biolgie Flashcards

(11 cards)

1
Q

wat zijn klieren en spieren?

A

ze zijn de effectoren van het lichaam. hiermee kun je reageren op prikkels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe worden klieren aangestuurd

A

onbewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe worden spieren aangestuurd

A

bewust of onewust aangestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stelsel

A

functie waarbij de spieren een rol spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

spijsverteringstelsel

A

voedsel mechanisch verkleinen en door het lichaam voortbewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ademhalingstelsel

A

de longlucht via de longen in en uit het lichaam bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zintuigstelsel

A

de oogbewegingen en de accomodatie van de ooglens mogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitscheidingstelsel

A

urine tijdelijk in de urineblaas bewaren tot de sluitspieren openen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

transportstelsel

A

het bloed door het lichaam stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spierstelsel

A

de beenderen van het skelet laten bewegen en de beweging van de huid of organen mogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beenderstelsel

A

zorgt voor vorm, stevigheid en beweging van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly