Caput 8 Flashcards
(91 cards)
regnum
regni o.
het koninkrijk, de heerschapij
signum
signi o.
het teken
gens
gentis v.
het geslacht, de volksstam
sedes
sedis v.
de zitplaats, de verblijfplaats
certamen
certaminis o.
de wedstrijd
pectus
pectoris o.
de borst, het hart, het verstand
cursus
cursus m.
de loop, de koers
currus
currus m.
de renwagen
metus
metus m.
de vrees
fides
fidei v.
de trouw, het vertrouwen
spes
spei v.
de hoop
singuli
~ae, ~a
elk één, afzonderlijk
dulcis
dulcis, dulce, dulcis
zoet, lief
tot
(onverbuigbaar adj.)
zoveel
certare
certo
strijden
prevenire
prevenio
aankomen
simul
(bijwoord)
tegelijk
quamquam
(voegwoord)
hoewel
cupitas
cupitatis v.
het verlangen
dignitas
dignitatis v.
de waardigheid
libertas
libertatis v.
de vrijheid
crudelitas
crudelitatis v.
facultas
facultatis v.
de makkelijkheid
difficultas
difficultatis v.
de moeilijkheid
