College 5: Gezichtsherkenning Flashcards
(37 cards)
Welke doelen kan het herkennen van iemands gezicht hebben?
- Een specifiek individu herkennen.
- Het verkrijgen van andere typen sociale relevante informatie.
- Self-fulfilling prophecies
Eerste niveau van gezichtsverwerking
Gaat over het detecteren van schaduw en kromming van oppervlakten en het detecteren van randen.
Bekende gezichten
de visuele beschrijving van het gezicht komt overeen met een opgeslagen geheugen representatie van een gezicht.
Onbekende gezichten
Deze verwerking wordt directed visual processing genoemd. Bij onbekend horen ook andere lichtcondities (dwz je kent iemand bijvoorbeeld alleen vanaf de voorkant in de zon en niet in de schaduw).
Face recognition unit
Er is een groep neuronen die reageert op alleen gezichten. Daarnaast reageren ze op het ene gezicht meer dan op de andere.
Person identity node
De kennis die naar boven komt wanneer je het gezicht herkend
Basisroute van visuele stimuli
eerst wordt visuele stimuli geanalyseerd in de primary visual cortex (V1)
1. Retina (staafjes en kegeltjes)
2. Optische zenuw
3. Thalamus
Ventral visual stream
Houdt zich bezig met het identificeren van objecten, het maakt hier niet uit waar ze zich bevinden. Gezichtsherkenning is vooral hierop gebaseerd.
Dorsal visual stream
Houdt zich bezig met de locatie van het object, hierbij maakt het niet uit wat voor object het is.
Occipital face area (OFA)
Deze regio is gefocust op de early stage van gezichtsverwerking. Het houdt zich dus meer bezig met het configureren van het gezicht.
Fusiform face area (FFA)
Reageert meer op gezichten dan op andere stimuli. Daarbij horen ook lichamen. Dit gebied is vooral belangrijk bij het herkennen van bekende gezichten. Het gaat in dit gebied vooral om de identiteit van de persoon.
Superior temporal sulcus (STS)
Dit gebied reageert vooral op de veranderlijke aspecten van een gezicht.
Waarvoor zijn de veranderlijke aspecten vooral belangrijk?
Om tijdelijke sociale aanwijzingen te verkrijgen
Waardoor krijg je dynamische visuele percepties van gezichten en lichamen?
Omdat de STS de ventrale en dorsale stromingen met elkaar linkt
Extended gebieden
Deze gebieden zijn betrokken bij gebieden die gespecialiseerd zijn bij gezichtsherkenning
Display rules
De mate waarin mensen reguleren hoe vaak ze emotionele expressies in het bijzijn van anderen laten zien.
The stimulation theory
Het bestaat uit een collectie van verschillende theorieën. Gaat erover dat we steeds meer anderen gaan begrijpen (emoties, acties en mentale staat) door hun huidige staat op onszelf te produceren.
Capgras syndrome
er is hierbij sprake van een scheiding tussen de emotionele inhoud van gezichten en de herkenning van gezichtsidentiteit.
- Het gaat hierbij vooral op het niet kunnen koppelen van een emotionele respons
Prosopagnosia
beperkingen in de gezichtsverwerking die niet tijdens de allereerste visuele analyse plaatsvindt. Mensen die dit hebben kunnen nog wel andere informatie over de persoon verkrijgen zoals geslacht, leeftijd en emotionele expressies.
fMRI paradigm
wanneer er steeds dezelfde stimulus binnenkomt, neemt het signaal af. Dit wordt adaption genoemd.
Extrastriate body area (EBA)
geeft een abstracte beschrijving van het body plan. Het reageert niet alleen op echte foto’s maar ook op tekeningen en lichaamsdelen.
Fusiform body area (FBA)
Is meer gericht op het hele lichaam
Superior temporal sulcus (STS)
Gaat om bewegende lichamen
Biological motion
De mogelijkheid om een menselijk lichaam te zien door middel van alleen ‘motion cues’