College 1 - Ambulante zorg Flashcards
(12 cards)
1
Q
5 uitgangspunten nieuwe Jeugdwet
A
- Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk;
- De-medicaliseren, ontzorgen en normaliseren door onder meer het opvoedkundig klimaat te versterken in gezinnen, wijken, scholen en in voorzieningen als kinderopvang en peuterspeelzalen;
- Eerder de juiste hulp op maat te bieden om jeugdigen en gezinnen zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk hulp te bieden met aandacht voor de (kosten)effectiviteit van de geboden hulp;
- Integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur;
- Meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk
2
Q
Soorten Preventie
A
- universele preventie
- selectieve preventie
- geïndiceerde preventie
3
Q
Werkzame principes Preventie
A
- Investeren in preventieve interventies
- Meer onderzoek naar kosteneffectiviteit preventie
- Doelgerichte, integrale, gecoördineerde en langdurige aanpak
- Interventies meer gericht op risico- en beschermende factoren
- Gebruik maken van data- en sturingsinformatie om ontwikkeling van doelgroep te monitoren
4
Q
Knelpunten preventie
A
- Gezinnen met sterke risicofactoren krijgen minste hulp: niet gezocht, geen weet waar te vinden, geschikte hulp niet geboden
- Algemene programma’s onvoldoende effectief voor jongere met specifieke problemen
- Ethische aspecten: bemoeien, labelen
5
Q
Ouderschapstheorie Van der Pas
3 Aannames
A
- Elke ouder heeft een besef van verantwoordelijk zijn (wil het beste voor zijn kind)
- Ouderschap maakt kwetsbaar (ouders voelen schuld en schaamte; het is niet realistisch om het altijd goed te doen)
- Ouders zijn eindverantwoordelijk
6
Q
Ouderschapstheorie van der Pas
Buffers
A
- Solidaire gemeenschap bv. wijkteam, kinderopvang, sociaal netwerk
- Goede taakverdeling bv. in huis of samen met kinderopvang
- Metapositie: reflectief kijken naar eigen opvoedingshandelingen
- Goede ouder-ervaringen: als het even slecht gaat, dan kunnen ze terugvallen op de ervaringen toen het wel goed ging
7
Q
Opvoedvragen 0-4 jaar
A
- stellen van grenzen
- zindelijkheid
- slapen
- peuterpuberteit
- opvoeding
8
Q
opvoedvragen 4-8 jaar
A
-stellen van grenzen
- luisteren en gehoorzamen
- spanning of stress over zaken buiten opvoeding
- driftbuiten, woede, agressie
- schoolprestaties
9
Q
opvoedvragen 8-12 jaar
A
- financiele opvoeding
- weerbaarheid
- media opvoeding
10
Q
opvoedvragen pubers
A
- menstruatie
- groei
- puberteit
- omgaan met pubers
- lichamelijke ontwikkeling
11
Q
Aard en niveau van problemen als uitgangspunt van hulpplanning en doelbepaling (Pinkterton, 2006)
A
- Niveau kiezen: de meest (wettenschappelijk) effectieve methode kiezen om problematiek bij jongeren te reduceren en doelen te realiseren, passend bij de behoeften en wensen van systeem
- Zorgcontinuüm: interventies in te bedden in het continuüm (voorzorg, nazorg en vertrekzorg)
12
Q
Zorgcontinuüm en vier niveaus gezins- en opvoedingsondersteuning (GOO):
A
- Voorzorg –> GOO (geen indicatie) –> nazorg
- Voorzorg –> GOO (indicatie) –> nazorg
- Voorzorg –> GOO en verblijfzorg (soms kortdurend) —> vertrekzorg
- Voorzorg –> GOO en verblijfszorg (langer durend) –> vertrekzorg