begrippentoets 13/05

Question 1

groep

Answer 1

personen die in interactie gaan en dezelfde waarden en normen delen

Question 2

positieset

Answer 2

alle sociale posities die iemand op een gegeven moment inneemt

Question 3

sociale positie

Answer 3

plaats binnen een groep of samenleving

Question 4

sociale structuur

Answer 4

vorm van georganiseerd samenleven, verzameling van geordende relaties met betrekking tot mensen, groepen en instituties.

Question 5

sociologie

Answer 5

studie van het sociaal handelen met de daaruit voorkomende patronen en structuren in hun ontstaan, veranderen en voortbestaan?

Question 6

social handelen

Answer 6

??

Question 7

midlife crisis

Answer 7

periode van twijfel over de manier waarop iemand zijn leven leidt

Question 8

postformeel denken

Answer 8

door ervaringen leren om met moeilijke situaties om te gaan, ze nuchterder te bekijken

Question 9

ageism

Answer 9

discriminatie op basis van leeftijd

Question 10

dementie

Answer 10

chronische, progressieve en onomkeerbare achteruitgang van de psychische vermogens

Question 11

frailty & mantelzorg??

Question 12

pre-wetenschappelijke kennis

Answer 12

of mensenkennis = kennis vanuit het gezond verstand die
iedereen heeft over mensen, verzameld door dagelijkse

Question 13

wetenschappelijke kennis

Answer 13

geheel van kennis gebaseerd op systematisch onderzoek (objectief, kritisch, empirisch en controleerbaar)

Question 14

kwalitatief onderzoek

Answer 14

onderzoek waarbij men niet-numerieke data (tekst, foto, audio,
video) verzamelt en analyseer

Question 15

kwantitatief onderzoek

Answer 15

onderzoek waarbij men numerieke data (getallen) verzamelt en analyseert

Question 16

interview

Answer 16

een min of meer gestructureerd vraaggesprek met één of meerdere mensen.

Question 17

actief luisteren

Answer 17

gestructureerde manier van luisteren en reageren waarbij de aandacht op de spreker word gelegd