Biotechnologie Flashcards

(55 cards)

1
Q

Wat is biotechnologie

A

Levende organismen worden gebruikt om producten of processen tot stand te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordelen biotechnologie

A
  • productie grote hoeveelheden bruikbare stoffen
  • combineren van gewenste eigenschappen van verschillende organismen
  • diagnose erfelijke ziekte/afwijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nadelen biotechnologie

A
  • complex onderzoek
  • kostbaar
  • maatschappelijke acceptatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is klassieke biotechnologie

A
  • toevallige ontdekking
  • traditionele technieken
  • v.b. fermentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is moderne biotechnologie

A
  • bundelen kennis
  • beheersen, voorspellen en controleren
  • genomics / tast DNA aan
  • v.b. Recombinant rna technologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Donkergroene biotechnologie

A

agrarische sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lichtgroene biotechnologie

A

voedingsmiddelen industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

witte biotechnologie

A

chemische sector

bioplastic, biobrandstoffen, antibiotica, vitamines, enzymen wasmiddelen, zoetstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rode biotechnologie

A

medische sector

geneesmiddelen, vaccins en therapieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

blauwe biotechnologie

A

milieu sector

mirco-organismen om te reinigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fermentatie

A

omzetten biologisch materiaal met behulp van bacteriën, gisten of schimmels in afwezigheid van zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Batch cultuur

A
  • goedkope, eenvoudige kweekmethode voor eenmalig verkrijgen product
  • vaste hoeveelheid waarde
  • cellen zullen uiteindelijk sterven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fedbatch cultuur

A
  • medium wordt continu, gereguleerd toegevoegd
  • hoge biomassa
  • ophoping toxische producten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Continu cultuur

A
  • lange tijd in kweek gehouden
  • vers medium toegevoegd en oud weggehaald
  • groeiparameters bijhouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

centrale dogma

A

informatie overgedragen kan worden van nucleïnezuren (DNA en RNA) naar eiwitten, maar niet andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Recombinant DNA technologie

A

De techniek van het overbrengen van (een) gen(en) met daarop een erfelijke eigenschap van een organisme naar een ander organisme noemt men recombinant DNA techniek. Men maakt hierbij gebruik van restrictie-enzymen die DNA op specifieke posities kunnen doorknippen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Plasmide

A

cirkelvormige streng DNA die zich buiten het chromosomaal DNA bevindt van sommige eencellige organismen. hiermee kan genetische info worden uitgewisseld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kunstmatige plasmide

A

voor genetische modificatie en genexpressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Gentherapie

A

inbrengen van genetisch materiaal in cellen in het kader van een geneeskundige behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Voorbeelden bio-brandstoffen

A

bio-ethanol
biodiesel
bio-gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Voordelen bio-brandstoffen

A

netto co2 uitstoot minder

grondstoffen raken minder snel/niet op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Nadelen bio-brandstoffen

A

strijd voedselproductie
productieduur
belasting milieu door ontbossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Nut planten (5)

A
zuurstof
voedsel
bescherming
medicijnen
gemak
24
Q

Gewasverdeling + doelen

A

spelen met genetische diversiteit van planten

  • minder mest en water
  • groeien in warme klimaten
  • op zoute bodem
  • voedzamer
  • resistent tegen ziekteverwekkers
25
Wat is GGO + voorbeelden
``` genetisch gemodificeerd organismen het genetisch materiaal is gewijzigd - ziekte resistente gewassen - paarse tomaten - super banaan - gouden rijst ```
26
Wat is gouden rijst
rijst met meer vitamine A
27
Mogelijkheden groene biotechnologie
- plantvorm - houdbaarheid - geur - hitte/droogte tolerantie - zout tolerantie - beworteling
28
Lag fase
Gist past zich aan, geen groei
29
Exponentiële groeifase
toenamen groei exponentieel
30
Stationaire fase
constante groei
31
Afstervingsfase
aantal levende cellen neemt af
32
glycolyse
omzetting glucose naar pyruvaat.
33
Eerste generatie biobrandstoffen
Geproduceerd uit voedselgewassen
34
Tweede generatie biobrandstoffen
Geproduceerd uit afval
35
Derde generatie biobrandstoffen
Geproduceerd uit algen
36
Genetische modificatie
Het verkrijgen van planten met nieuwe en verbeterde eigenschappen.
37
Drijfveer groene biotech
- Voedselproblemen - Toenemen van de wereldpopulatie - Minder ruimte voor landbouw - Klimaatverandering - Plantenziekten
38
genetische modificatie zorgt voor:
- Hogere opbrengst gewas - Ziekteresistentie - Verbeterd product - Plant production factories
39
Insect resistentie
Bt gewassen Door gentechnologie wordt er een gen ingebracht in de plant, hierdoor maakt die zijn eigen natuurlijke vergif tegen insecten. Voorbeelden: aardappelen, aubergine, mais.
40
Herbicide-resistentie
roundup ready gewassen Herbicide doodt planten die in contact komen met dit middel, roundup resistente planten overleven dit middel wel. Roundup remt een belangrijk planten-enzym in de aminozuur biosynthese: EPSP synthase. Als planten geen aminozuren meer hebben/aanmaken gaan ze dood.
41
Luchtverontreiniging
Verschijnsel waarbij de ons omringende lucht wordt verontreinigd door stoffen die daar niet in thuis horen.
42
Koolstofdioxide (CO2)
- Verbranding van fossiele brandstoffen - Vastlegging door planten en algen - Versterking van het broeikaseffect - CO2 is geen vervuilende stof, niet schadelijk komt in de adem van mensen en dieren van nature voor
43
Koolmonoxide (CO)
- Onvolledige verbranding (verbrandingsmotoren) | - CO is giftig (verdringt O2 in bloed)
44
Chloorfluorkoolstofverbindingen (ClFK)
- Gebruikt als drijfgassen voor spuitbussen en als koelmiddel in oude koelkasten - De ozonlaag wordt aangetast door chloorfluorkoolstofverbindingen - Productie en gebruik zijn sinds enige jaren verboden
45
Stikstofoxiden (NOx)
- Verbranding bij hoge temperaturen (verbrandingsmotoren) - Verzuring van het milieu, en tasten ozonlaag aan - Schadelijk voor de luchtwegen van mens en dier en voor plantengroei
46
Vluchtige organische stoffen (koolwaterstoffen)
- Afkomstig uit benzine: verdamping bij tankstations, slecht afgestelde automotoren - Oplosmiddel voor bijvoorbeeld verf - Vormen onder invloed van zonlicht fotochemische smog
47
Zwaveldioxide (SO2)
- Verbranding van kolen of bruinkool, maar ook van olieproducten - Vormt in lucht in aanwezigheid van vocht zwaveltrioxide of SO3, een verbinding waaruit zich in water zwavelzuur vormt - Bron voor zure regen
48
Fijnstof
- Roet van bijvoorbeeld bosbranden, vulkanen, verbrandingsmotoren en rem- en bandenslijtage - Stof uit woestijnen en van gesteenten als gevolg van erosie
49
Kortdurende blootstelling fijnstof
- Vermindering longfunctie, toename luchtwegklachten | - Verergering astma (vooral bij kinderen)
50
Langdurige blootstelling fijnstof
- Blijvende verlaging longfunctie | - Toename van chronische luchtwegklachten (met name bronchitis)
51
Er zijn 2 typen zuiveringstechnieken
1. Stofemissies (stofzuiveringstechnieken) Verwijderen van stofdeeltjes uit een vervuilde luchtstroom 2. Gasemissies (Gaszuiveringsinstallaties) Verwijderen van verontreinigende gassen uit een luchtstroom
52
Biowasser
Biowasser is een gaswasser en een biologische reactor | In de biologische reactor worden de geabsorbeerde verontreinigingen in het waswater biologisch afgebroken
53
4 Bioindicatoren + functie
- Mosselen (indicator voor zware metalen) - Kikkers, vissen (waterkwaliteit) - Bijen (indicator voor zware metalen, bestrijdingsmiddelen) - Kosmossen (luchtkwaliteit, zeer gevoelig voor vervuiling)
54
Biologisch fosfaat uit water zuiveren
fosfaat kan worden opgenomen door actief slib bestaande uit fosfaat accumulerende bacteriën (PAO), fosfaat wordt opgeslagen als polyfosfaat.
55
chemisch fosfaat uit water zuiveren
FeCl3 + Na3PO4 > 3NaCl + FePO4; FePO4 slaat neer in bezinktank en kan verwijderd worden.