bs 1

Question 1

geslacht

Answer 1

lichamelijke geslachtskenmerken. (penis/vulva)

Question 2

geslachtskenmerk

Answer 2

lichaamelijk kenmerk waaraan je een geslacht herkent

Question 3

primair geslachtskenmerk

Answer 3

geslachtskenmerk dat al sinds je geboorte aanwezig is

Question 4

penis

Answer 4

mannelijkvoortplantingsorgaan van de man dat bestaat uit zwellichamen, urinebuis, eikel en voorhuid

Question 5

balzak

Answer 5

huidplooi waar een teelbal en bijbal in ligt

Question 6

vulva

Answer 6

verzamelnaam voor de uitwendige geslachtsorganen van een vrouw

Question 7

intersekse

Answer 7

geslachts van een persoon die een mannelijk en vrouwelijk geslachtskenmerk heeft

Question 8

voortplantingsstelsel

Answer 8

alle organen die een rol spelen bij de voortplanting

Question 9

geslachtsorganen

Answer 9

organen die ervoor zorgen dat mensen zich kunnen voortplanten

Question 10

clitoris

Answer 10

orgaan dat gevoelig is voor prikkels die een fijn gevoel geven

Question 11

clitoriseikel

Answer 11

gevoelig ‘knopje’ van de clitoris

Question 12

clitorishoed

Answer 12

huidplooi om de clitoriseikel

Question 13

binnenste vulvalippen

Answer 13

dunne, gladde huidplooien die onder de clitoris samenkomen

Question 14

buitenste vulvalippen

Answer 14

behaarde huidplooien om de binnenste vulvalippen

Question 15

eikel

Answer 15

top van de penis die erg gevoelig is

Question 16

voorhuid

Answer 16

dunne huidplooi die de eikel bedekt

Question 17

baarmoeder

Answer 17

orgaan waar een bevruchte eicel zich ontwikkelt tot een kind

Question 18

eileider

Answer 18

buis die een eicel vervoert naar de baarmoeder

Question 19

eierstok

Answer 19

orgaan waar eicellen zich ontwikkelen

Question 20

eicel

Answer 20

vrouwelijke geslachtscel

Question 21

vagina

Answer 21

opening die de vulva verbindt met de baarmoeder

Question 22

maagdenvlies

Answer 22

randje weefsel aan het begin van de vagina

Question 23

zwellichaam

Answer 23

orgaan dat zich vult met bloed bij seksuele opwinding

Question 24

teelbal

Answer 24

orgaan dat zaadcellen maakt

Question 25

bijbal

Answer 25

orgaan waar zaadcellen worden opgeslagen

Question 26

zaadleider

Answer 26

buis die zaadcellen vervoert

Question 27

urinebuis

Answer 27

vervoert urine naar buiten het lichaam