Belangrijke termen Flashcards
(35 cards)
stamcellen
stamcellen zijn voorlopercellen die nog niet gedifferentieerd zijn, gebruik bij het vervangen van cellen, krijgen later nog een functie
oligodendrocyten
maken myeline aan
astrocyten
stervormige cellen + vormen bloed-hersen-barrière
microglia
fagocytose, ruimen op
ganglia
verzameling van cellichamen in de neuronen, cellichamen van neuronen in het pzs
zenuw
bundels van axonen in het pzs
tracts
bundels van axonen die dezelfde functies hebben
functie neuronen
om prikkel te vormen en voortgeleiden
ion
elektrisch geladen deeltje met meer elektronen dan protonen
concentratiegradiënten (Na+)
veel meer BUITEN de cel , 10x meer geconcentreerd
12 mM vs 145 mM
kalium K+
veel meer BINNEN de cel, 30x meer geconcentreerd
150 mM vs 5 mM
chloor cl-
veel meer BUITEN de cel
9mM vs 125 mM
calcium ca2-
veel meer BUITEN de cel
0,00001 vs 2,5
poortopenmaking door een molecule te binden, er is maar één sleutel of molecule die de poort kan open doen
ligandgemedieerd
door een fosfaatgroep op poortkanaal zetten, sluiten door een fosfaatgroep eruit te trekken
fosforylatiegemedieerd, defosforylatie
poortkanaal open door spanning erop te laten, er is daarvoor stimulus voor nodig = spanning omdraaien
spanningsgevoel, depolarisatie
poortkanaal open beuken, trekken aan de membraan zodat poort open gaat, stretchen
mechanisch
fixed anions
negatief geladen deeltjes die vast zitten in je cel
exciteerbare cellen
cellen die elektrisch prikkelbaar zijn
hyperpolarisatie
inhiberont, meer negatief worden, twee polen die sterker van elkaar verschillen
depolarisatie
exciterend, minder negatief worden, polariteit valt tot nul (batterij is plat)
actiepotentiaal
tijdelijk omkeren van het membraanpotentiaal
repolarisatie
polariteit van de cel wordt hersteld, kalium gaat naar buiten, cel wordt weer negatiever
refractaire periodes
als actiepotentiaal hebt gehad, moet je even herstellen dus actiepotentiaal verhinderen