College 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie d’s van abnormaliteit?

A

deviance - afwijking van norm
dysfunction - disfunctioneren
distress - psychisch lijden (zelf of omgeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke d wordt in het nederlandse systeem toegevoegd aan abnormaliteit?

A

danger - gevaar voor zelf of omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt een psychodynamische behandeling in

A

focus op onbewuste conflicten die psychopathologie kunnen veroorzaken in het bewustzijn brengen en oplossen (psychoanalyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de humanistische benadering van behandeling in?

A

focus op cliënt als gehele persoon, persoonijke groei, het is non-directief Cliëntrelatie is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 voorwaarden zijn er voor humanstische therapie?

A

empathie, onvoorwaardelijke positieve waardering, congruentie van de therapeut/echtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de gedragsmatige benadering van therapie in

A

focust op observeerbaar gedrag begrijpen en veranderen. gebaseerd op leerprincipes (conditionering). analyse van gedrag en in kaart brengen van uitlokkers en gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de cognitieve benadering van therapie in?

A

focust op betekenis/interpretaties van een situatie veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt cognitieve gedragstherapie in?

A

maakt gebruik van zowel cognitieve als gedragsmatige principes en interventies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

farmaceutische fase

A

medicatieprotocol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

farmacokinetische fase

A

medicatieniveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

farmacodynamische fase

A

medicatie-effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is dysthymie

A

Depressieve symptomen, maar minder heftig en van langere duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dubbele depressie

A

Major depressive disorder + dysthymie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een belangrijk kenmerk van een disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis?

A

Onder 18 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bipolaire stoornis type I

A

manie, met of zonder depressie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bipolaire stoornis II

A

hypomanie, dus minder symptomen maar langere duur

en met depressie

17
Q

wat is een cyclothyme bipolaire stoornis?

A

wisselende milde depressieve en hypomanische symptomen

18
Q

Diathese-stress model

A

diathese zijn predisponerende factoren/kwetsbaarheden

stress zijn triggers, proximale factoren

19
Q

Welk hormoon stimuleert depressiemedicatie?

A

serotonine

20
Q

Wat is triptofaandepletie?

A

Een tekort aan trimptofaan wat een aminozuur is dat de basis is voor serotonine.

21
Q

Wat is LEAP?

A

methode bij schizofrenie

Luisteren, inleven, instemmen, partner