cardiovasculair Flashcards

(57 cards)

1
Q

noem de vijf soorten antihypertensiva

A

ACE remmers
ARBS
beta blokkers
calciumantagonisten
diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welk middel is vaak het middel van eerste keus bij hypertensie

A

ACE remmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe werken ACE remmers

A

zorgen dat angiotensine II wordt geremd waardoor minder hyperplasie gladde spiercellen vaatwand, minder harthypertrofie en verlaging bp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bijwerkingen ACE remmers

A

prikkelhoest, angiooedeem, HYPERkalimie, nierfalen en hypotensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

enalapril

A

ACE remmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lisinopril

A

ace remmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

captopril

A

ACE remmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indicaties ACE remmers

A

hypertensie
hartfalen
diabetische proteinurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

interacties ACE remmers

A

NSAID (nierfalen, verminder effecT)
diuretica (nierfalen, hypotensie)
kaliumsparende diuretica (hyperkalimie)
opiaten/benzo (valneiging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

candesartan

A

ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

losartan

A

ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

valsartan

A

ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

werking ARBs

A

blokkeren RAS via AT1 feceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

atenolol

A

selectieve B blokker (B2 blok)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bisoprolol

A

selectieve B blokker (b2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

metoprolol

A

selectieve B2 blokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

propranolol

A

B blokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

labetalol

A

B en alfa blokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

sotalol

A

B blokker en klasse III anti-aritmicum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

indicatie voor B blokker

A

AF (frequentiecontrole)
hypertensie
stabiel chronisch HF met verminderde systolische ventrikelfunctie
AP
secundaire preventie na MI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bijwerkingen betablokkers

A

hypotensie, bradycardie, broncospasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

belangrijkste bijwerking sotalol

A

QT verlenging, torsades.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

interacties B blokkers

A

calciumantagonist (verapamil, diltiazem) bradycardie
thiazidediuretica/lis, NSAIDs, antipsychotica –> ritmestoornis
NSAID –> minder effect

24
Q

tamsulosine

25
indicatie alfa blokker
hypertensie mictieklachten (LUTS)
26
amlodipine
Ca antagonist, dihydropyridinen
27
nifedipine
Ca antagonist, dihydropyridinen
28
bijwerkingen dihydropyridinen
hypotensie, flushes, hoofdpijn, oedeem, tachycardie
29
bijwerkingen non dihydropyridinen
zelfde maar deze geven een BRADYcardie
30
verapamil
Ca antagonist, non dihydropy
31
diltiazem
Ca anta, non dihydro
32
indicatie non dihydropyridinen
hypertensie en AF
33
interacties non dihydropyrinenen
B blokkers
34
bumetanide
lisdiuretica
35
furosemide (lasix)
lisdiuretica
36
aangrijp punt lisdiuretica
lis van henle, blokt de Na/K/cl cotransporter waardoor meer water verlies
37
bijwerkingen lisdiuretica
hypoK hypotensie dehydratie
38
chloorthalidon
thiazidediuretica
39
hydrochloorthiazide
thiazidediuretica
40
aangrijppunt thiazidediuretica
DCT, blokkade Na/cl cotransporter
41
bijwerkingen thiazidediuretica
hypoK hypoNa hypotensie
42
amiloride
k sparende diuretica (aldosteronantagonsiten)
43
spironolacton
k sparende diuretica
44
triamtereen
k sparende diuretica
45
bijwerkingen kaliumsparende diuretica
hyperK
46
RF voor hyperK bij kaliumsparende diuretica
DM, HF, ouder, nierfalen
47
indicatie lisdiuretica
HF levercirrose
48
indicatie thiazidediuretica
hypertensie mild HF NEIT bij nierfunctieverlies
49
indicatie kaliumsparende diuretica
naast ander diuretica ter voorkoming hypoK spironolacton --> betere prognose bij NYHA3
50
digoxine
hartglycosiden
51
indicatie digoxine
hartfalen AF
52
bijwerkingen digoxine
ritmestoornis
53
interacties digoxine
lis en thiazidediuretica, NSAIDs --> ritme verapamil --> bradycardie
54
nitroglycerine
nitraat
55
indicatie nitroglycerine
AP longoedeem/astma cardiale
56
bijwerking nitroglycerine
nitraatcollaps
57