Communisme in de Sovjet-Unie Flashcards
(29 cards)
Bolsjewieken
ook wel de rode genoemd: benaming voor de volgelingen van Lenin en later die van stalin: Russische communisten
Bourgeoisie
Marx gebruikt dit begrip om de bezittende klasse (de rijken) aan te duiden.
Censuur
Het verbieden van informatie. Censuur wordt toegepast door totalitaire regeringen om niet welgevallige berichten tegen te houden. Maar ook democratische staten gebruiken soms censuur, bijvoorbeeld in oorlogstijd
Doema
Russisch woord voor parlement. De Doema werd na de revolutiepoging van 1905 ingesteld. De tsaar heeft echter weten te voorkomen dat dit parlement werkelijke macht kreeg.
Februarirevolutie
De eerste revolutie van 1917. De tsaar werd afgezet. Kerenski zijn voorlopige regering hielden de macht tot de oktoberrevolutie.
Goelagarchipel
Stelsel van tientallen strafkolonies en strafkampen die overal in Rusland verspreid lagen, met name in Siberië en Kazachstan
Grote terreur
Periode 1934 en 1938, waarin de Russische geheimee dienst in opdracht van Stalin miljoenen mensen arresteerden om daarna dood te schieten of in strafkampen te stoppen. De slachtoffers hiervan waren: burgers, legerleiders en partijleden
Holodomor
Het opzettelijk uithongeren van de oekraïnse bevolking op het bevel van Stalin. Gevolg: vier miljoen doden.
Ideologie:
samenhangend geheel van ideeëen hoe de samenleving er uit moet zien.
Interbellum
De periode 1919-1939 tussen het eindigen van WO1 en het uitbreken van WO2
Kapitalisme
Economisch stelsel gebaseerd op privébezit en op het maken van winst
Koelakken
Van oorsprong de naam voor rijke boeren. Vanaf 1917 was de naam ook voor boeren die de communisten tegenwerkten. Dit was een rekkelijk begrip: ook kleinere boeren konden koelak en dus staatsvijand worden bestempeld.
Leninisme
lenins aanpassing van het marxisme. De organisatie in de fase van de dictatuur van het proletariaat moest worden gedaan door de communistische partij in plaats van door de arbeiders. Rusland had immes nog geen grote arbeidersklasse.
marxisme
De theorie van karl marx en zijn volgelingen, meestal communisme genoemd
communisten
Volgelingen van Marx. Zij streven naar een gewelddadige omverwerping van de kapitalistische maatschappij, waarna op den duur een communistische staat kan ontstaan.
Nieuwe Economische Politiek (NEP)
Aanpassing van de economische politiek door Lenin in 1921 na het mislukte oorlogscommunisme. Tijdelijk werd privebezit in de landbouw en de handel toegestaan. De banken en de industrie bleven wel in de handen van de staat. In 1927 is de NEP weer afgeschaft door Stalin.
Oorlogscommunisme
Economisch beleid van Lening vanaf 19118,. Grote bedrijven werden genationaliseerd, vrije handel werd verboden. De boeren werden verplicht hun overschotten te leveren aan het leger en de steden. Resultaat: hongernoden en opstanden
Oktoberrevolutie
De revolutie die volge op de februarirevolutie. Kerenski werd afgezet en de communisten grepen de macht onder Lenin.
Propoganda
feitelijk: het proberen de mening van de mensen te beïnvloeden. Vaak gebruikt in negatieve zin: de waarheid verdraaien om aanhangers te krijgen.
Rode Terreur
periode 1918, waarin de bolsjewieken op bevel van Lening honderdduizenden klassenvijanden (onwillige boeren, rijke burgers) liet martelen en vermoorden.
Showprocessen
Politieke processen, vooral in de tijd van de Grote terreur. Bekende communisten werden gevangen genomen en daarna zolang gefolterd tot zij in het openbaar in een proces waar alle, vaak verzonnen, aanklachten toegaven. Deze bekentenissen hadden weer een propagandistisch doel: mogelijke tegenstanders afschrikken.
Socalistisch Realisme
Kunstvorm die voor de gewone man begrijpelijjk is en die een rooskleurigbeeld geeft van de werkelijkheid onder het communisme. Kunst als propaganda voor het communisme
Sovjet
Russisch woord voor raad. In die raden werkten en arbeiders en boeren samen. Inn werkelijkheid had de Communistische partij het voor het zeggen in de sovjets.
stalinisme
Stalins aanpassing aan de theorie van Marx en Lenin. Nieuwe elementen: nastreven van communisme in één land, persoonsverheelijking en vijfjarenplannen.