Bloed En Zijn Functies Flashcards

(43 cards)

1
Q

Opgebouwd uit?

A

Plasma en cellen
Plasma bestaat vooral uit water, eiwitten (transporteiwitten)
en overigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er bij verwondingen? (Basis)

A

Bloed stroom uit wonde, dit stopt door bloedstolling door de vorming van onoplosbare fibrine moleculen die een netwerk vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hemostasis?

A

Het geheel van alle mechanismen die bijdragen tot het behoud van het bloed in de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bloed beslaat welk percentage vh LG

A

5-11%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoofdfunctie?

A
Transport:
O2/CO2
Nutriënten/afvalstoffen
Warmte
Hormonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe onderscheid bloed zich van andere weefsels?

A

Het bevat meer dan 50% extracellulair vocht en is voortdurend in beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is hematocriet

A

Volume vh bloed dat wordt ingenomen door RBC

In liter/liter of procent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke factoren bepalen het volume RBC?

A

Het aantal en de grootte van deze RBC

Dit samen met species, ras, leeftijd, gezondheid, geslacht, voeding, fysische activiteit, hoogte,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is bloedbezinkingssnelheid?

A

Dat is de snelheid waarmee RBC naar de bodem zullen zakken wanneer het bloed stilstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Normaal zinken individuele leucocyten sneller dan RBC, hoe komt da dit in praktijk meestal niet zo is?

A

Doordat RBC de neiging hebben om rouleau’s te maken en aan elkaar te klitten, zo zinken ze sneller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door wat wordt bloedvolume bepaalt?

A
Door lichaamsomvang
Fysische condities
Voedingsstatus
Leeftijd
Lactatie status
Stadium vd dracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De hoeveelheid O2 per liter bloed?

A

1l bloed bevat 150g Hb/liter dus ongeveer 200 ml O2

Elke gram Hb bindt 1,34 ml O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Levensduur RBC

A

3-5 maanden (90-140 dagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nutriënten nodig voor productie RBC

A

Eiwit, Fe (= toxisch, transport in bloed met transferrine), Cu, vit B2, vit B6, vit B12, foliumzuur
Laatste 2 nodig voor synthese DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar wordt EPO gemaakt?

A

Id nier
Er is altijd een constante lage secretie van EPO
Secretie ahv [O2] niet het aantal RBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afbraak van de haemstructuur

A

Wordt afgebroken tot bilirubine, id lever wordt bilirubine uit het bloed gehaald en uitgescheiden in het gal
Dit geeft faeces de bruine kleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarvoor gebruiken WBC de bloedbaan?

A

Als transport naar infectiehaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar worden WBC gestockeerd?

A

In het beenmerg

19
Q

Wat is leucocytosis?

A

Een verhoogd gehalte aan WBC (abnormaal)

Of door stress = fysiologische leucocytose

20
Q

De (5) verschillende types WBC?

A

Je hebt 3 soorten granulocyten: neutrofiel, basofiel en eosinofiel
Je hebt 2 soorten agranulocyten: monocyten en lymfocyten

21
Q

Wat is leucopenie?

A

Een abnormaal laag aantal leucocyten

22
Q

Wat is differentiële telling?

A

% samenstelling van de leucocytenpopulatie bepalen

23
Q

Indicatie voor bacteriele infectie?

A

Hoog % aan immature neutrofiele granulocyten

Granulocyten en monocyten fagocyteren bacterien

24
Q

Wie strijdt tegen parasitaire infecties of allergische reacties?

A

De eosinofielen

25
Wat doen basofielen?
Ze gelijken op mastcellen
26
Functie van monocyten?
Bij het uittreden van de bloedbaan vormen ze macrofagen
27
Waar stockeert het lichaam thrombocyten?
Thv capillairen van de milt, die gaat contraheren onder stress
28
Wat doen thrombocyten?
Bij bloedvat wand beschadiging gaan zij aan elkaar vasthechten en vesikels lossen in hun kanaal systeem om deze te verspreiden in de omgeving. Thrombocyten kunnen contraheren en gaan zo de wanden van de wond naar elkaar trekken
29
3 componenten van hemostasis?
Contractie van beschadigd bloedvat Vorming van thrombocyten prop Bloedstolling
30
Wat is de von willebrand factor?
Dit wordt gevormd in endotheelcellen en thrombocyten, dit vormt bruggen tussen de receptoren op et oppervlak vd thrombocyten en collageenvezels vh bindweefsel
31
Wat gebeurt er na het fixeren van thrombocyten met de von willebrand factor?
De thrombocyten geven ADP vrij -> kleverig worden van de plaatjes -> nieuwe plaatjes plakken eraan -> vrijgeven thromboxaan A2 -> nog meer vrijgave ADP verhoging plaatjesaggregatie -> meer vasoconstrictie
32
Hoe beperkt de prop zich tot beschadigd endotheel?
Gezond endotheel gaat prostacycline secreteren, dit werkt de plaatjes aggregatie tegen. Ook hebben endotheel en plaatjes beide - lading ad buitezijde
33
Functie van bloedstolling?
Het vormen van fibrinedraden in en rond de plaatjesprop als versteviging en biedt weerstand tegen de bloeddruk
34
Wat is serum en waar komt het voor?!!!!
Serum is het bloedplasma - de coagulatiefactoren | Het komt voor wanneer de bloedprop begint te krimpen en het bloedvatdeffect verkleind, het serum komt uit de wonde
35
Waarom is de lever een belangrijk orgaan voor de bloedstolling?
Veel coagulatiefactoren worden hier gesynthetiseerd
36
Hoe wordt fibrine gevormd?
Thrombine zal een stukje van fibrinogeen halen waardoor het actieve fibrine gevormd wordt Thrombine stabiliseert fibrine
37
Wat doet factor X?
Zet pro-thrombine om in actief thrombine | Factor X mag ook niet in actieve vorm voorkomen in het bloed -> wordt geactiveerd bij bloedvat beschadiging
38
Hoe wordt factor X geactiveerd?
Bij bloedvat beschadiging door intrinsieke en extrinsieke factoren
39
Verloop intrinsieke systeem
Collageen gaat een cascade ingang zetten van factoren die elkaar activeren. Hierin speelt thromine al een rol!!
40
Rol van extrinsieke systeem
Deze is veel eenvoudiger opgesteld: blootgesteld weefsel geeft factor III vrij waardoor factor X geactiveerd wordt zn thrombine actief wordt -> door deze activatie van thrombine wordt het intrinsieke systeem getriggert en geholpen zonder dat factor XII ook maar geactiveerd moet worden!!
41
Ca rol bij stolling?
Veel stollingsreacties hebben Ca nodig
42
Beveiliging tegen overdreven bloedstolling
Thrombone heeft een lokale werking -> 90% van gevormde thrombine bindt zich aan fibrine draden Ontsnapte thrombine wordt gebonden aan anti-thrombine III
43
Wat is fibrinolysis?
Het gradueel ontbinden en oplossen vd bloedprop door plasmine