Clio's laboratorium Flashcards

(58 cards)

1
Q

Clio

A

De muze van de geschiedenis
=> Net zoals bijna elk vak een ‘muze’ heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Paleografie

A

De techniek waarmee we het schrift bestuderen en ontcijferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Capitalis elegans

A

Een schrift uit de oudheid, een traag en zorgvuldig gevormd schrift voor prestigieuze auteurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Romeins nieuw cursief

A

Het dagelijks gebruik en administratie
=> Door spontaniteit en veel grafische verbindingen moeilijk te ontcijferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schrifttypes verschillen door

A
  • Graad van cursiviteit
  • Modulus = formaat van het schrift
  • Ductus = Het aantal en de volgorde van de letterdelen
  • Verkortingssystemen
  • Versieringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functies paleografie

A
  • Ontcijferen
  • Dateren en lokaliseren van ongedateerde teksten
  • Echtheidsproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Echtheidsproces

A
  • Het schrift kan gebruikt worden om na te gaan of een tekst echt of vals is, of het net positief aan de juiste auteur toe schrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Palimpsesten

A

Slecht leesbare teksten of overschrijfbare woorden verscholen onder nieuwere teksten op herbruikt perkament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dyplomatiek

A
  • De studie van de stijlkenmerken van de oorkonden
  • Met diplomatische bronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cultuurhistirisch paradigma

A

Archeologie is beschrijvend en inductief en beschouwt zich als een hulpwetenschap van de geschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vere Gordon Child

A

Heeft de traditionele opvatting om geschiedenis zo getrouw mogelijk weer te geven, zowel chronologisch als causaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doel statistiek

A

Streven om de geschiedenis te verwetenschappelijken, om tot een statuut te komen dat vergelijking met de positieve wetenschappen kan doorstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Methode van statistiek

A
  • Alleen homogene gegevens mogen in een tabel komen
  • Gegevens moeten doorlopend voorhanden zijn met vermelding van de hiaten
  • De basis van de bron voor statistiek moet kritische gewogen worden
  • De wet van grote getallen (men moet zoveel mogelijk mensen ondervragen uit zoveel mogelijk verschillende categorieën en lagen van de maatschappij)
  • Evolutie van koopkracht schetsen
  • Een trend duidelijk maken doet men meet gegevens verwerkt tot 5- of 10-jaarlijkse gemiddelden
  • Niet zomaar conclusies trekken uit statische gegevens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Demografische evoluties

A
  • Preventive check = Late huwelijken zijn de belangrijkste rem op de overbevolking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Crimineel gedrag

A

Het aantal moorden verminderde naarmate de tijd vorderde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cliometrie van de New-Economic History

A

methodiek die bestaat sinds 1960
⇒ uitgebouwd in de zogenaamde New-Economic History = de statistische invalshoek wordt hier radicaal doorgetrokken, historische gebeurtenissen worden volstrekt herleid tot abstracte formules waarbij het kwalitatieve element volledig wordt teruggetrokken
= de toepassing van de statistische economische wetten op historisch materiaal ⇒ de integratie van alle componenten is belangrijk
⇒ het concrete individu verdwijnt
⇒ het gaat allemaal over historische feiten, maar die zijn gewoon over het hoofd gezien bij de observatie door tijdgenoten (wegens geen groot overzicht, een beperkte blik)
⇒ ingezet door de tweede Annales-school
⇒ grote vragen over globale evoluties over een lange periode
⇒ comparatieve geschiedenis sluit hier bij aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ontcijferen

A

Het ontcijferen van de vele alfabetten en letterbeelden
=> Om gesproken talen in schrift vast te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kalligrafie of geposeerd schrift

A

Het propere schrift, gebruikt voor officiële dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Snelschrift of cursief schrift

A

Het schrift gebruikt om snel iets neer te pennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kerkelijke milieus, schriftvaders

A

Schreven met ronde e, cursief schrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Unciaal schrift

A
  • Een schrift uit de oudheid, gebruikt in de kerkelijke milieus
  • Het geposeerde schrift voor mooie bijbels
    => Bestaat enkel uit hoofdletters
    => De schachten zijn gebogen en afgerond
    => Waarschijnlijk ontstaan uit het minuskelgeschrift
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wereldlijk milieu

A

Veel hoekigere letters, bijna alsof ze ergens un gekerfd moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Carolijnse minuskel, ‘Carolina’

A

=> Tijden van Karel de Grote, Karolingische tijden
= Geschrift uit de Karolingische renaissance in de 9de eeuw
=> Later, in de 15de - 16de eeuw, ging men op zoek naar het schrift van de oudheid
=> Men dacht dat carolina het geschrift was van de Oudheid
=> Werd het na te volgen standaard geschrift
=> Het geschrift van de boekdrukkunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geposeerd Gotisch boekschrift

A

=> Men wil mooi schrijven, indruk maken, epateren
=> Combinatie van snelheid, efficiëntie en esthetiek
=> Mix van cursief en geposeerde vorm
=> Zorgde voor vele bastaardschriften in de Gotiek

24
Humanistisch geposeerd schrift uit de 15de eeuw
- Schriftbeeld uit de Oudheid - Wouden zo intelligent mogelijk overkomen
25
Dateren en lokaliseren van ongedateerde teksten
= Door het vergelijken met gedateerde schriftstukken => Men legt een databank aan met morfologische en schriftechnische elementen uit elke periode => Dateren is altijd benaderend => Een scribent hanteert normaalgezien zijn hele leven het schrifttype dat hij aangeleerd heeft, past het wel een beetje aan aan zijn eigen schriftstijl
26
Hoe schrift falsifiëren
- Schrijven zogezegd een kopie - Proberen het oude schrift na te bootsen = contemporain falsum => De author doet alsof hij een tijdgenoot is van de oorsprong => Moeilijker om te ontdekken: Onhandigheid bij imitatie, niet kunnen imiteren van kleine grafische trekjes
27
Stijl van diplomatische bronnen
- Wisselende rechtsnormen - Verschuivende modes
28
Archeologie
- Bijna een echte wetenschap - Een bètawetenschap - In de loop der jaren meer en meer verwijderd geraakt van de geschiedenis - Vele instellingen specialiseren zich
29
Motieven Cultuurhistorisch paradigma
- Culturele intresse - Kunsthistorische interesse - Politiek en militaire veroveringsdrang
30
Stratigrafie
Een onderliggende laag is ouder dan de bovenliggende van de context: Wat in eenzelfde laag wordt aangetroffen, behoort tot dezelfde periode.
31
Doel van de archeoloog
Wil geschiedenis schrijven op basis van artefacten ipv schriftelijke bronnen
32
Diffusionisme
Een deterministische visie op het verloop van de prehistorie: cultuur en innovaties verspreiden zich via: - Contacten - Migraties - Technische uitwisselingen
33
C14-Methode
- Methode om oude levende dingen te dateren in de tijd - Een levend lichaam neemt in zijn leven een bepaalde hoeveelheid C14 op. Eenmaal dood stopt dit proces en begint de C14 zich af te breken
34
Lewis Binford
Sleutelfiguur binnen de new archeologie - Fixatie op de middellandse zee - Stelt kritische vragen - Hoe kunnen we de gevonden artefacten interpreteren op vlak van wetenschap? - Studie van verdwenen culturen - Terugkeer van "de grote verhalen": Worden gereconstrueerd - Pleit voor meer contextuele aanpak
35
Must voor archeologen
- Verklarend en deductief - Vertrekken vanuit hypotheses - Culturele ontwikkelingen via een mode verlopen - Projectgericht - Kwantitatieve verwerking - Wat gebeurd met achtergelaten archeologische objecten - Etnologisch onderzoek = Het in kaart brengen van etnieën
36
Contextueel paradigma
Met een enorme ontnuchtering en bijstelling gevolgd => Algemene maatschappelijke debatten ontstaan
37
Kritiek op new archeology
1. Franse reactionaire tegenbeweging => De evolutie van de menselijke samenleving is te complex om als natuurkundig feit te beschreven worden 2. Contextuele aanpak De mens is tot een te passief element gereduceerd Mensen moeten je zien in een creatieve en actieve context - Cruciale kracht - Oog voor regionale verschillen
38
Explosieve context
- In Israel wordt archeologie gebruikt om te bewijzen welke bevolkingsgroep er eerst was - In Spanje wordt archeologie gebruikt om slachtoffers uit de burgeroorlog te vinden en archiveren
39
Prospectie
- Gaan op zoek naar dingen uit de grond - Er is vaak maar één kans om een archeologische site te onderzoeken, me, vernietigt vaak per ongeluk dingen en door invloed van elementen gaan dingen kapot
40
Toevaltreffers
Archeologische sites worden vaak bij toeval gevonden vaak tijdens grote bouwwerken, waar men aan het graven is en op artefacten stuit
41
Actief detecteren van archeologische sites
Behoort tot het basiswerk van de archeoloog
42
Veldprospectie
Op systematische wijze terreinen aflopen, sporen en resten van menselijke activiteiten lokaliseren en registreren
43
Luchtfotografie
Men spoort zo anomalieën op
44
Shadowmarks
Slagschaduwen in de late namiddag
45
Soilmarks
Verkleuringen in de bodem door verstoring van de bodemstructuur
46
Cropmarks
Verschillen in plantengroei
47
Snowmarks
Verschillend smeltproces van sneeuw kan op verschillende ondergronden wijzen
48
Watermarks
Een overschot van grond- of regenwater onthult verschillende ondergronden
49
De metaaldetector
In de direct aan de oppervlakte liggende grondlaag metalen voorwerpen te vinden
50
Elektrische weerstandsmeting
Elektrische weerstand neemt af bij een vochtigere ondergrond
51
Elektromagnetische prospectie
Meet verandering in het aardmagnetisme die wijken op menselijke ingrepe,
52
Elektromagnetische prospectie
Meet verandering in het aardmagnetisme die wijken op menselijke ingrepen
53
Meting van fosfaatgehalte in de grond
Is hoger waar mensen en vee geleefd hebben
54
Mechanische prospectie
Men zoekt actief in de ondergrond
55
Systematische opgraving
Houdt in dat men de originele site en haar evolutie recontrueert
56
Opgraving <=> Schriftelijke bron
- Een opgraving gebeurt slechts éénmalig, want de archeoloog vernietigt de site - Opgraving is éénmalig en destructief - Moet grondig voorbereid zijn en beantwoorden aan een vraagstelling
57
Datering van gegevens
- Heeft voor belangrijke nieuwe inzichten gezorgd - Illustreren hoe dicht archeologie bij natuurwetenschappen staat - Weg van de geschiedenis geëmancipeerd