College 5 Flashcards
(26 cards)
Nieuwe stimulus
We komen iets nieuws tegen.
Encoding
Ieder zintuig heeft zijn eigen code.
Storage
Opslaan in lange termijn geheugen.
Retrieval
-Ophalen van informatie uit geheugen.
-Recall; een open vraag stellen.
-Recognition; herkenning.
Expliciet geheugen
Info waar je bewust moeite voor moet doen om uit je geheugen te halen. (Semantisch en episodisch)
Semantisch
Feitjes
Episodisch
Herinnering aan gebeurtenis.
Impliciet geheugen
Onbewust zoals fietsen. (Procedureel en priming)
Procedureel
Vaardigheden waar je niet meer over na hoeft te denken.
Priming
Van tevoren ergens door getriggert worden voordat je de handeling automatisch doet.
Hoe sla je informatie op?
-Levels of processing, hoe goed je de info verwerkt, des te beter onthoud je het.
-Elaborative rehearsal, als er een match is tussen fasen van encodering en retrieval.
Maintenance rehearsal
-herhalen
-Alleen effectief op korte termijn.
Elaborative rehearsal
-Diepgaand oefenen, effectiever met de info omgaan.
-Ook effectief op lange termijn.
Waar sla je info op?
-Neural netwerk model
-Multiple memory systems
-Information processing modal
-Lange termijn geheugen
Neural netwerk model
-Kennis wordt opgeslagen in een associatief network.
-Netwerk gaat over feiten, relaties en dingen die je hebt meegemaakt.
-Als je iets nieuws leert, leer je nieuwe dingen over het hele netwerk.
-Neuraal niveau.
Multiple memory systems
-Cerebellum, procedureel geheugen.
-Hippocampus, expliciet geheugen.
Information processing modal
-Sensorisch geheugen, waarneming
-Korte termijn geheugen.
-Lange termijn geheugen.
Korte termijn geheugen
-Tijdelijk vasthouden (20 sec).
-Beperkte opslag, gemiddeld 7 cijfers.
Chunks
Door informatie in groepen op te slaan kan er meer informatie opgeslagen worden.
Backwars span
A zegt 3-8 en B zegt 8-3. Werkgeheugen.
Lange termijn geheugen
Permanente opslag.
Soorten cues
-Inhoudelijk, het is iets wat een visser gebruikt
-Fonologisch, het lijkt een beetje op…
-Omgeving, context-specific memory (boven aan de trap weet je niet meer wat je wilde doen).
-Gemoedstoestand, state dependent memory.
Vergeten
-Decay, zonder oefening verdwijnen zwakke connecties.
-Interferentie, andere info belemmerd opslag.
Retroactive
Frans en Duits oefenen waardoor ze elkaar verstoren in de leereffecten.