biologie Flashcards

(42 cards)

1
Q

orgaan

A

een deel van organisme dat een bepaalde taak uitvoert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

middenrif

A

scheidingswand die de romp van de mens in de borstholte en de buikholte verdeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

organen borstholte

A

slokdarm wervelkolom rib longen hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

organen buikholte

A

slokdarm wervelkolom maag lever dunne darm dikke darm nieren aorta en holle ader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

organenstelstel

A

groep van samenwerkende organen die gezamelijk een bepaalde functie hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ademstelstel

A

luchtpijp, bronchie, long

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beenderenstel

A

schedel, wervelkolom, rib, dijbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bloedvatenstelstel

A

hart, aorta, holle ader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

spierstelsel

A

biceps, buikspier, dijspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

versteringsstelsel

A

slokdarm, maag, lever, dunne darm, dikke darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zenuwstelsel

A

hersenen, ruggenmerg, zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waaruit bestaat een wortel

A

hoofdwortel, zijwortel, wortelharen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoofdwortel

A

groeit naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zijwortel

A

vertakking van de hoofdwortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wortelharen

A

dunne uitstulpingen aan de uiteinden van wortels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de functie van een wortel?

A
  1. water en voedingsstoffen ( mineralen opnemen uit de bodem
  2. de plant stevig vastzetten in de grond
  3. reservestoffen opslaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is een stengel

A

deel tussen wortel en bladeren

18
Q

twee soorten stengels

A
  1. houtachtige planten, stengels zijn stevig door hout
  2. kruidachtige planten, stengels zijn stevig door water
19
Q

wat is de functie van stengels

A
  1. transport van stoffen
  2. stevigheid geven aan de plant
20
Q

waaruit is een blad gebouwd

A
  1. bladsteel (zit hij vast)
  2. bladschijf (platte gedeelte blad)
  3. bladmoes ( al het materiaal dat tussen de nerven ligt)
  4. nerven: hoofdnerf en zijnerven. De nerven bestaan uit vaatbundels
21
Q

wat is de functie van een blad?

A

voedsel maken voor de plant door middel van fotosynthese

22
Q

wat is een orgaanstelsel bij een plant

A

het orgaanstelsel bij een plant bestaat uit: 1. wortelstelsel en 2. vatenstelsel

23
Q

wat is een vatenstelsel?

A

vaten in vaatbundels van de wortels tot in de bladeren

24
Q

Wat is de functie van het vatenstelsel?

25
Waaruit bestaat het transport?
1. water en mineralen van de wortels naar de andere delen van de plant 2. glucose van de bladeren naar de andere delen van de plant
26
Waaruit bestaat een organisme?
Een organisme bestaat uit 1 of meerdere cellen
27
wat is een cel?
cel is de bouwsteen van een organisme, cellen hebben een diepte
28
Waaruit bestaat een dierlijke cel?
1. cytoplasma 2. celmembraan 3. celkern
29
wat is cytoplasma?
celplasma: dikke vloeistof die bestaat uit water met opgeloste stoffen en zwevende deeltjes
30
wat is een celmembraan?
een dun vlies om het cytoplasma
31
Hoe worden opname en afgifte van stoffen in een cel georganiseerd?
door eiwitten in het celmembraan
32
wat is de functie van de celkern?
de celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt
33
wat is het kernmembraan?
het vlies om de celkern
34
Welke delen hebben plantaardige cellen extra?
vacuole, plasticiden en een celwand
35
Wat is een vacuole?
blaasje gevuld met vocht de meeste plantaardige cellen hebben 1 grote vacuole
36
Wat zijn plasticiden?
bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
37
waarvoor zijn bladgroenkorrels?
fotosynthese
38
kleurstofkorrels
bloemen en vruchten krijgen kleur
39
zetmeelkorrels
zit zetmeel opgeslagen
40
plasticiden
kunnen overgaan van het ene type in het andere type
41
wat is een celwand?
een stevig laagje om de cel heen een celwand behoort niet tot de cel, maar is tussencelstof!!!
42
wat zijn celorganellen?
delen van een cel met een eigen functie.