begroeting Flashcards
(25 cards)
1
Q
hé
zeg
A
oye
2
Q
pardon
A
oyga
3
Q
beste
lieve
A
querido
estimado
distinguido
4
Q
mvg
A
atentamente
5
Q
de groeten
A
recuerdos
6
Q
wie kan ik zeggen dat het is
A
de parte de quien
7
Q
de engel
A
cielo
8
Q
aardig leuk
A
majo
9
Q
aardig leuk mooi
A
mono
10
Q
onzin
A
pijada
11
Q
verslaafd raken
A
engancharse
12
Q
vriendschap
A
amistad
13
Q
versierden
verleiden
A
ligar
14
Q
de kerel de vent
meid
A
tio tia
15
Q
afspreken
A
quedar
citarse
16
Q
gemeenschap
A
comunidad
17
Q
het lid
A
socio
18
Q
de gast
A
invitado
19
Q
de eer
A
honor
20
Q
bijeenkomen
A
reunirse
21
Q
buitenlands
A
extranjero
22
Q
vluchtelingenboot
A
patera
23
Q
kleine indiaanse boot
A
cayuco
24
Q
geïsoleerd
A
aislado
25
bedelaar
mendigo