chapitre 2-E Flashcards
(40 cards)
1
Q
l´enfant
A
het kind
2
Q
le super marché
A
de super markt
3
Q
la plage
A
het strand
4
Q
le rendez-vous
A
de afspraak
5
Q
le probléme
A
het probleem
6
Q
demain
A
morgen
7
Q
célèbre
A
beroemd
8
Q
importante
A
belangrijk
9
Q
maintenant
A
nu
10
Q
j´ai besoin de
A
ik heb nodig
11
Q
aider
A
helpen
12
Q
chercher
A
zoeken
13
Q
trouver
A
vinden
14
Q
regarder
A
kijken naar
15
Q
aimer
A
houden van
16
Q
mais
A
maar
17
Q
avec
A
met
18
Q
beaucoup
A
veel
19
Q
toujours
A
altijd
20
Q
combien
A
hoeveel
21
Q
het kind
A
l´enfant
22
Q
de supermarkt
A
le super marché
23
Q
het strand
A
la plage
24
Q
de afspraak
A
le rendez-vous
25
het probleem
le probléme
26
morgen
demain
27
beroemd
célèbre
28
belangrijk
importante
29
nu
maintenant
30
ik heb nodig
j´ai besoin de
31
helpen
aider
32
zoeken
chercher
33
vinden
trouver
34
kijken naar
regarder
35
houden van
aimer
36
maar
mais
37
met
avec
38
veel
beaucoup
39
altijd
toujours
40
hoeveel
combien