Clinical Psychology Flashcards

1
Q

Micropsia

A

Je ziet alles kleiner dan dat het is, behalve jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Macropsia

A

Je ziet alles groter dan dat het is, behalve jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Plagiopsia

A

Alle verticale lijnen schuin zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dysmorphopsia

A

Alle verticale lijnen golvend zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Environemental tilt

A

De hele omgeving is 90 / 180 graden gedraaid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inverted vision

A

Een object is 90 graden of 180 graden gedraaid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Visual allachaesthesia

A

De omgeving van een object is gespiegeld, waarvan een deel geblurd of ondersteboven is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Visual Allochria

A

Een object aan de andere kant van het gezichtsveld zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hyperchromatopsia

A

Alle kleuren feller zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Achromatopsia

A

Alles in zwart-wit zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hemiachromatopsia

A

De helft van je visuele veld in zwart-wit zien en de andere helft in kleur zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Corona phenomenon

A

Een contour / aura om alle objecten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Porropsia

A

Objecten zien alsof ze van je weg bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Trailing phenomenon

A

Geen vloeiende beweging kunnen zien, maar eerder losse, haperende, opeenvolgende beelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Akinetopsie

A

Helemaal geen beweging zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prosemetamorphosia

A

Je ziet ogen of een deel van het gezicht van iemand als groter dan ze zijn

17
Q

Hemiprosopometamorphopsia

A

Je ziet aan 1 kant van het gezicht als groter

18
Q

Hypo / hyperscematia

A

Denken dat je lichaam minder / meer ruimte nodig heeft dan het echt nodig heeft