beschrijvende statistiek Flashcards

(38 cards)

1
Q

numerieke data

A

metingen of tellingen waarmee je zinvol kunt rekenen. (kwantitatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

categorische data

A

onderverdelen in groepen van categorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

twee soorten categorische data

A

categorisch niet-geordend en categorisch geordend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

frequentietabel inhoud

A

absolute frequentie (AF) en relatieve frequentie (RF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

som van alle absolute frequentie

A

is gelijk aan het totale aantal onderzochte elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

som van de relatieve frequentie

A

is gelijk aan 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dataset

A

verzameling van alle gegevens uit een statistisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de verschillende soorten grafische voorstellingen

A

lijndiagram, cirkeldiagram, staafdiagram / dotplot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gegroepeerde frequentietabel of klassentabel

A

een tabel waarbij de gegevens gegroepeerd worden in klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

klasse

A

een halfopen interval [a, b[

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klassenmidden

A

midden van een klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

klassenbreedte

A

breedte van een klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bij groeperen gaat er

A

onvermijdelijk informatie verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 centrummaten

A

gemiddelde, mediaan en modus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voor gegroepeerde gegevens (mediaan)

A

mediaanklasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voor gegroepeerde gegevens (modus)

A

modale klasse

17
Q

uitschieters

A

gegevens die veel kleiner of veel groter zijn dan de rest

18
Q

voor categorische geordende data

A

kan je de mediaan en de modus bepalen

19
Q

voor categorische niet-geordende data

A

kun je enkel de modus bepalen

20
Q

soorten spreidingsmaten (niet-gegroepeerde gegevens)

A

varatiebreedte, interkwartielafstand, varantie,

21
Q

soorten spreidingsmaten (niet-gegroepeerde gegevens)

A

varatiebreedte, interkwartielafstand, varantie

22
Q

kwartielen

A

eerste kwartiel (Q1), tweede kwartiel (Q2) = mediaan, derde kwartiel (Q3)

23
Q

eerste kwartiel (Q1)

A

mediaan van de eerste helft van de geordende gegevensreeks

24
Q

tweede kwartiel (Q2)

A

synoniem van mediaan van de gegevensreeks

25
derde kwartiel (Q3)
mediaan van de tweede helft van de geordende gegevensreeks
26
variatiebreedte
afstand tussen het kleinste en het grootste gegeven
27
variantie
spreiding van een gegevensreeks rond het gemiddelde weergeeft
28
voor gegroepeerde gegevens
gebruik je het klassenmidden om de interkwartielafstand, de varantie en de standaardafwijking te berekenen
29
voor de variatiebreedte (gegroepeerde gegevens)
gebruik je de ondergrens van de eerste klasse en de bovengrens van de laatste klasse
30
histogram
een grafische voorstelling die de gegevens uit een gegroepeerde frequentietabel voorstelt
31
histogram (assen)
verticale as = klassen horizontale as = frequentie van de klassen
32
staafdiagram (welk soort data geschikt)
-categorische niet-geordende data -categorische geordende data -numerieke data met beperkt aantal niet gegroepeerde waarden
33
histogram (welk soort data geschikt)
numerieke data met groot aantal mogelijke waarden gegroepeerde in klassen
34
staafdiagram (ruimte tussen staven aanwezig)
ja, want de verschillende categorieën sluiten niet direct op elkaar aan
35
histogram (ruimte tussen staven aanwezig)
nee, want de klassen zijn aaneensluitend
36
boxplot
een grafische voorstelling die de mediaan, de kwartielen, de interkwartielafstand en de variatiebreedte weergeeft
37
boxplot gegevens verdeeld in
4 delen
38
elk deel van een boxplot bevat
25% van de gegevens