College 4 Flashcards
(15 cards)
Heuristieken
Heuristieken zijn mentale shortcuts of vuistregels die mensen gebruiken om snel en efficiënt beslissingen te nemen of problemen op te lossen.
We vertrouwen op heuristiek als we niet lang bij een keuze stil kunnen blijven staan (ability) of wanneer we niet lang bij onze keuze stil willen staan (motivation).
Bandwagon-heuristic
Deze heuristiek is gebaseerd op de neiging van mensen om te geloven dat iets waar is of van waarde is, simpelweg omdat veel andere mensen dat ook geloven of doen.
Als veel anderen denken dat het goed is, dan zal het wel goed zijn.
Elaboratie
Een diepe verwerking van informatie. Dit komt neer op het koppelen van nieuwe informatie aan reeds verworven kennis die is opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Elaboration likelihood model
Volgens dit model zijn er twee routes waarlangs mensen een boodschap kunnen verwerken: de centrale route en de perifere route. De centrale route omvat diepgaande verwerking, waarbij mensen de argumenten en inhoud van de boodschap grondig overwegen voordat ze tot een oordeel komen. De perifere route omvat oppervlakkige verwerking, waarbij mensen worden beïnvloed door factoren zoals de bron van de boodschap, de lengte ervan, enzovoort, zonder de argumenten diepgaand te overwegen. De kans dat iemand de centrale route zal volgen, hangt af van de motivation en ability om de boodschap te verwerken.
Op basis waarvan wordt het willen en kunnen (motivation en ability) van een ontvanger ingeschat?
- Ontvangerskenmerken
- Situationele kenmerken
- Mediumkenmerken
- Productkenmerken
- Boodschapkenmerken
Ontvangerskenmerken
- Betrokkenheid/persoonlijke relevantie (involvement) = Als je super betrokken bent, dan zul je waarschijnlijk meer centraal kunnen en willen verwerken. Bijvoorbeeld wanneer je telefoon net kapot is.
- Voorkennis = Wanneer je totaal geen kennis hebt ontbreekt soms het kunnen/ability om dingen te kunnen afwegen en het centraal te kunnen verwerken.
- Need for cognition = Algemene neiging of je het leuk vindt om over dingen na te denken. Mensen met een hoge need of cognition zullen dingen meer centraal verwerken.
Need for cognition
Algemene neiging of je het leuk vindt om over dingen na te denken.
high en low involvement producten
Dit verwijst naar hoeveel mensen zich betrokken voelen bij een bepaalde aankoopbeslissing. Bij producten die als “high involvement” worden beschouwd, investeren mensen meer tijd, moeite en denkvermogen in het besluitvormingsproces. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de aanschaf van een auto of een huis. Bij “low involvement” producten daarentegen, zoals dagelijkse boodschappen of toiletartikelen, is de betrokkenheid van de consument doorgaans veel lager.
Think en feel producten
Dit verwijst naar de aard van het product en de emotionele of rationele impact ervan op de consument.
- Think producten: Dit zijn producten waarbij de consument geneigd is om meer rationeel te denken. Bij het evalueren van dergelijke producten zullen consumenten vaak focussen op functionele kenmerken, prestaties, prijs en andere feitelijke aspecten. Dit wordt vaak geassocieerd met centrale verwerking, waarbij consumenten de informatie grondig overwegen voordat ze een beslissing nemen.
- Feel producten: Dit zijn producten waarbij de consument voornamelijk emotioneel betrokken is en zich meer richt op de sensatie, ervaring of het gevoel dat het product biedt. Voorbeelden hiervan zijn luxe cosmetica, parfums of entertainmentproducten. Bij het evalueren van deze producten kunnen consumenten meer gevoelsmatig reageren en minder aandacht besteden aan feitelijke details. Dit kan vaker voorkomen bij perifere verwerking, waarbij consumenten meer worden beïnvloed door externe factoren zoals reclame, merkimago of sociale invloeden dan door de feitelijke kenmerken van het product.
Catalyst to thinking
Het laat je meer nadenken.
Bolstering confidence
Het geeft je meer vertrouwen in je eigen mening.
Innoculatie
Manier om weerstand tegen (ongewenste) beïnvloeding te verhogen door het genereren van tegenargumentatie (mentale antistoffen) te stimuleren.
Inoculatie is een strategie die wordt gebruikt om weerstand op te bouwen tegen ongewenste beïnvloeding of overtuigingspogingen door het genereren van tegenargumentatie, vergelijkbaar met het creëren van mentale antistoffen.
- De voorwaarschuwing zorgt ervoor dat het publiek zich bewust is van de naderende aanval, wat hen alerter maakt.
- Door zwakke aanvallen of tegenargumenten aan te bieden en deze direct te weerleggen, wordt het publiek voorbereid op hoe ze echte, sterkere aanvallen moeten weerleggen.
- Wanneer het publiek later wordt geconfronteerd met de echte aanval (een sterke tegenovergestelde argument), zijn ze beter uitgerust om deze aanval te weerleggen omdat ze al geoefend hebben met zwakkere versies en de weerleggingen daarvan.
Forewarning (inoculatie)
= waarschuwing tegen persuasieve boodschap
Forewarning, ook wel aangeduid als “voorwaarschuwing”, houdt in dat mensen vooraf worden gewaarschuwd voor mogelijke aanvallen op hun attitudes, overtuigingen of gedragingen. Dit geeft hen de kans zich mentaal voor te bereiden en weerstand op te bouwen tegen de aankomende argumenten of invloeden.
Het doel van forewarning is om mensen voor te bereiden op weerstand en hen te helpen hun overtuigingen te behouden, zelfs wanneer ze worden blootgesteld aan tegenstrijdige informatie of druk.
Refutional pre-emption (inoculatie)
= informatie die de persuasieve boodschap onderuit haalt
Refutational pre-emption omvat het actief weerleggen van mogelijke tegenargumenten voordat ze zelfs maar worden gepresenteerd. Dit wordt vaak gedaan door mensen te voorzien van informatie of argumenten die de verwachte tegenargumenten tegen hun overtuigingen ontkrachten. Het doel van refutational pre-emption is om mensen te helpen sterker te staan tegenover toekomstige aanvallen op hun overtuigingen door hen van tevoren te voorzien van weerleggingen.
Dus het belangrijkste verschil tussen forewarning en refutational pre-emption bij inoculatie is dat forewarning mensen voorbereidt op de komende aanvallen, terwijl refutational pre-emption actief tegenargumenten ontkracht voordat ze zelfs maar worden gepresenteerd
Two-sided incolutive message
Forewarning geven: Waarschuw de ontvanger dat ze tegenargumenten zullen horen. Bijvoorbeeld: “Je zult misschien horen dat sommige mensen beweren dat het moeilijk is om gezond te eten en te bewegen.”
Zwakke tegenargumenten presenteren: Introduceer zwakke versies van de tegenargumenten. Bijvoorbeeld: “Sommige mensen zeggen dat gezond eten te duur is en dat ze geen tijd hebben om te sporten.”
Tegenargumenten weerleggen: Geef sterke argumenten tegen de zwakke tegenargumenten om de hoofdboodschap te ondersteunen. Bijvoorbeeld: “Hoewel gezond eten misschien duurder lijkt, zijn er veel betaalbare en gezonde opties. Bovendien kan regelmatige lichaamsbeweging, zelfs voor korte periodes, aanzienlijke voordelen hebben voor je gezondheid.”