Chemie Als Wetenschap Flashcards
(31 cards)
1
Q
Suikerwater m of a
A
Molecule
2
Q
Water m of a
A
Atoom
3
Q
Gasmengsel m of a
A
Atoom
4
Q
Verbranden van benzine in een wagen f of c
A
Chemisch verschijnsel
5
Q
Vorming van een regenboog f of c
A
Fysisch verschijnsel
6
Q
Verteren van voedsel f of c
A
Chemisch verschijnsel
7
Q
Koffie zetten f of c
A
Fysisch verschijnsel
8
Q
Bakken van koekjes f of c
A
Chemisch verschijnsel
9
Q
Ijskristallen op een raam f of c
A
Fysisch verschijnsel
10
Q
❗️
A
Irriterend
11
Q
💣
A
Explosief
12
Q
☠️
A
Giftig
13
Q
🐟
A
Milieu gevaarlijk
14
Q
🧪🖐🏽
A
Bijtend
15
Q
📛
A
Ontvlambaar
16
Q
📛♨️
A
Brand bevorderend
17
Q
🍾
A
Gassen onder druk
18
Q
🦠🙍🏽♂️
A
Schadelijk voor gezondheid
19
Q
H zinnen
A
Hazard, gevaren
20
Q
P zinnen
A
Precausium, vooraf
21
Q
Cola z of m
A
Mengsel
22
Q
Goud z of m
A
Zuivere stof
23
Q
Zuiker z of m
A
Zuivere stof
24
Q
Gas ↩️↪️ vloeistof
A
Verdampen, condensteren
25
Vloeistof ↩️↪️
Smelten, stollen
26
Vast↩️↪️gas
Sublimeren, desublimeren
27
Zuivere stoffen
Bestaan uit precies een soort stof
28
Mengsels
Zijn meerdere zuivere stoffen samen
29
Mengsels bestaan uit
Bestanddelen
30
Heterogene mengsels
Je kan de bestanddelen onderscheiden.
31
Homogene mengsels
Je kan de bestanddelen niet van elkaar onderscheiden.
