Cardiovasculaire fysiologie - ANKI Flashcards
(35 cards)
Benoem de ‘cardiac cycle’
Diastole:
- isovolumetrische relaxatie
- snelle ventriculaire vulling
- langzame ventriculaire vulling
- atriale contractie
Systole:
- isovolumetrische contractie
- ejectie
Wat gebeurt er tijdens de diastole met de druk in aorta en pulmonaal arteriën?
De druk daalt langzaam doordat bloed naar de periferie stroomt.
Hoe groot is het einddiastolische ventriculaire volume?
En de einddiastolische druk?
130ml staand en 160 ml liggend
10mmHg, iets hoger in LV dan in RV
Wat representeert de a-golf in de CVD curve?
De atrial contractie, want de druk in de grote venen stijgt heel even als het atrium contraheert.
Wat veroorzaakt de eerste harttoon?
sluiten van atrioventriculaire kleppen
Wat gebeurt er ten tijde van de R-golf op het ECG?
Start ventriculaire contractie
Waardoor ontstaat de c-golf in de atriale drukcurve?
Het uitstulpen van de atrioventriculaire klep in het atrium tijdens de isovolumetrische contractie tegen de nog gesloten aorta- en pulmonalis klep.
Wat is de druk in de a. pulmonalis tijdens systole?
8mmHg naar 25mmHg
Wat representeert de T-golf op het ECG?
Repolarisatie van de ventrikels en begin relaxatie.
Wat representeert de dicrotic notch in de aorta drukcurve?
Eind-systolisch sluit de aortaklep waardoor het bloed tegen de klep ‘botst’ en de druk kortdurend even iets hoger is voor het verder daalt door uitstroom van bloed naar de periferie.
Hoe groot is het slagvolume, het eindsystolische ventriculaire volume en de ejectie-fractie?
Slagvolume: 70 ml
Eindsystolisch volume: 60 ml
Einddiastolisch volume: 130ml
Ejectiefractie: 70/130 = 54%
Wat gebeurt er met de druk in de atria tijdens de snelle ejectiefase van de ventrikels?
De druk daalt tot 0 of zelfs negatief doordat de contraherende ventrikel de atrioventriculaire klep naar beneden trekt en daarmee het atrium verlengt en vergroot.
Omschrijf de LV druk curve
Wat is het verschil met de aorta druk curve?
Omschrijf de druk-volume loop voor de LV
Hoe verandert de druk-volume loop bij ischaemie?
De loop lijkt naar rechts te leunen door verlenging van ventriculaire vezels tijdens de (normaal gesproken) isovolumetrische contractie fase waardoor uitstulping van het ischaemische deel van de hartspier met toename van volume (?).
Hoe verandert de druk-volume loop bij verhoogde pre-load?
De loop wordt wijder doordat het eind-diastolische punt naar rechts schuift, maar het eind-systolisch volume blijft gelijk.
Hoe verandert de druk-volume loop bij verhoogde after-load?
De loop wordt hoger en smaller doordat er tegen een hoge druk in gepompt moet worden. Het eind-systolisch volume wordt groter en het slagvolume daardoor kleiner. Het einddiastolisch volume blijft gelijk.
Hoe verandert de druk-volume loop bij verhoogde contractiliteit?
Begin met de definitie van contractiliteit.
Contractiliteit = de intrinsieke mogelijkheid van hartspier vezels om te verkorten, onafhankelijk van pre- en afterload.
De loop wordt wijder doordat het eind-systolische punt naar links gaat.
Wat is de ESPV(R) en waar zegt dit iets over?
Eind-systolische druk-volume lijn/relatie
De lijn die getrokken kan worden van het nulpunt naar het eind-systolische punt van de loop of tussen twee punten van twee loops om deze te vergelijken. Hoe stijler deze lijn, hoe groter de contractiliteit.
Hoe groot is de bloed flow van het myocard in ml (rust en inspanning) en in percentage van de CO?
250ml/min in rust
1250ml/min bij inspanning
5% van CO
Beschrijf de anatomie van het begin van de coronair arteriën
De left coronary arterie (LCA) ontspringt uit de linker aorta-cusp: posterior aortic sinus
De rechter coronair arterie (RCA) ontspringt uit de rechter cusp: anterior aortic sinus
De posterior cusp is ook wel de non-coronaire cusp
Omschrijf het verloop van de LCA
Loopt via lateraal van de pulmonary trunk naar de linker atrio-ventriculaire groeve.
Vertakt vrij snel in Left Arterial Descending en de (ramus) Circumflex.
LAD loopt door inter-ventriculaire groeve naar apex, draait via inferior naar anastomose met de posterior interventriculaire tak van de RCA.
De circumflex volgt de atrioventriculaire groeve naar posterior en anastomose met terminale einde van de RCA.
Omschrijf het verloop van de RCA
Loopt tussen de pulmonary trunk en het rechter atrium en daalt door de atrioventriculaire groeve naar inferior.
Inferior takt de marginal branch af en loopt langs de onderzijde van het hart naar de apex.
De RCA volgt zijn weg en de grootste tak, de posterior ventricular artery of de right descending artery daalt door de posterior interventriculaire groeve richting de apex voor een anastomose met de LAD.
Het kleine laatste deel van de RCA volgt zijn weg naar een anastomose met de circumflex.
Welk gebied wordt voorzien door de LCA?
Grootste deel LV, LA, AV-septum Deel RA soms ook de sinus-knoop (40%) heel soms de AV-knoop (10%) SALP: septum-anterior-lateraal-possibly inferior