Bio Thema 2 Flashcards

(30 cards)

1
Q

Zaadlobben

A

In de zaadlobben zit de reservevoedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kieming

A

Tijdens de kieming neemt de zaad water op en komt het worteltje naar buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Natuurwetenschappelijk onderzoek

A

Onderzoek begint vaak met een vraagstelling, waarna experimenten (proeven) worden gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Levenscyclus

A

De ontwikkeling van een zaad van een plant tot een vrucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoofdwortel

A

De wortel die zich ontwikkelt van het zaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zij wortel

A

De takken aan de hoofdwortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wortel haren

A

Wortelharen zijn heel dun. Je kunt ze alleen zien als je kiemplantje laat kiem op bijvoorbeeld filtreerpapier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reservestoffen

A

Delen onder de grond (wortels) bevatten veel reservestoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Knoop

A

De plaats waar een blad aan de stengel vastzit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lid (leden)

A

Het stuk stengel tussen 2 knopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Okselknop

A

In een bladoksel zit een okselknop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eind knop

A

Aan het einde van een stengel zit het eind knop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vaatbundel

A

Een groepje vaten dat bij elkaar ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Houtachtige planten

A

Bomen en struiken noemen we houtachtige planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kruidachtige planten

A

De stengels van andere planten die vrijwel geen hout bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bladsteel

A

Het blad zit hiermee aan de stengel vast

17
Q

Bladschijf

A

Het platte gedeelte van het blad.

18
Q

Nerven

A

Zichtbare ader van een blad

19
Q

Blad moes

A

Alles tussen de nerven

20
Q

Bladskelet

A

Een blad waar geen blad moes meer in zit

21
Q

Fotosynthese

A

Proces waarbij planten licht, koolstofdioxide en water gebruiken om te zetten naar glucose.

22
Q

Glucose

A

Glucose is een soort suiker. Glucose word ook wel dextrose of vruchtensuiker genoemd.

23
Q

Voedingsgewassen

A

Planten waarvan mensen delen gebruiken als voedsel.

24
Q

Werkplan

A

In een werkplan staat beschreven welk experiment je wilt uitvoeren om de probleemstelling te onderzoeken wat je daarvoor nodig hebt, en hoe je de resultaten wilt verwerken.

25
Proef groep
Je stelt je bloot aan de factor waarvan je de invloed wilt onderzoeken.
26
Enkelvoudige bladeren
Bij de meeste planten bestaat de bladschijf van een blad uit een geheel.
27
Samengestelde bladeren
Planten waarbij de bladschijf uit meerdere delen bestaat.
28
Handvormig
De blaadjes lijken op de vingers van een hand. Handvormige bladeren hebben meestal drie, vijf of zeven blaadjes.
29
Veervormig
De bouw van zo een blad lijkt op de bouw van een vogelveer.
30
Nervatuur
Het verloop van de nerven in een blad.