branding basics Flashcards

A-merk - Merkartikel met een hoge geografische verkrijgbaarheid - Hoge bekendheid en hoog gepercipieerd prijs en kwaliteitsniveau. (60 cards)

1
Q

A-merk

A

A-merk
- Merkartikel met een hoge geografische verkrijgbaarheid
- Hoge bekendheid en hoog gepercipieerd prijs en kwaliteitsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

B-merk

A

B-merk
- Een merkartikel met een hoge geografische verkrijgbaarheid
- Hoge bekendheid en hoog gepercipieerd prijs en kwaliteitsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

C-merk

A

C-merk
- Een gemerkt fabrikantenartikel met een minimale geografische verkijgbaarheid
- Geringe bekendheid
- Laag gepercipieerd prijs en kwaliteitsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

D-merk

A

D-merk
-Een merk dat eigendom is van een retailorganisatie
-Exclusief verkocht door de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fancy merk

A

Fancy merk
-door fabrikant of distirubuteur willekeurig gekozen merknaam
-een product dat eenmalig of slechts voor korte
tijd op de markt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wit merk

A

Wit merk
-Een merkloos product
-Vaak een vrijwel onbedrukte witte verpakking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 soorten merken op doelgroepenbelang

A

1/ Het mythisch merk
-Hoog sociaal en financieel risico
-Belangrijke rol voor design, high preformance en ego
( producten als exclusieve auto’s, dure kleding, sieraden…)

2/ Het territoriummerk
-Laag aankooprisico
-Belangrijke rol voor het product zelf
(Producten als koffie, frisdrank, sigaretten, bier, snacks…)

3/ Het informatie merk
-Grote informatie behoefte, vaak gevoed door groot financieel risico
-Vooral een kwaliteitsgarantie
(Diensten als verzekeringen, banken en producten als wasmachine’s en auto’s)

4/ Het clustermerk
-beperkte rol voor design en ego
-belangrijke rol voor lage prijs
-Product speelt de hoofdrol
(Producten als wc papier, wasmiddelen, margarine…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beeldmerk

A

-Beeldmerk is het symbolische herkenningsteken van het merk.
-Is een onderdeel van een logo.
Kan bestaan uit:
-een woordmerk (nike)
-een beeldmerk (de swoosh)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Merkbeeld

A

-Het merkbeeld is een totaal aan indrukken dat een gebruiker heeft van het merk.
(een sterk merkbeeld zoals het appeltje van Apple, activeert en versterkt het merkbeeld van Apple en haar producten in het hoofd van de consument)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Corporate Brand

A

-Merk waarbij de merknaam gelijk is aan de bedrijfsnaam
-Merk waarbij de consument in eerste instantie denkt aan het bedrijf en dan pas aan de producten of diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Product brand

A

-Merk waarbij de consument eerst denkt aan de producten/diensten waaraan het merk is gekoppeld en vaak het bedrijf erachter niet kent.
(Fanta, Ice tea)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Concept brand

A

-Merk waarbij de consument eerst denkt aan het gedachtegoed waar het merk duidelijk voor staat en fan is van de daarbij ontwikkelde producten/diensten
(rituals)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Corporate, Product en concept brand problemen

A

-Het te ver doorslaan van de uitbreiding van het assortiment
-Een troebel merkbeeld
-Consument weet niet meer waar het merk voor staat en wat het te bieden heeft
-Teveel productcategorieën zorgt voor merkverwarring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Corporate brand voor en nadelen

A

Voordelen:
-Reclame voor een product heeft een positief effect naar alle andere producten voor het merk
-Mogelijkheden voor merkextensies
-Snellere acceptatie van introducties
-Hogere belevingswereld creëeren
-Kleinere marktsegmenten kunnen met minimale investering toch bediend worden

Nadelen:
-Negatieve publiciteit rond een product kan het bedrijf en andere producten schaden
-Onderdelen in het assortiment kunnen tegenstrijdig lijken
-Diffuus merkbeeld kan ontstaan
-Als generalist moeilijker concurreren met gespecialiseerde product brands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Product brand voor en nadelen

A

Voordelen:
-Optimaal merkportfoliomanagement
-Specifieke concurrentie als specialist in het merksegment
-Mogelijkheid een marktsegment te claimen
-Beperkt afbreukrisico

Nadelen:
-Introductie nieuw product brand is duur
-Introductie alleen zinvol bij een groot marktpotentieel
-Merkextensie mogelijkheid beperkt
-Geen synergie voordelen in media communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Concept brand voor en nadelen

A

Voordelen:
-Merkimago op te bouwen op hoog emotioneel niveau
-Fans van het merk zijn geïnteresseerd in nieuwe producten
-Sterk synergie effect in media
-Veel mogelijkheden voor extensies

Nadelen:
-Veel investeringen nodig
-Risico dat een slecht product het gedachtegoed kan schaden
-Gedachtegoed moet geladen en geactiveerd blijven
-Vaak geïmiteerd en gekopieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4 soorten merkarchitectuur

A

1/ het hoofdmerk: in feite de basis, er is altijd een hoofdmerk
2/ het afzendermerk: het bedrijf achter het hoofdmerk
3/ het submerk: varianten onder het hoofdmerk, die onderling verschillend zijn
4/ productnaam, smaak,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De 4 kwadranten van de merkhiërarchie matrix

A

Kwadrant 1: Primaire merk
Kwadrant 2: Secundaire merken
Kwadrant 3: Gerelateerde merken
Kwadrant 4: Separate merken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

4 belangrijke onderdelen van de invulling van de merkstrategie

A

1/merkpositionering
2/Merkdoelgroepen
3/Merkbasis
4/Merkontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

7 bronnen voor een typische merkpositionering

A

1.Purpose
2.Product
3.Imago
4.Concurrentie
5.Distributiekanalen
6.Doelgroep
7.Gemeenschappelijke vijand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is merkpositionering?

A

Merkpositionering is het streven om het merk een bepaalde positie te geven ten opzichte van andere merken in het hoofd van de consument.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

2 accenten die je kan leggen bij de positionering

A

Point of Difference (pod): Punten van verschil bij een product/dienst

Point of Prosparity (pop): Punten van overeenkomst bij een product of dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

6 klusters van merkdoelgroepen

A
  1. Financiële doelgroepen
  2. Arbeidsmarkt
  3. Toeleveranciers
  4. Tussenpersonen
  5. Klanten
  6. Publiek domein
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Merkactivatie

A

Het tot leven laten komen van je merk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Merk herpositionering
= grote aanpassingen in de merkidentiteit (innerlijk) alsook in de visuele merkidentiteit. = wanneer? de gewenste merkidentiteit en het werkelijk imago te ver uit elkaar liggen.
26
Merkstretching
= uitbreiding van het merk met nieuwe producten/diensten binnen de huidige markt waarin het merk actief is. = in feite het merk oprekken. =je verlengt de lijn met producten/diensten. Voordeel: relatief goedkoop: het merk bestaat reeds en je moet alleen de toevoeging communiceren. Nadeel: je kan als merk hierin te ver gaan, waardoor het merkimago troebel wordt.
27
Merkextensie
=het merk begeeft zich buiten de huidige productcategorie. =het merk wordt verbreed. Risico: gevaar van vervreemding
28
Merkruil
= het volledig omwisselen van ene lokale merk in een, bepaald land voor het internationale merk. = voor dezelfde producten/diensten en in principe bij dezelfde doelgroep Voordelen: schaalvoordelen: communicatie (1 tv commercial-website), goedkoper inkopen.
29
Merkintroductie
= de introductie van een volledig nieuw merk met nieuwe producten/diensten bij een nieuwe doelgroep. =reden: de bestaande merken zijn té sterk gekoppeld aan bepaalde producten/diensten.
30
Wat is Brand Design?
Het vormen en vormgeven van van merken.
31
Brand design proces
Proces: Design toepassen is geen momentopname: het is een continu proces. Het is iets dat niet vanzelf verschijnt, je moet het bedenken.
32
Brand design klantbeleving
Het doel blijft om de behoeften van de klant te bevredigen.
33
Brand design winstgevendheid
Design moet je commercieel kunnen gebruiken. -Korte termijn: Kostenvoordeel -Lange termijn: Exclusiviteit, onderscheidend vermogen en herkenning
34
Brand design duurzaam
Een goed design gaat lang mee. Ongeacht wanneer het gemaakt is, het is nog steeds van deze tijd.
35
Customer journey
De klantreis -Het wisselende contact dat de klant heeft met de onderneming.
36
Touchpoints
Tijdens de klantreis komt de klant in contact met het bedrijf. Al deze contactpunten moet je in kaart brengen en managen.
37
Het vormen van de merken
=Innerlijk van het merk, de mentale merkidentiteit
38
Vormgeven van merken
=Het meest zichtbare en tastbare
39
Brand design en merkactivatie
=Het markt klaar maken van je merk
40
Brand design en merkpositionering
=Streven om het merk in het hoofd van de doelgroepen een duidelijke, onderscheidende en relevante positie te geven ten opzichte van andere merken.
41
Functies van Brand design
-Creëren van onderscheiden vermogen -Creëren van toegevoegde waarde -Communiceren van beloftes -Creëren van aandacht -Creëren van herkenning -Communiceren van basisinformatie -Zorgen voor interne motivatie -Verruimen van marktsegmenten -Creëren van nichepositie
42
De fases van het brand design proces (4 stappen)
1. Strategiefase = de merkstrategie en mentale merkidentiteit vastleggen 2. Creatiefase = ontwerpen van visuele merkidentiteit 3. Realisatiefase = uitwerking merkuiting 4. Orkestratiefase = verankeren van de nieuwe stijl
43
4 functies van internal branding
1. Concrete werkinstructies 2. Benutten van aanwezige kennis 3. Motiveren en binden van mensen 4. Het richten van de organisatie
44
Merkvisie 2 belangrijke onderdelen
1. De visie op de toekomst van de markt 2. De positie van het merk in de toekomst
45
Een krachtige merkvisie
-Weerspiegelt en ondersteunt de bedrijfsstrategie -Zorgt voor differentiatie ten opzichte van concurrenten -Laat een krachtige indruk na bij klanten -Geeft energie en inspireert
46
Why, How, Visie, Missie
Why? – merkvisie (drijfveren waarom je iets wil doen) How? – merkmissie (meer gerichte en specifieke motivatie hoe je dat gaat doen) Visie: de wereld zoals je deze wilt zien (toekomstdroom) Missie: wat je doet om de visie te bereiken (de route er naar toe)
47
Kernwaarden
interne normen en waarden
48
Merkwaarden
Extern gericht
49
Wat levert merkpersoonlijkheid op?
1/ zorgt voor onderscheidend vermogen 2/ vergroot de merkbekendheid 3/ vergroot klantloyaliteit
50
Methode op basis van archetypes van Jennifer Aaker
1. Oprechtheid 2. Opwinding 3. Bekwaamheid 4. Verfijning 5. Robuustheid
51
Merkbelofte
Beschrijft wat het merk belooft aan de consument
52
Merkessentie
geeft de kern van het merk aan voor de consument
53
Merkdomein
belangrijk is om na te denken welke positie je gaat claimen, wat mee gaat voor een lange tijd
54
5 take-aways over merkidentiteit
1/ Denk na over de stip aan de horizon en hoe je iedereen meekrijgt om daar te komen 2/ Maak onderscheid tussen interne kernwaarden en externe merkwaarden 3/ Bepaal een merkpersoonlijkheid 4/ Pas de merkbelofte consistent en opvallend toe 5/ Maak bij de merkessentie een echte keuze op basis van het haakje in het hoofd van de klant
55
de tone-of-voice
-taalgebruik: zakelijk, informeel, jeugdig, leesbaarheid -begrippen: typische termen gebruiken die je business versterken -vakjargon: moet passen bij de doelgroep -herkomst: afwisselend woorden gebruiken uit verschillende talen
56
Merkiconen
= het koppelen van personen en karakters aan het merk. Zij kunnen de identiteit van het merk mee bepalen.
57
merkicoon >< icoonmerk
-een icoonmerk betreft het gehele merk, het merk is zo sterk! -een merkicoon is een onderdeel van de visuele merkidentiteit.
58
2 factoren design strategie
1/ wat is de situatie nu? Wat is goed en slecht aan het huidig design? 2/ waar willen we met het merk naartoe en welke bijdrage speelt design daarin
59
GAP-analyse
hoe groot is het verschil tussen de huidige en gewenste situatie? -is er een ‘evolutie’ nodig of een ‘revolutie’? -wordt het een restyling (andere vormgeving) of een herpositionering
60
design thinking
-Er zijn veel manieren om aan ontwerp te doen denken. -sleutel: denken vanuit de wensen van de klant om zo tot unieke/creatieve oplossingen te komen. -niet probleemgericht denken maar oplossingsgericht -het is niet alleen gekoppeld aan het product/ de dienst het gaat veel breder