Brutoformules Flashcards
(28 cards)
1
Q
NH3
A
Amoniak
2
Q
N2H4
A
Hydrazine
3
Q
NH2OH
A
Hydroxylamine
4
Q
HNO3
A
Waterstofnitraat/salpeterzuur
5
Q
H2S
A
(Di)waterstofsulfide
6
Q
S2O3^2-
A
Thiosulfaation
7
Q
S8
A
Octazwavel
8
Q
H2SO3
A
diwaterstofsulfide/zwaveligzuur
9
Q
SO3
A
zwaveltrioxide
10
Q
H2SO4
A
diwaterztofsulfaat/zwavelzuur
11
Q
PH3
A
fosfine
12
Q
H3PO3
A
triwaterstoffosfiet/fosforigzuur
13
Q
H3PO4
A
triwaterstoffosfiet/fosforzuur
14
Q
CH3COOH
A
azijnzuur
15
Q
H2CO3
A
koolzuur
16
Q
CO^2-
A
carbonaat
17
Q
I3^-
A
trijodide
18
Q
HClO4
A
perchloorzuur
19
Q
HClO
A
hypochlorigzuur
20
Q
ClO^-
A
hypochloriet
21
Q
ClO4^-
A
perchloraat
22
Q
H30+
A
hydronium
23
Q
NH4^+
A
ammonium
24
Q
HNO3
A
salpeterzuur
25
HNO2
salpeterigzuur
26
NO3^-
nitraat
27
NO2^-
nitriet
28
HCN
Blauwzuur