Celcultuur Flashcards

1
Q

Welke uitvindingen zijn er in 1971 en 1973 gedaan? licht toe

A

1971: recombinant DNA maken met vectoren van virussen.
1973: recombinant DNA gebruiken voor eiwitten maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Genentech?

A

Het eerste biotechnologiebedrijf uit 1976

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een eiwit?

A

Een keten van aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de soorten eiwitstructuren?

A

Primair: volgorde van aminozuren.
Secundair: structuur; a-helix, B-plaat/sheat of geen structuur.
Tertiaire: opgevouwen polypeptideketens.
Quaternaire structuur: Meerdere eiwitten aan elkaar vast,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen diabetes type 1 en 2

A

type 1: insuline wordt niet aangemaakt.

type 2: insuline resistentie opgebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet een epo eiwit en hoe wordt het gemaakt en waarvoor wordt het gebruikt?

A
  • Maakt rode bloedcellen –> zuurstof.
  • Gemaakt door de nier. -
  • Wordt gebruikt voor ziektes, zoals nier, darm en kanker. Ook voor doping.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is anemia?

A

Het tekort aan rode bloedcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een glyco-protein?

A

Suiker-eiwit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is glycosylering?

A

Proces waarbij suikergroepen worden gebonden aan aminozuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 2 soorten glycosylering?

A

N-linked; suikergroep bindt zich aan stikstof en O-linked: suikergroep bindt zich aan zuurstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de volgorde van uitvindingen in de biotechnologie:

groeihormoon - insuline - recombinant DNA - antilichaam verbeterd - antilichaam - Epo

A
Recombinant DNA
Groeihormoon
Insuline
Antilichaam
Epo
Antilichamen verbeterd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 soorten aminozuren?

A

Met + of - lading
Met speciale zijgroepen (bv. zwavel)
Met hydrofobe zijgroepen
Met hydrofiele zijgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt Epo gemaakt? schematisch

A
  1. Weinig zuurstof.
  2. Signaal naar nieren om Epo te produceren.
  3. Epo wordt gemaakt en naar beenmerg gestuurd.
  4. Beenmerg maakt rode bloedcellen.
  5. Meer zuurstof.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de functies van suikergroepen op eiwitten? (3)

A

Structuur: extracellulaire matrix

Stabiliteit: Ph, temperatuur

Interactie met andere eiwitten/cellen: Suikergroep bepaalt wat een antistof moet doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is post-translationeel proces?

A

Een eiwit wordt gebonden aan bijv. een suikergroep door post-translationeel proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden suikergroepen gekoppeld aan een eiwit?

A
  1. Suikergroepen worden in het cytoplasma in elkaar gezet op het ER.
  2. Door FLIPPASE worden ze in het ER gebracht.
  3. Ze worden gekoppeld aan een eiwit.
17
Q

Beschrijf glucolisering bij bacteriën, gisten en dierlijke cellen in tegenstelling tot mensen

A

Bacteriën: geen glucolisering
Gisten: anders dan mensen
Dierlijke cellen: vergelijkbaar

18
Q

Hoe kun je recombinant EPO ontdekken? 4 stappen

A
  • Urine verkrijgen
  • eiwitten uit elkaar halen
  • antilichamen gebruiken om EPO zichtbaar te maken
  • Vergelijken met natuurlijk EPO
19
Q

Wat zijn HELA, CHO, VERO en HEK23 cellen? Waar worden ze voor gebruikt?

A

HELA: baarmoederhalskanker, gebruikt voor celbiologie.
CHO: hamster eierstokcellen, gebruikt voor eiwitten/medicijnen.
VERO: nieren van aap, gebruikt voor griep vaccin.
HEK23: niercellen, gebruikt voor transfectie, genexpressie.

20
Q

Wat is FCS en wat doet het?

A

Fetal calf serum: ongedefinieerde eiwitten, cellen gaan hierdoor los van de bodem.

21
Q

Wat doet Pluronic?

A

Stabiliseert bubbels, zodat dierlijke cellen niet kapot gaan. (dierlijke cellen hebben membraan, geen celwand)

22
Q

Welke afvalstoffen produceren dierlijke cellen en hoe worden die verwijdert?

A
  • Ammonia, melkzuur en CO2.

- cellen worden gescheiden van medium met een reactor.