Class Phrase Flashcards
(106 cards)
1
Q
To shout
A
Schreeuwt . Gillen
2
Q
Impressive
A
Indrukwekkend
3
Q
Especially
A
Vooral
4
Q
I do not understand
A
Ik begrijp het niet
5
Q
Confusing
A
Verwarrend
6
Q
Annoying
A
Vervelend
7
Q
Different
A
Verschillende
8
Q
Dangerous
A
Gevaarlijk
9
Q
Ongezellig
A
Uncomfortable
10
Q
Net als ik
A
Just like me
11
Q
The same
A
Hetzelfde
12
Q
My topic is the same as her
A
Mijn onderwerp is hetzelfde als haar
13
Q
3時まで
A
Tot drie uur
14
Q
After the lesson
A
Na de les
15
Q
To sign up
A
Zich aangemeld voor
16
Q
Rules
A
De regel /regels
17
Q
Levels
A
Niveaus
18
Q
Forbidden
A
Verboden/ verbieden
19
Q
Request
A
Het verzoek
20
Q
Food nutrition
A
De voeding
21
Q
Lover of
A
De liefhebber van
22
Q
Knowledge expertise
A
De kennis
23
Q
Average
A
Gemiddeld
24
Q
Quiet, softly
A
Zacht
25
To be unsure
Twijfel tussen
26
Sex
Het geslacht
27
Stupid
Dom
28
To spoil
Verwennen
29
Every now and then
Af en toe
30
To move exercise
Bewegen
31
Attention
De aandacht
32
Noisy
Luidruchtig
33
At least
Ten minste
34
May I borrow from someone
zou ik van iemand mogen lenen
35
houd het een beetje rustig
Keep it calm
36
On the way to
Op weg naar hun werk. Ze kijken op hun telefoon. Of ze lezen de krant.
37
Is is Actually still too early to drink
Het is eigenlijk nog te vroeg om te drinken. Maar ze verlangt naar alcohol. Ze pakt het flesje en neemt een slok.
38
No one knew why it did not work
Maar niemand wist waarom het niet lukte.iedereen zei je bent nog jong.
39
He often said we are still happy together. That’s not enough?
Hij zei vaak :we zijn toch gelukkig samen? Dat is toch genoeg?
40
I had dream about ur breast. I want u. When I see you.
Ik heb vannacht van je borsten gedroomd. Ik verlang naar je. Wanner zie ik je wee?
41
You are addicted to alcohol
Je bent verslaafd aan alcohol. Ze dronk inderdaad te veel.
42
An acquaintance from before
Een kennis van vroeger
43
All curtains r closed
Alle gordijnen zijn dicht.
44
Geduldig genoeg
Patient enough
45
Heb je geheimen voor mij?
Wat dacht je?
Do you have secrect for me? What did u think
46
Ze hielp me met Verhuizen
She helped me with moving
47
Nooit aan gedacht ook
Never thought about that either.
48
Nooit aan gedacht ook
Never thought about that either.
49
Luister nou even
Listen now
50
ik kon dat geld goed gebruiken
I could really use that money
51
Zeker nu
Essentially now
52
wat hoor ik toch
What do I hear
53
blijf maar. Ik ga wel
Just stay.
54
Goed lijf heb je.
Good body
55
Ik had een afspraak me pa, maar hij kwam niet opdagen. We kunnen jou ook niet bereiken.
He did joy show up. Could not reach u.
56
I am so glad u came along
ik ben zo blij dat je bent meegegaan. Ik ook. Gelukkig.
57
Reis door Nederland maken
Travel through
58
Het is groen en het zingt. Wat is het? Het is een groene vogel. Zal ik het zeggen?
Green and sing. Green bird. Shall I say?
59
Wat geloof jij
What you believe
60
We think that she has homesick.
We denken dat ze heimwee heeft.
61
het is nu onduidelijk of ik in nl blijf.
Ik weet niet hoelang ik in Nederland wil blijven.
it is now unclear whether i will stay in nl
62
i wonder where the museum is
ik vraag me af waar het museum is
63
ze twijfelt wat ze moet doen
she is unsure what to do
64
liefde alles overwint
love conquers all
65
Royoko heeft gevraagd waarom ik dat vuurwerk zo erg find
I find fireworks so bad
66
Ik vroeg wat de afstand tot de luchthaven is.
What the distance to the airport is.
67
don't you remember that anymore
weet je dat niet meer
68
maar ze schaamde zich altijd heel erg
but she was always very ashamed
69
ze wacht tot Tom terugbelt
she waits for Tom to call back
70
er is iets aan de hand
something is wrong here
71
Ik heb dat geprobeerd
I tried
72
Cathy heeft gelijk
Cathy is right
73
he's probably still angry
hij is vast nog steeds boos
74
je was er slecht
you were bad there
75
ik klaag niet
i'm not complaining
76
heerlijk mensen ontmoet
met lovely people
77
ik ze nu niet meer kwijt wil
I don't want to lose them now
78
dat gaat maar door
It just goes on and on
79
Dat gaat maar door
it just goes on and on
80
you're saying it out loud now
je zegt het nu toch hardop
81
how do you say in netherlands
hoe zeg je in nederland
82
hoe heten ze
what are their names
83
misschien heb ik toch mijn hoofd te hard gestoten
maybe I hit my head too hard
84
I'm going to take a shower
ik ga even douche
85
how can this be
hoe kan dit
86
what are you doing
waar ben je mee bezig
87
you have no friends at all
je hebt helemaal geen vrienden
88
how did you know where i was
hoe wist je waar ik was
89
your passport was not in the drawer
je paspoort lag niet in het laatje
90
they talked about it with their wives
ze hebben het er met hun vrouw over gehad
91
I sometimes drink more than I can handle
ik af en toe meer zuip dan ik nog aankan
92
you never go anywhere alone
je gaat nooit alleen ergens heen
93
hurry up
schiet op
94
it's up to you
het is aan je
95
you can't even wait until we get home
je kan niet eens wachten tot we thuis zijn
96
is that a good spot
is dat een goed plekje
97
wait a minute. this is pointless.
wacht nou even. dit heeft geen zin.
98
i wont force you to do anything. i will make sure you dont do anything stupid.
ik dwing je nergens toe. ik zorg dat je geen domme dingen doet.
99
what is this about
waar gaat dit over
100
I am pleasant company and I am funny
ik ben prettig gezelschap en ik ben grappig
101
I do and I mean that as a compliment
ik wel en dat bedoel ik als compliment
102
103
Wennen aan
Ze is eraan gewend (geraakt)
104
we were really surprised
we waren echt verrast
105
we dicht bij huis waren
we were close to home
106
