Biologie B Flashcards
(14 cards)
sleutelprikkel
Een invloed uit de omgeving die steeds hetzelfde gedrag oproept.
etholoog
Een etholoog bestudeert het gedrag van dieren.
ethogram
Een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van een mens of dier.
inprenting
Een inprenting is sprake van gedrag dat wordt aangeleerd in de korte, gevoelige periode in de eerste dagen na de geboorte.
imiteren
Gedrag van soortgenoten nadoen.
inzicht
Bij inzicht bedenkt een dier nieuw gedrag, door eerder opgedane ervaringen te combineren.
beloning en straf
De meeste dieren leren vooral door beloning en straf.
reflex
Een snelle, onbewuste handeling.
signaal
Een prikkel die bedoeld is voor soortgenoten.
rangorde
Om ruzies en verwondingen te voorkomen is er binnen groepen vaak sprake van rangorde tussen dominante en onderdanige dieren.
baltsgedrag
Een gedrag waarmee dieren een partner lokken en versieren.
dreiggedrag
bij conflicten heeft een dier keuze uit 3 mogelijkheden: Aanvallen, vluchten of dreiggedrag.
territorium
Eigen gebied van een dier, bedoeld om voedsel te zoeken of een nest te bouwen. Dit gebied wordt aak afgebakend door geurvlaggen.
geurvlaggen
Een dier laat zien dat een gebied van hen is door op struikjes te pissen en hun geur te verspreiden.