College 3 Dementie Flashcards

(38 cards)

1
Q

Wat is er voor de diagnose van dementie volgens de DSM-IV nodig?

A

Geheugenverlies en minstens één van de volgende

  • Afasie
  • Apraxie
  • Agnosie
  • Executieve functies verminderd

Moet onafhankelijkheid van persoon in dagelijks leven verstoren (werk en/of sociaal)
Capaciteit van persoon moet duidelijk minder zijn dan het was
Diagnose niet gesteld als de patiënt in de war is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de nieuwe naam voor dementie in de DSM5?

A

Major neurocognitieve stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de amyloid cascade hypothese?

A

Een ophoping van het amyloïde-bèta eiwit zou ervoor zorgen dat de neuronen afsterven. De hypothese stelt dat de amyloïde plaques de oorzaak zijn van alzheimer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is de aanwezigheid van plaques doorslaggevend voor het ontstaan van dementie?

A

Nee, er zijn ook ouderen met plaques in de hersenen, maar die geen symptomen van depressie hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk andere eiwit speelt mogelijk een rol bij de ontwikkeling van dementie?

A

Het tau-eiwit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is normaal de rol van het tau-eiwit en wat gebeurt er bij verandering van structuur van het eiwit?

A

Normaal speelt het een rol bij het in stand houden van de stevigheid van het skelet. Wanneer de structuur veranderd wordt de communicatie van tussen zenuwcellen aangetast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 3 belangrijke veranderingen van de oude richtlijnen?

A
  • bevat een preklinische fase
  • continuüm van 20 jaar of meer voor de klinische symptomen
  • Biomarker zijn belangrijker dan ze al waren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is subjectieve cognitieve afname?

A

Wat iemand zelf merkt of wat de partner werkt. Verandering is hierbij heel belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is objectieve cognitieve afname?

A

zoals beoordeeld door NPO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is preklinische dementie?

A
  • Klinische/openlijke symptomen zijn niet aanwezig

- Studies hebben aangetoond dat hersenbeschadiging optreed voordat klinische symptomen verschijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Mild cognitive impairment (MCI)?

A

licht cognitieve stoornis = Tussenstadium tussen de verwachte cognitieve achteruitgang van normale veroudering en de meer ernstige achteruitgang van dementie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarmee kan MCI gepaard gaan?

A

problemen van geheugen
taal
denken
–> groter dan normale leeftijd gerelateerde veranderingen
–> Meestal niet erg genoeg om het dagelijks leven en gebruikelijk activiteiten te verstoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kan MCI het risico op latere progressie tot dementie verhogen?

A

Ja, maar zijn ook mensen die nooit achteruitgaan en enkelen worden juist weer beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe stel je de diagnose van MCI?

A
  • Subjectieve cognitieve klacht(en) door de patiënt of informant (zelfrapportage van cognitieve achteruitgang in tijd)
  • objectieve cognitieve stoornissen
  • geen achteruitgang van dagelijks functioneren (beoordeeld door vragenlijst)
  • een dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 stadia van Alzheimer dementie zijn er?

A
  • preklinisch AD
  • MCI als gevolg van AD
  • AD met dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de cognitieve reserve hypothese?

A

De weerstand van de geest tegen schade aan de hersenen

17
Q

Wat zijn de twee modellen van de cognitieve reserve hypothese?

A
  • Hersen reserve (hardware)

- Cognitieve reserve (software)

18
Q

Wat gebeurt er bij mensen met een hoge reserve?

A

Treedt verslechtering snel op zodra de drempel bereikt is.

19
Q

Wat is cognitieve reserve?

A

Vermogen van een individu om te compenseren voor schade in de hersenen.

20
Q

Wat zijn de eerste tekenen van dementie?

A
  • geheugen- of concentratie problemen
  • inzicht van de patiënt neemt in de loop van de tijd af
  • Verlies van interesse
  • Emotionele labiliteit
  • Verhoogde prikkelbaarheid
  • Moeier lijkt
  • Problemen met routines
  • mogelijk angstiger/onzekerder
  • minder betrokken
  • problemen met de woordvinding
  • trage reactie op vragen
21
Q

Wat zijn de 10 waarschuwingssignalen?

A
  • Geheugenverlies
  • Moeilijkheden bij het uitvoeren van bekende taken
  • Problemen met taal
  • Desoriëntatie op tijd en plaats
  • Slecht of verminderd oordeel
  • Problemen met abstract denken
  • Dingen misplaatsen
  • Veranderingen in stemming of gedrag
  • Veranderingen in persoonlijkheid
  • Verlies van initiatief
22
Q

Wat zijn de Alzheimersignalen uit Kessels?

A
  • Vergeten van evenementen die ze niet mogen vergeten
  • Leren van nieuwe/recente feiten en episodisch geheugen is zwakker dan voorheen
  • Stoppen met lezen van boeken of kijken van films (omdat ze draad van het verhaal verliezen)
  • Problemen bij het vinden van woorden
  • Maken van fouten in schrijven
  • Problemen met dagelijkse activiteiten
  • Problemen met vinden van objecten in volle kasten
  • Verliezen kritisch inzicht
  • Kunnen plezier en verdriet ervaren
23
Q

Wat zijn de mees voorkomende vormen van dementie?

A
  • Alzheimer’s dementie
  • Vasculaire dementie en subcorticale dementie
  • Lewy Body dementie
  • Frontotemporale dementie
24
Q

Wat is Alzheimer dementie?

A

In de vroege stadia ernstige episodische geheugenproblemen en taalproblemen

25
Wat is Vasculaire dementie en subcorticale dementie?
Langzaam tempo, verminderd executief functioneren, aandachtsproblemen, geheugenproblemen vaak minder ernstig in het begin
26
Wat is Lewy Body dementie?
Ernstig geheugenverlies en problemen met visuele constructie (fluctuerende cognitie, hallucinaties, parkinson)
27
Wat is Frontotemporale dementie
Begint met gedragsverandering gevolgd door cognitieve problemen in taal en executief functioneren. Geheugen meestal langer goed dan bij andere soorten dementie
28
Welke tests kan je gebruiken bij AD voor cognitieve beoordeling?
- Mini-Mental State Examination (MMSE) | - Clinical dementia rating scale (CDR)
29
Welke tests kan je gebruiken bij AD voor functionele beoordeling?
- Functional assessment questionnaire (FAQ) | - Instrumental Activities of Daily Living (IADL)
30
Welke tests kan je gebruiken bij globale beoordeling?
Clinical Global Impression of Change (CGIG) Clinical Interview-Based Impression (CIBI) Global Deterioration Scale (GDS)
31
Welke tests kan je gebruiken voor beorodeling door zorgverlener?
-Neuropsychiatric Inventory (NPI)
32
Hoe ziet het geheugen in de ziekte van Alzheimer eruit wat betreft leren?
Een vlakke leercurve
33
Hoe ziet het geheugen in de ziekte van Alzheimer eruit wat betreft onthouden?
Niet opslaan van nieuwe informatie waardoor ze dingen snel weer vergeten
34
Hoe ziet het geheugen in de ziekte van Alzheimer eruit wat betreft recall?
Zeer slecht zelfs al na een korte delay
35
Hoe ziet het geheugen in de ziekte van Alzheimer eruit wat betreft herkennen?
Is aangetast. Dit duidt op opslagproblemen
36
Wat is afasie?
Een of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren. Taalstoornis die spreken, taalbegrip, lezen en of schrijven omvat
37
Wat is apraxie?
Het onvermogen om na hersenaandoening complexe handelingen uit te voeren die niet zijn terug te voeren op verlamming of onhandige coördinatie
38
Wat is agnosie?
Het verlies van het vermogen om personen, voorwerpen, geluiden of geuren te herkennen zonder dat het geheugen is aangetast