Belangrijke begrippen Flashcards
(23 cards)
Affectieve voorspelling
Verwachte gevoelens over een toekomstige gebeurtenis
Alledaags realisme
De mate waarin een experiment lijkt op situaties in het dagelijks leven
Altruïsme
Het verrichten van een handeling ten gunste van een ander zonder daar zelf enig belang of voordeel bij te hebben
Analytische denkstijl
Manier van denken waarbij mensen zich richten op kenmerken van objecten zonder aandacht te schenken aan de context; deze manier van denken is gebruikelijk in de westerse wereld
Angstig-ambivalente hechtingsstijl
Een hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door de angst dat anderen het verlangen naar intimiteit niet zullen beantwoorden, wat leidt tot een hogere dan gemiddelde mate van angst.
Angstmanagementtheorie
De theorie die inhoudt dat zelfvertrouwen een buffer is die mensen beschermt tegen angstwekkende gedachten over hun eigen sterfelijkheid
Angstopwekkende communicatie
Persuasieve boodschap die de attitudes van mensen d.m.v. angst probeert te veranderen
Anker- en correctieheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde als beginpunt gebruiken en vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren
Attitude-inentingstechniek
Mensen wapenen tegen pogingen om hun attitudes te veranderen door ze van tevoren bloot te stellen aan kleine doses argumenten tegen die attitudes
Attitudetoegankelijkheid
De sterkte van de associatie tussen een attitudeobject en iemands evaluatie van dat object, uitgedrukt in de snelheid waarmee de betrokkene kan zeggen wat hij van het object vindt
Attributie
Het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan andermans gedrag en het daarmee voorzien van verklaringen
Attributietheorie
Beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en andermans gedrag verklaren
Barrière van overdreven zelfvertrouwen
Gegeven dat mensen gewoonlijk te veel vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen
Basisdilemma van de sociaal psycholoog
Het compromis tussen interne en externe validiteit bij het doen van onderzoek
Belief perseverance
De neiging vast te houden aan een oorspronkelijk oordeel, zelf wanneer we geconfronteerd worden met informatie die ons tot heroverweging zou moeten aanzetten
Beoordelingsheuristiek
Mentale aanname die mensen gebruiken om snel en efficiënt te kunnen oordelen
Beschikbaarheidsheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren op het gemak waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen
Bestraffingseffect
Bevinding dat positieve opvattingen over de sociale wereld waarvan bewezen zijn dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen
Blaming the victim
Neiging om individuen de schuld te geven van hun slachtofferrol, meestal ingegeven door verlangen om wereld als rechtvaardige plek te beschouwen
‘Blinde vlek’- bias
De neiging om te denken dat andere mensen ontvankelijker zijn voor attributionele fouten dan wijzelf
Blootstellingseffect (mere exposure effect)
Hoe meer we worden blootgesteld aan stimulus, hoe groter de kans dat we er sympathie voor gaan opbrengen
Catharsis
Het idee dat stoom afblazen (door een agressieve daad te verrichten, anderen agressie te zien uiten of te fantaseren over agressie) opgebouwde agressieve energie ontlaadt en daardoor de kans op meer agressief gedrag verkleint
Centrale route naar overtuiging
De informatieverwerkingsroute die gevolgd kan worden als mensen gemotiveerd zijn en de mogelijkheid hebben om grondig aandacht te besteden aan de argumenten in de boodschap