Biologie Hst.4 Gedrag Flashcards
(25 cards)
Wat zijn inwendige prikkels en wat zijn uitwendige
Als de prikkel van buiten het mens of dier komt is het een uitwendige prikkel, (bijv: Als de zon in je ogen schijnt komt dat van buiten het organisme). Bij een inwendige prikkel voelt het organisme het dus van binnen, (bijv: het mens of dier heeft honger, dat gevoel komt van binnen in).
Wat zijn sleutelprikkels?
Prikkels die altijd tot het zelfde gedrag leiden.
Hoe noem je een stukje gedrag
Een handeling
Wat doet/is een etholoog?
Dat is een bioloog die diergedrag bestudeert
Wat is het verschil tussen een ethogram en een protocol?
Bij een ethogram wordt een lijst gemaakt van alle handelingen die het organisme doet, waarbij meestal nog afkortingen bij worden gezet voor de handelingen. Bij een protocol wordt onderzocht hoe vaak het dier of mens een handeling uitvoert of in welke volgorde het wordt gedaan.
Wat is de goede volgorde in het onderzoeken van het gedrag van een mens of dier?
1 Je observeert het organisme-2 Je maakt een ethogram met daarin alle handelingen van het konijn-3 Je maakt een protocol met alle malen dat de handeling wordt gedaan en/of in welke volgorde het wordt gedaan-4 je zet de resultaten in een diagram
Wat is gedrag.
Gedrag zijn alle dingen die mensen of dieren doen. Het gaat er om in het algemeen en niet wat jij er van vindt.
§2
Begrippen
Wat kunnen dieren leren door met elkaar te spelen?
Ze leren gedrag als: aanvallen,vluchten en hoe ze met welke dieren om moeten gaan
Wanneer leer je door te imiteren?
Door andere na te doen.
Mensen kunnen dieren dingen leren door ze te 1………………….. en ze het veel te laten herhalen oftewel 2……..
1 straffen en te belonen. 2 oefenen
Wat is inprenting?
Het leren in een korte,gevoelige periode, meestal na de geboorte( ze leren bijvoorbeeld wie hun vader of moeder is en welke geluiden zij maakt om haar te volgen of naar haar te sperren voor voedsel).
Wat is inzicht
Leren door na te denken en er zelf een oplossing voor te zoeken
Wat is een reflex?
Als je altijd automatisch op een prikkel dezelfde reactie geeft.
Wat is een prikkel ook alweer?
Een verandering waarop je kunt reageren
(hangt er vanaf hoe belangrijk de prikkel is)
Wat is aangeboren gedrag
Dingen die je al kan doen vanaf je geboorte. Bijvoorbeeld dat vogels kunnen vliegen, vissen kunnen zwemmen. Iets dat je al kan vanaf je zelf ook al moet je er misschien nog mee oefenen.
Hoe worden in dit hoofdstuk ‘prikkels’ omschreven?
Als veranderingen waar je op kunt reageren
§3
Begrippen
Wat is verbaal gedrag en wat is non-verbaal gedrag
Non-verbaal is dat je iets zonder woorden wilt duidelijk maken, en verbaal is iets wel met woorden duidelijk proberen te maken
§4
Begrippen
§5
Begrippen
Dreiggedrag
De dieren kijken wie de sterkste is en of ze moeten vluchten of aanvallen
Overspronggedrag
Het dier doet iets wat niet bij de situatie past. Het dier probeert daarmee tijd te rekken en niets te laten merken
Omgericht gedrag
Het twijfelende dier richt zijn agressie op iets anders dan de soortgenoot.