bio Flashcards

voorplanting

1
Q

primaire geslachtsnorgaan van jonge en meisje

A

jonge: penis en balzak
meisje:vagina en schaamlippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn geslachtsorganen

A

zijn geslachtskenmerken die al bij geboorte aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

groeispurt

A

sneller groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hormonen

A

hormonen zijn stoffen die allerlei processen in je lichaam regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

worden gormon geproduceerd door hormonenklieren?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hormonenklieren

A

de hormonenklieren geven de hormonen af aan het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

spelen hormonen ook een rol bij je 10jaaar

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geslachts kenmereken van secundaire geslachtskenmerken

A

man: baard,borsthaar en lagere stem
vrouw:borsten en bredere heupen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lichamelijke veranderingen

A

haar groei in de oksels,rond geslachtaorganen en secundaire geslachtsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geestelijke en sociale veranderingen

A

eigen kleren te kiexen,muziek,seksualiteit en verliefd raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

teelballen

A

produceren zaadcellen en liggen in een huidplooi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zaadcellen

A

zijn mannelijke geslachtscellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

balzak

A

temperatuur is lager dan in de buikholte.dat is gunstig voot de ontwikkeling van de zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bijballen

A

zaadcellen cellen worden tijdelijk op geslagen in de bijballn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zaadleiders

A

vervoeren de zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zaadblaasjes

A

voegt vocht toe aan dde zaadcellen.het vocht uit de zaadblaasjes bevat voedingstoffen voor de zaadcellen

14
Q

spserma

A

vocht van prostaat en zaadcellen

15
Q

zaadlozing

A

het soerma komt door de urineblaas naar buiten

16
Q

urinebuis

A

zaadleiders komen eruit

17
Q

penis

A

urinebuis loopt door de penis

18
Q

eikel

A

is erg gevoelig

19
Q

voorhuid

A

de voorhuid is zo ruim,dat deze over de eikel kan worden teruggetrokken

20
Q

erectie

A

voelt met bloed waardoor het stijf wordt

21
Q

zwellichaam

A

een erectie wordt veroorzaakt door de zwellichaam

22
geslachtsgemeenschap
brengt een man zijn penis in de vagina van een vrouw
23
klaarkomen
een lekker gevoel krijgen
24
masturbatie
door zichzeld te strelen
25
0vulatie/eisprong
wanneer er in de 4 weken een eicel vrij uit de eirerstok komt
26
clitoris
de clitoris ligt vooraan tussen de kleine schaamlippen en geeft een prikkelige gevoel tijdens masturbatie
27
kleine schaamlippen
produceerd slijm waardoor het de vagina glad maak zodat de penis beter kan binnenglijden in de vagina
28
grote schaamlippen
beschermen de kleine schaamlippen tegen stof en bacterie
29
maagdenvlies
ligt vooraan in de vagina
30
menstruatie
wanner er bevruvhting van de eicel plaatsvindt,laat het baarmoederslijmvlies gedeeltelijk los
31
andere woord voor menstruatie
ongesteld
32
wat gebruiken meisjes/vrouwen wanneer ze ongesteld zijn
mandverband en tampons
33
eicellen
eicellen zijn de vrouwlijke geslachtscellen
34
overgang
wanner je bij ongeveer dee 50jaar leeftijd minder eicellem ontwikkelen
35
baarmoederslijmvlies
wordt dikker en bevat veel bloedvaten