Beschrijvende statistiek - Studietaak 1 Flashcards
(20 cards)
Beschrijvende statistiek
Samenvattend beschrijven van den kenmerken van een groep onderzoekseenheden.
Toetsende statistiek
Schatting doen over de populatiekenmerken op basis van de steekproefgegevens.
Statistieken beschrijven de steekproef of de populatie?
Beschrijvende statistieken zeggen iets over de samenstelling van de steekproef. Ze zeggen niet direct iets over de samenstelling van de populatie.
Onderzoekseenheden
De personen / zaken waar je iets over zegt
Datamatrix
Tabel waarin per onderzoekseenheid alle kenmerken als variabelen beschreven worden.
Missing Values
Als er voor een bepaalde onderzoekseenheid geen waarde voor een bepaald kenmerk is.
Wat is het verschil tussen percent en valid percent?
Bij percent worden de missing values wel meegerekend, bij valid percent worden de missing values eerst uitgesloten, en worden daarna percentages berekend. (bv. groep van 20 met 1 missing value: percent berekent : 20, valid percent : 19)
Operationalisatie
Het meetbaar maken van je variabelen in één of meerdere vragen.
Latente variabele
Een variabele die je niet direct met één variabele kunt meten, maar waarbij je meerdere variabelen nodig hebt om dit vast te stellen. Ze komen niet met één variabele tot hun recht.
Onafhankelijke variabele
Voert invloed uit op een afhankelijke variabele
Continue vs. discrete meetschaal
Alle mogelijke waarden kunnen uitkomst zijn vs. Enkel de telbare waarden kunnen en de tussenliggende hebben geen betekenis.
Hercoderen
Binnen een bestaande variabele de waarden herverdelen in klassen (categorieën). Hierbij kan het meetniveau wijzigen, bv van ratio- naar ordinaalniveau.
Frequentietabel
Ordening van gegevens per afzonderlijke nominale variabele
Kruistabel
Kijkt naar frequentieverdelingen van twee variabelen tegelijkertijd. (nog steeds nominale variabelen)
Meten
Het toekennen van waarden aan waarnemingen volgens een vaste toekenningsregel
Meetniveau
De typering van de manier waarop een variabele is gemeten.
Deze bepaalt mee welke statistische analyses mogelijk zijn voor die variabele.
Variabele
Een kenmerk dat tijdens een meting minstens 2 verschillende waarden kan aannemen.
Modelmeting / representatiemeting
Er is een één-op-één relatie tussen de empirische meting en het toegekende getal.
het system achter meters en grammen staat los van de voorwerpen die je meet. Binnen je meetsysteem kun je bewerkingen uitvoeren, bijvoorbeeld optellen van waarden, die algemeen geldig zijn.
Bv. Lengte is onafhankelijk van de gebruikte meetlat gedefinieerd.
- Hebben geen overlap
- Kunnen niet kwantitatief gerangschikt worden.
- Soms kunnen ze wel hiërarchisch (op kwaliteit) ingedeeld worden. (bovengeschikt/ondergeschikt)
- Meer dan 2 categorische waarden zijn mogelijk.
Indeling gebeurt enkel op hun naam