Case Polymeren Flashcards

(86 cards)

1
Q

Macromoleculaire stof

A

bestaat uit zeer grote moleculen

(tot zelfs 100.000 atomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Monomeer

A

bouwsteen van de polymeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Polymeren

A

Macromoleculaire stof

opgebouwd uit regelmatig terugkerende monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oligomeren

A

Polymeer met klein aantal structuureenheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Repeterende eenheid

A

Kleinste monomeer dat steeds terugkeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Polymerisatiegaad

A

Aantal repeterende eenheden per polymeerketen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Homopolymeer

A

Polymeer uit 1 soort monomeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Copolymeer

A

Polymeer uit 2 verschillende monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Statisch copolymeer

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alternerend copolymeer

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Blokcopolymeren

A

Komen in blokken voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ent- en graftcopolymeren

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Terpolymeer

A

Polymeer uit 3 verschillende monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Polymeerblend

A

Mengsel van verschillende polymeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lineaire polymeren

A
  • Thermoplasten
  • Relatief zwakke interacties onderling
  • Ketens verstrengelen in elkaar (spaghetti)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lineair vertakte polymeren

A
  • Thermoplasten
  • Vertakte macromoleculen
    • Ontstaan door zijreacties tijdens polymeersynthese
  • Verminderde dichtheid van polymeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Beperkt vernette polymeren

A
  • Elastomeren
  • Dwarsverbindingen tussen polymeerketens op covalente basis
    • Cross-links
  • Bekomen door vulkanisatie
    • (bij rubbers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Sterk vernette polymeren

A
  • Thermoharders
  • Polymeerketens die onderling sterk verbonden zijn
    • Via overwegend covalente bindingen
    • 3D-netwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Thermoplasten

A
  • Lineair of vertakte structuur
    • Onvernet!
  • Worden zacht bij opwarming
    • Terug hard bij afkoeling
    • Vormvast bij afkoeling
  • Decompositie bij te hoge temperatuur
  • Oplosbaar in solvent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Elastomeren

A
  • Beperkt vernette polymeren
  • Rubberachtige eigenschappen
  • Wordt niet plastisch bij hoge temperatuur
  • Decompositie bij te hoge temperatuur
  • Onoplosbaar in solventen
    • Kan opzwellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Thermoharders

A
  • Strak 3D netwerk van covalente bindingen
    • Sterk vernet
  • Bros
  • Versterkbaar met vulstof
  • Wordt niet plastisch bij hoge temperatuur
  • Decompositie bij te hoge temperatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Eigenschappen polymeer gebaseerd op?

A
  • Chemische structuur
  • Vertakkingsgraad
  • Gemiddelde molmassa
  • Molmassa verdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Aantalgemiddelde molmassa Mn

A

Aantal moleculen met een bepaalde massa t.o.v. een totaal aantal moleculen

  • ni = aantal fractie (Ni/Ntotaal)
    • Verhouding # ketens van een bepaald soort t.o.v. het totaal # ketens
  • Mi = molmassa van de polymeermolecule met polymerisatiegraad i
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Gewichtsgemiddelde molmassa Mw

A

Gewicht van de moleculen met een bepaalde molmassa t.o.v. het totale gewicht

  • wi = gewichtsfractie (Wi/Wtotaal)
    • Verhouding van het gewicht van alle ketens van soort i
  • Mi = molmassa van de polymeermolecule met polymerisatiegraad i
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Monofunctioneel
Geen polymeer CH3-CH2-OH
26
Bifunctioneel
Lineair polymeer n HOOC-C6H4-OH
27
Dubbele binding
Bifunctioneel Lineair polymeer n CH2=CH2 → (-CH2-CH2-)n
28
Trifunctioneel
Vernetting mogelijk
29
Radicalaire polymerisatie: Stap 1
**Initiatie** * Toevoeging van eev verbinding die radicalen levert * **Initiator**
30
Radicalaire polymerisatie: stap 2
**Propagatie** * Keten groeit door herhaaldelijke toevoeging van monomeren aan het radicaal **actief centrum** * Hele snelle fase
31
Radicalaire polymerisatie: stap 3
**Terminatie** * Keten blijft groeien tot eindgroep verdwijnt * Bv. door combinatie van 2 groeiende centra -\> 1 polymeer molecule
32
Anionische polymerisatie
Actief centrum is een carbanion
33
Kationische polymerisatie
Actief centrum is een carbokation.
34
Coördinatiepolymerisatie
* Stereospecifieke plaatsing van opeenvolgende monomeereenheden langs de polymeerketen. * Dankzij bv. Ziegler Natta katalysatoren
35
Massapolymerisatie
* Polymerisatie van zuiver onverdund polymeer * **Polymeersmelt** na polymerisatie * Verwerken tot korrels
36
Massapolymerisatie: voor-/nadelen
+ Geen oplosmiddelen nodig - Sterke steiging viscositeit - Moeilijke warmteafvoer
37
Massapolymerisatie: Toepassingen
* Bereiding van condensatiepolymeren * Bv. nylon * Gegoten PMMA * Plexiglas * Productie van voorwerpen uit plexiharders
38
Solventpolymerisatie
* Monomeer moet oplosbaar zijn in solvent * Initiator, katalysator en gevormd polymeer niet altijd oplosbaar in solvent
39
Solventpolymerisatie: voor-/nadelen
+ Betere controle polymerisatie dankzij solvent - Gevaar voor milieu - Extra kostprijs van solvent
40
Solventpolymerisatie: Toepassingen
* Wanneer gevormd polymeer als **oplossing** wordt gebruikt * Anders moet solvent verwijderd worden, wat zeer moeilijk is * Lijm, verf, gieten van folie,...
41
Suspensiepolymerisatie
* Goed roeren in water * In aanwezigheid van **beschermvolloid als suspensiemiddel** **​** * Monomeer is onoplosbaar in water * Initiator lost op in water * Polymerisatie gebeurt in elke druppel in suspensie
42
Suspensiepolymerisatie: Proces
Proces in elke druppel: 1. Vloeibaar monomeer 2. Kleverig deeltje (proces is bezig) 3. Toevoeging **beschermcolloid** en **hard roeren** * **Coaguleren** verhinderen 4. Vast glasachtig deeltje na proces 5. Deeltjes afzonderen door filter
43
Suspensiepolymerisatie: voor-/nadelen
+ Betere controle polymerisatie + Zuiver polymeer (weinig hulpstoffen) - \> zuiverder PVC dan emulsiepolymerisatie - Discontinue bereiding
44
Suspensiepolymerisatie: Toepassing
* Sterk exotherme radicaalpolymerisaties * PS, PVC, PMMA * **Piepschuim**
45
Emulsiepolymerisatie
Bestaat uit: * Dispergerend medium (*water, ...*) * Monomeer -\> **on**oplosbaar in *water (dm)* * Initiator -\> oplosbaar in *water (dm)* * Emulgator of zeep * Oppervlak actieve stof met hydrofiele kop en hydrofobe staart * Micelvorming boven bepaalde concentratie * Ook monomeerdruppels aanwezig
46
Emulsiepolymerisatie: proces
* Monomeerdruppels + micellen * Initiator is opgelost in water 1. Diffusie van monomeermoleculen uit druppels naar micellen * In water: monomeren botsen met initiator * Door botsing ontstaan er radicalen 2. Radicaal treedt micel binnen 3. Monomeren in micel polymeriseren 4. Tweede radicaal in micel -\> terminatie 5. Volgende radicaal in cel -\> nieuwe polymerisatie 6. Micellen die polymeer bevaten blijven groeien * ​Zo lang vers monomeer wordt aangevoerd 7. Stabiele emulsie van polymeer in water * Deeltjes van 0,1 μm * Ook wel latex genoemd
47
Emulsiepolymerisatie: voor-/nadelen
+ Dun, vloeibaar reactiemengsel + Regelbare reactiesnelheid en ketenlengte + Stabiele latex als eindproduct + Seeded polymerisation (synthese van ent-copolymeren) - Veel hulpstoffen (moeilijk verwijderbaar)
48
Emulsiepolymerisatie: Toepassingen
* Vinylacetaat * Chloropreen * Styreen-butadieen copolymeer * Bereiden als latex * Verf, coatings, ...
49
Grensvlakpolymerisatie
* 2 monomeren in 2 **niet**-mengbare oplosmiddelen * Polymerisatie treedt op aan grensvlak * Gevormde vlies als streng uit systeem
50
Polyethyleen: Formule
n CH2=CH2 → (-CH2-CH2-)n
51
Polyethyleen: Eigenschappen
* Zacht * Taai * Isoleert warmte en stroom * Onschadelijk voor gezondheid * Smaak- en reukloos * Licht * Dichtheid hoger → stijfheid hoger * Chemisch stabiel * Lasbaar * Onschadelijk voor gezondheid * Sterk * Makkelijk te maken
52
LDPE: Eigenschappen
* Lage dichtheid * **Lineair** vertakte ketens * Flexibel * Polymerisatie: * Hoge druk * Hoge temperatur
53
LDPE: Toepassingen
* Folie * Tetrabrikken * Wasmanden * Speelgoed
54
HDPE: Eigenschappen
* Hoge dichtheid * Stijf * Lineair polymeer (**niet** vertakt) * Dichtere pakking van de ketens * Verweekt pas boven 125°C * Polymerisatie: * **Lage** druk * Reactie duurt 1-4 uur * Speciale katalysator
55
HDPE: Toepassingen
* Flessen * (bier)Kratten * Vuisnisbakken * Speelgoed
56
Polypropyleen: Formule
n CH2=CH-CH3 → (-CH2-CH(-CH3)-)n
57
Polypropyleen: Eigenschappen/Toepassingen
Meer temperatuurresistent dan PE * Textielvezel * Tapijt, trekkabels * Speelgoed * Scharnieren * Zeer goede weerstand tegen herhaald buigen * Keukengerei
58
Polyvinylchloride: Formule
n CH2=CH-Cl → (-CH2-CH(-Cl)-)n
59
Polyvinylchloride: Eigenschappen
* Zuivere PVC is **Hard** * Zacht door toevoeging weekmakers * Technisch hoogwaardige eigenschappen * Goede prijs/kwaliteit * Lange levensduur * Vlamdovend * ± Onderhoudsvrij * Isolerend * elektriciteit, temperatuur, geluid * Vele kleuren * Zeer resistent
60
Polyvinylchloride: Toepassingen
* Hard PVC * Buizen * Raamprofielen * Kabelisolatie * Zacht PVC * Vinylbehang * Vinylvloerbekleding * Kunstleer * Tuinslang
61
Polystyreen: Formule
n CH2=CH-C6H5 → (-CH2-CH(-C6H5)-)n
62
Polystyreen: Eigenschappen
* Glashelder wanneer zuiver * Bros * Versterkbaar met mengen met rubber * Normaal in schuimvorm * Licht * Isoleert * Makkelijk verwerkbaar * Niet giftig * Makkelijk recycleerbaar * Bestand tegen rotten en schimmels * Neemt weinig water op
63
Polyethyleentereftalaat: Formule
n HO-(CH2)2-OH + n HOOC-C6H4-COOH → H(-O-(CH2)2-O-C(=O)-C6H4-C(=O)-)nOH + (2n-1)H2O
64
Polyethyleentereftalaat: Eigenschappen
* Hard * Sterk * Maatvast
65
Polyethyleentereftalaat: Toepassingen
* Flessen * Textielvezel * ...
66
Butadieenrubber: Formule
n CH2=CH-CH=CH2 → (-CH2-CH=CH-CH2-)n
67
Butadieenrubber: Eigenschappen
* Goede slijtvastheid * Meestal gemengd met SBR of natuurrubber * Styreen-butadieenrubber
68
Styreen-Butadieenrubber: Eigenschappen
Copolymeer van butadieen en styreen met rubberkarakter * Vulkanisatie met zwavel * Versterking met roet
69
Isopreenrubber
Synthetische kopie van natuurrubber
70
Isopreenrubber: Toepassingen
* Banden voor vrachtwagens * Spuitgieten
71
Polymeermatrixcomposieten: Composiet
Materiaal uit een continue **polymeermatrix** waarin een **wapeningsmateriaal** is aangebracht
72
Polymeermatrixcomposieten: Polymeermatrix
Meestal thermoharder Soms thermoplast
73
Polymeermatrixcomposieten: Wapening
Glasvezel, grafietvezel, metaal, keramisch materiaal
74
Polymeermatrixcomposieten: Eigenchappen
* Licht * Sterk * Corrosiebestendig * Schokbestendig * Mech eigenschappen bepaald door **wapeningsmateriaal**
75
Polymeermatrixcomposieten: Toepassingen
* Ruimtevaart * Luchtvaart * Scheepsvaart
76
Antioxidantia
Gaat oxidatie door thermische energie tegen
77
UV-Stabilisatoren
Gaat oxidatie door licht tegen Vangen licht op
78
Warmte stabilisatoren
Verhinderen afsplitsing van HCl Anders verkleuring en degradatie
79
Weekmakers
Betere flexibiliteit en verwerkbaarheid -\> Vloeit beter
80
Pigmenten en kleurstoffen
Pigmenten: onoplosbaar Kleurstoffen: oplosbaar Transparantie is functie vandeeltjesgrootte en materiaaldikte
81
Vulstoffen en versterkingsmiddelen
Prijsverlagend en/of verbetering eigenschappen
82
Smeermiddelen
smeermiddelen: makkelijker door verwerkingsmachine antislip zorgt voor betere stapeling gevulde zakken vernettingsmiddel: x-links in thermoharder
83
Schuimmiddelen
Chemische en fysische blaasmiddelen
84
Anti-statica
vermijden van statische ladingen Handig bij folie en tegen oppervlaktevervuiling
85
Brandvertragers
Gaan oxidatie tegen bij aanwezigheid van een vlam
86
Alternatieve stoffen
* Zetmeel * Cellulose * Suikers * Melkzuur * Organisch afval * Algen * Plantaardige oliën * Micro-organismen *