Borderline Flashcards

1
Q

misverstanden over borderline (1-2)

A
  1. borderline heeft iets puberaals in zich:
    - de emotionele problemen eigen aan puberteit ≈ de klachten van mensen met borderline
  2. borderline heeft iets hoog sensitiefs in zich
    - in Nederland: borderline als een emotie regulatie stoornis:
    - mensen die constant overspoelt worden door prikkels
    - zeer gevoelig zijn voor emotionele prikkels
    - heel sterk reageren op emotionele prikkels, erin verdrinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

misverstanden over borderline (3-4)

A
  1. borderline heeft iets extreem in zich
    - het zijn mensen die vaak extreem zijn in gedachten, gevoelens en gedragingen
    - het is leven in uitersten,
    - in die zin: soms ook vrij normaal, we herkennen ons zelf er ook makkelijk in
  2. borderline heeft een negatieve connotatie
    - omdat de term pas binnen de jaren 90 in de DSM is opgenomen > stoornis als modeziekte beschouwd
    - kenmerken en uitingsvormen ≠ altijd even positief + bedreigend voor buitenstaanders
    - vuilbak-term: uiteenlopende symptomen die men moeilijk kan verbinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symptomatologie

A
  1. algemeen
    - mensen met borderline voldoen aan 5 of meer van de volgende 9 criteria:
  2. angst en relationele instabiliteit
    - krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden
    - een patroon van instabiele en intense intermenselijke relaties
  3. identiteitsproblemen en emotionele instabiliteit
    - identiteitsstoornis
    - affectieve instabiliteit
    - chronische gevoelens van leegte
  4. impulsiviteit, woede en zelfbeschadiging
    - impulsiviteit
    - herhaaldelijk suïcidaal gedrag, dreigingen of automutilatie
    - inadequate, intense woede of moeite om woede te beheersen
    - stress-gerelateerde paranoïde ideeën of dissociatieve symptomen van voorbijgaande aard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kanttekening symptomatologie

A
  1. spreken over borderline is ook altijd een beetje misleiden,
    - borderline ≠ altijd even duidelijk aflijnbaar syndroom
    - binnen de diagnose = verschillende ziektebeelden:
    - met 5 symptomen uit 9 zijn 126 combinaties mogelijk
  2. alles moet steeds geïndividualiseerd worden op basis van:
    - het verloop van het ziekeproces
    - de concrete invulling van de symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verlatingsangst en instabiele relaties

A
  1. verlatingsangst
    - het uittesten en uitdagen
    - hooggespannen verwachtingen, zodat niemand eraan kan voldoen
    - het opeisen en volledig laten vallen
    - heftig en stormachtig, maar snel wisselende relaties
  2. instabiele relaties
    - frequente en intense ruzies
    - conflicten gaan over kleine zaken, maar escaleren snel
    - periodes van intense liefde en nabijheid worden afgewisseld met periodes van afstand en vijandigheid
    - jaloezie, wantrouwen en achterdocht
    - plotselinge breuken en verzoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

identiteitsproblemen

A
  1. algemeen
    - het voortdurend op de proef stellen van anderen
    - het buitengewoon gevoelig zijn voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren
    - het overschreeuwen van hun onzekerheden door provocerend gedrag
    - een duidelijk en aanhoud instabiel zelfbeeld of zelfgevoel
  2. het constant twijfelen over:
    - wat ze zullen aanpakken
    - wat ze met hun leven willen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

automutilatie en suïcidaliteit

A
  1. automutilatie als:
    - een uiting van woede
    - een middel om andere te manipuleren
    - een middel om gevoelens te ‘verdoven’
  2. toepassing
    - 85% heeft een geschiedenis van suïcidepogingen
    - 10% overlijdt als gevolg van suïcide
    - het onderscheidt tussen een vergaande vorm van automutilatie en zelfmoordpoging = soms moeilijk te maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

impulsiviteit en affectieve instabiliteit

A
  1. impulsiviteit
    - snel opeenvolgende woede-uitbarstingen
    - veelvuldige vechtpartijen bij mannen
    - hysterisch gedrag bij vrouwen
    - boulimie of anorexie
    - risicogedrag op allerlei terreinen
  2. affectieve instabiliteit
    - somberheid
    - depressiviteit
    - angst
    - gespannen opwinding
    - woede
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een gevoel van leegte en woede

A
  1. een gevoel van leegte
    - een gebrek aan doel of betekenis in hun leven
    - een verminderd vermogen om emoties te voelen of te uiten
    - zich diep eenzaam voelen
    - een chronisch gevoel van verveling en een gebrek aan interesse in activiteiten
  2. woede
    - inadequate, intense woede
    - moeite om woede te beheersen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

paranoïde verschijnselen en dissociatieve verschijnselen

A
  1. paranoïde verschijnselen
    - een diepgaand en ongegrond wantrouwen naar anderen
    - interpreteren handelingen van anderen snel als vijandig of bedreigend
    - overgevoelig voor kritiek
    - zoeken naar verborgen betekenissen
    - een constante alertheid en angst dat anderen hen kwaad willen doen
  2. dissociatieve verschijnselen
    - een gevoel van ‘er niet echt bij te zijn’
    - een gevoel van innerlijke leegte
    - een gevoel niet te weten vanwaar men komt
    - momenten van vervreemding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

typologie

A
  1. algemeen
    - geen verschillende typen borderline persoonlijkheidsstoornissen
    - mensen met borderline > wel verschillen in de mate waarin ze bepaald gedrag vertonen (zoals extraversie, neuroticisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

co-morbiditeit

A
  1. algemeen
    - 30% mensen met borderline heeft minimaal één andere persoonlijkheidsstoornis
    - 75% mensen met borderline heeft, een stemmings-, angst-, middelenstoornis
    - 40 tot 70% heeft depressieve klachten
  2. kans op;
    - mensen met borderline hebben 4 keer meer kans op alcoholmisbruik
    - 9 keer meer kans op misbruik
    - 8 keer meer kans op een paniekstoornis
    - 5 keer meer kans op een eetstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

algemeen prevalentie

A
  1. algemeen
    - lifetime prevalentie van 2 tot 3%
    - aantal mensen met borderline in Vlaanderen: tussen de 60.000 en 80.000
    - komt even vaak voor bij mannen en vrouwen, maar uit zich anders
  2. mannen
    - bij mannen eerder in agressief gedrag en verslavingsproblemen
    - bij mannen wordt het vaak niet herkend als borderline-stoornis
  3. vrouwen
    - 75% van de diagnoses wordt gesteld bij vrouwen
    - bij vrouwen wordt het vaak sneller herkend omdat vrouwen:
    - sneller hulp zoeken
    - waarschijnlijk kwetsbaarder zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

prevalentie in andere setting

A
  1. komt veel voor in de geestelijke gezondheidszorg:
    - 10% van de ambulante GGZ-patiënten
    - 20% van de klinische GGZ-patiënten
  2. andere
    - de algemene medische zorg
    - de verslavingszorg
    - de forensische zorg en de gevangenissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

prognose

A
  1. algemeen
    - belangrijkste factor: de leeftijd
    - over het algemeen stabiliseren personen met borderline op latere leeftijd
    - het herstel verloopt sneller bij mensen in therapie,
    - maar bij mensen die niet in therapie gaan > spontaan herstel ≠ vrij van problemen
  2. het meest voorkomende patroon:
    - chronische instabiliteit tussen de leeftijd van 20 en 30 jaar, die langzaam vermindert
    - vanaf 30 jaar: bij meerderheid van personen met borderline > persoonlijke relaties stabiliseren en het algemeen functioneren verbeteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly