsfactor
44
pushfactor
reden om te verhuizen uit een gebied heet ook wel afstotings factor
45
regionale ongelijkheid
verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
46
reliëf
hoogteverschillen in het landschap
47
ruraal-urbane migratie
migratie van het platteland naar de stad
48
sociale ongelijkheid
verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen in een gebied
49
speciale economische zone (sez)
gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en weinig belasting betalen
50
stadsdorp
verstedelijkt dorp in China dat helemaal is ingesloten door stedelijke bebouwing
51
stadsgewest
alle dorpen en steden die voor hun werk en voorzieningen op een centrale stad zijn gericht
52
stedelijk gebied
stadsgewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastgegroeid
53
toendra
boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen mossen en lage struikjes
54
uitschuiven
het verplaatsen van onderdelen van de productie naar een goedkoper land
55
urbanisatie
het proces waarbij steeds meer mensen in de stad gaan wonen heet ook wel verstedelijking
56
urbanisatiegraad
het percentage stedelingen in een land
57
urbanisatietempo
de snelheid waarmee de urbanisatie graad toeneemt
58
vergrijzing
toename van het aandeel ouderen (65+) in de totale bevolking
59
volk
een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft
60
wereldstad
heel grote stad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van economie cultuur en politiek heet ook wel global city of metropool
61
woningdichtheid
het aantal woningen per km²