Cap VIII Vocabula Flashcards
(37 cards)
1
Q
Taberna
A
Winkel
2
Q
Gemma
A
Juweel
3
Q
Margarita
A
Parel
4
Q
Tabernarius
A
Verkoper
5
Q
Ornamentum
A
Sieraden
6
Q
Anulus
A
Ring
7
Q
Linea
A
Lijn
8
Q
Digitus
A
Vinger
8
Q
Collum
A
Nek
9
Q
Pretium
A
Prijs (Hoe duur)
10
Q
Sestertius
A
Kleinste munt in oud rome
11
Q
Pecuniosus
A
Geld
12
Q
Gemmatus
A
Versierd met edelstenen
13
Q
Quartus
A
Vierde
14
Q
Medius
A
Middelste
15
Q
Viginti
A
20
16
Q
octoginta
A
80
17
Q
nonaginta
A
90
18
Q
vendit
A
koopt
19
Q
consistit
A
staat stil
20
Q
emit
A
koopt
21
Q
aspicit
A
kijkt naar
22
Q
abit
A
gaat weg
23
Q
ornat
A
versierd
24
clamat
schreeuwt
25
ostendit
laat zien
25
monstrat
wijst aan
26
constat
het kost
27
convenit
komt eroverheen
28
alius
ander
29
ille
die, dat
30
tantus
groot als, zoveel
31
satis
genoeg
31
quantus
hoe groot, hoeveel
32
aut
of
32
nimis
te weinig
33
pronomen
voornaamwoord
