Contact 5, U3, file 2;4 Flashcards
1
Q
Vatbaar voor
A
Susceptible to
2
Q
Gestoord
A
Insane
3
Q
Bedrieglijk
A
Deceptive
4
Q
Een complottheorie
A
A conspiracy theory
5
Q
Een blootstelling aan
A
An exposure to
6
Q
Een eigenschap
A
A trait
7
Q
Vertrouwen
A
To trust
8
Q
Snakken naar
A
To crave
9
Q
Ontmaskeren, ontkrachten
A
To debunk
10
Q
Een misvatting
A
A misconception
11
Q
Meelevend
A
Compassionate
12
Q
Jaloers
A
Envious
13
Q
Attent
A
Considerate
14
Q
Ondeugend
A
Mischievous
15
Q
Vindingrijk
A
Resourceful
16
Q
Voorzichtig
A
Cautious
17
Q
Goedgelovig
A
Gullible
18
Q
Spontaan
A
Spontaneous
19
Q
Ambitieus
A
Ambitious
20
Q
Oppervlakkig
A
Superficial
21
Q
Bevooroordeeld
A
Prejudiced
22
Q
Koppig
A
Stubborn
23
Q
Moedig
A
Courageous
24
Q
Egoïstisch
A
Selfish
25
Ijverig
Diligent
26
Leergierig
Studious
27
Onbevreesd
Dauntless
28
Veerkrachtig
Resilient
29
Verwaand, arrogant
Conceited
30
Vasthoudend, volhardend
Tenacious
31
Geloofwaardig
Plausible
32
Op hun woorden geloven
Take them at their word
33
Misvatting
Fallacy
34
Empathie
Empathy
35
Versterken
To reinforce
36
Diepgaand onderzoeken
To probe
37
Kijken of het overeind blijft
To see if it stands up
38
Inconsequentie
Inconsistency
39
Toegeven
To budge
40
Klokkenluider, someone working for an organisation who tells the authorities that people in the organisation are doing something illegal
Whistleblower
41
Uitleggend
Explanatory
42
43
De neiging hebben
Prone
44
Misleidend
illusory
45
Verhoogde, toegenomen
Heightened
46
Logisch (argument)
Sensible (argument)
47
Abnormaal gestegen
Inflated
48
Onwetendheid
Ignorance
49
Een neiging
A tendency
50
Beweren
Alleging
51
