Bloedonderzoek

Question 1

Heparine

Answer 1

Groen, komt ook fysiologisch voor. Bindt irreversibel aan antitrombine. Gebruik voor biochemisch onderzoek.

Question 2

EDTA

Answer 2

Paars. Vangt Ca2+ en andere bivalente kationen irreversibel weg (dus niet voor biochemisch onderzoek, wel hematologisch).
Buis minstens 70% vullen voor osmotische waarde.

Question 3

Citraat

Answer 3

Blauw. Vangt Ca2+ en andere bivalente kationen reversibel weg. Gebruikt voor stollingstijden, stollingsfactoren en fibrinogeen.
Buis voldoende vullen.

Question 4

Natriumfluoride

Answer 4

Grijs. Denatureert eiwitten. Gebruikt voor bepaling glucose en lactaat

Question 5

Basofiel

Answer 5

Alles wat met basische kleuring blauw kleurt

Question 6

Neutrofiel

Answer 6

Alles wat met neutrale componenten violet kleurt

Question 7

Eosinofiel

Answer 7

Alles wat met zure componenten oranje/roze kleurt

Question 8

Chromatofiel

Answer 8

Alles wat met basische componenten roze kleurt

Question 9

Briljant cresyl blauw

Answer 9

Kleurt RNA aan, gebruikt voor reticulocyten.
Normaal voor reticulocyten is <2%.
4 dagen na start erytropoëse nieuwe reticulocyten in bloed.

Question 10

Adrenaline-geïnduceerd bloedbeeld

Answer 10

Stijging Ht en toename alle soorten leukocyten

Question 11

Corticosteroïd-geïnduceerd bloedbeeld

Answer 11

Toename monocyten en rijpe granulocyten, i.c.m. lymfopenie en/of eosinopenie

Question 12

Degeneratieve linksverschuiving

Answer 12

1) Linksverschuiving met leukopenie
2) Staafkernigen > segmentkernigen

Question 13

Regeneratieve linksverschuiving

Answer 13

Linksverschuiving met leukocytose

Question 14

Heinz body

Answer 14

Gedenatureerd stukje Hb in erytrocyt. Acidofiel (meestal donkerblauw)

Question 15

Howell-Jolly body

Answer 15

Roodviolet insluitlichaampje (DNA rest) in erytrocyt.
Duidt op disfunctionele milt.

Question 16

Babesia canis

Answer 16

2 blauwe stipjes in ery

Question 17

Mycoplasma felis

Answer 17

Kleine blauwe stipjes op membraan ery

Question 18

Hyperchromasie

Answer 18

Cel donkerder dan normaal.
Sferocyt en microcyt vaak hyperchroom.H

Question 19

Hypochromasie

Answer 19

Rand Hb dunner en lichter dan normaal.
Lage MCHC

Question 20

Polychromasie

Answer 20

Blauwe (RNA), grotere cel (=reticulocyt).
Vaak bij verhoogde erytropoëse.

Question 21

Microsferocyt

Answer 21

Kleine bolvormige (hyperchrome) ery.
Vaak te zien bij ijzergebreksanemie of partiële fagocytose.

Question 22

Normoblast

Answer 22

Laatste voorloperstadium ery voor uitscheiden celkern.

Question 23

Poikilocytose

Answer 23

Veel cellen met verschillende vormen

Question 24

Echinocyten

Answer 24

Doornappelcellen
Artefact als bloed te lang heeft gestaan of medicatie, intoxicatie of onderliggende ziekten

Question 25

Fragmentocyt

Answer 25

Deel van een erytrocyt, kan ontstaan bij mechanische schade (DIS)

Question 26

Eccentrocyt

Answer 26

Deel van de eryrand is ongekleurd als gevolg van overmatige oxidatieve stress. Vaak icm Heinz bodies (oxiderende stress op Hb)

Question 27

Pancytopenie

Answer 27

Non-regeneratieve anemie, trombocytopenie en leukopenie. Indicatie voor beenmergschade

Question 28

Regeneratief rood bloedbeeld

Answer 28

Anisocytose, polychromasie en reticulocyten in het bloed

Question 29

Sensitiviteit

Answer 29

Proportie test positieven van zieke dieren

Question 30

Specificiteit

Answer 30

Proportie test negatieven van gezonde dieren

Question 31

Positief voorspellende waarde

Answer 31

Proportie werkelijk zieke dieren in test positieve populatie

Question 32

Negatief voorspellende waarde

Answer 32

Proportie werkelijk gezonde dieren in test negatieve populatie