begrippen T7 V2 Flashcards

(26 cards)

1
Q

familia

A

een Romeinse familie met aan het hoofd een pater familias.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pater familias

A

de oudste man of man van de hoogste stand in een familia. Latijn voor ‘vader van de familie’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

patriarchale samenleving

A

Een samenleving waar mannen dominant zijn en de regels stellen, oefenen meer macht uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

solidariteit

A

gevoel van verbondenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stand

A

rang of plaats in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechten

A

dingen die je mag doen/hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

plichten

A

wat je moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ongelijkheid

A

verschillen in een samenleving waarbij mensen uit een sociale groep een lagere rang hebben dan mensen uit een andere sociale groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

plebejer

A

gewone burgers, boeren en vaklieden in de Romeinse samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

patriciërs

A

de naam voor de leden van (hoogstaande) Romeinse geslachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

standenmaatschappij

A

maatschappij die ingedeeld is in standen op basis van verschillende rechten en plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vreemdeling

A

iemand die niet uit de stad, streek of het land komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

slaven

A

iemand die werkt voor andere en niet over zijn eigen leven mag beschikken, een onvrij persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stadstaat

A

een stad met omliggende omgeving en eigen bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

republiek

A

staatsvorm waarbij het staatshoofd wordt gekozen en een beperkte tijd aan de macht blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

koninkrijk

A

land waarover een koning(in) regeert

17
Q

volksvergadering

A

een vorm van democratie waarbij de burgers regelmatig samenkomen om over wetsvoorstellen te stemmen

18
Q

rechterlijke macht

A

het bestuursorgaan dat controleerd of de wetten gevolgd worden en eventueel straffen uitdeeld

19
Q

monopolie (van macht)

A

het recht om in je eentje iets te verhandelen of iets te doen

20
Q

consul

A

vertegenwoordiger van en land in het buitenland

21
Q

dictator

A

iemand die in z’n eentje en op een strenge manier regeert (alleenheerser)

22
Q

wetgevende macht

A

bestuursorgaan dat de volksvergadering voorbereid

23
Q

magistraat

A

een ambtenaar, iemand die werkt voor het bestuur/overheid

24
Q

uitvoerende macht

A

bestuursorgaan dat de wetten uit de volksvergadering stemt en uitvoert

25
vetorecht
het recht om een besluit krachtenloos te maken, om een beslissing tegen te houden
26
senaat
een overlegsorgaan, onderdeel van de regering